Instagramdichters en hun volgers prediken de revolutie. Ze breken in groten getale binnen in het poëzielandschap, dat ze te elitair vinden. Maar hoe subversief is die populaire instagrampoëzie echt?

every revolution
starts and ends
with his lips

- rupi kaur

‘Zouden jullie bij het zien daarvan je lach kunnen inhouden, vrienden’, vraagt Horatius kort voor het begin van onze jaartelling aan zijn lezers. Aanleiding is niet het bovenstaande instagramgedicht van Rupi Kaur, maar de afbeelding van een mensenhoofd op een paardenhals met daaraan nog andersoortige ledematen waarin diverse veren geplant zijn. ‘Wat van boven nog een mooie vrouw lijkt, loopt onderaan uit op een afzichtelijke vis’, gaat hij verder. Dat creatuur is een metafoor voor het werk van de dichter die zich niet aan genrevoorschriften houdt. Voor Plato, vier eeuwen eerder, was zo’n dichter nog staatsgevaarlijk: hij beschrijft hoe het dooreenhalen van lyrische genres de eerste stap is richting bandeloosheid en zelfs revolutie.

Op de officiële website van Kaur sluit ‘revolution’ de rist thema’s af die ze aansnijdt in haar tweede bundel The Sun and Her Flowers (2017). Of dat haar poëzie ook subversief maakt, is de vraag. Met meer dan drie miljoen verkochte exemplaren kan het verkoopcijfer in ieder geval opmerkelijk genoemd worden. Haar publiek vond Kaur niet in de boekhandel, maar op Instagram. Via dat sociale netwerk verzamelde de Canadese twintiger van Indische komaf met haar gedichten bijna vier miljoen volgers uit alle uithoeken van de aardbol. Kaur kroont zich zo tot populairste instagramdichter van het moment.

In 2015 groeide haar volgersaantal exponentieel nadat ze een menstruatiefoto van zichzelf had gedeeld: wat van boven nog een instagrammable vrouw leek, liep onderaan uit op haar bebloede pyjamabroek. Dat ‘atypische’ vrouwbeeld ging viraal en werd op applaus, maar ook op hoongelach onthaald. Omdat de foto in strijd was met de communityrichtlijnen haalde Instagram het bandeloze creatuur offline. Kaurs reactie? ‘Their patriarchy is leaking. Their misogyny is showing. We won't be censored.’ Geruggensteund door haar volgers dwingt Kaur het bedrijf kleur te bekennen. Instagram past de richtlijnen aan, met excuses van de firma.

#ArtlessPoetrySells

Kaurs opmerking kan gelezen worden als haar poëtica: de opgestoken middelvinger van de dichter en haar talrijke lezers naar het literaire establishment. Haar instagrampoëzie cultiveert een nieuw geluid voor een publiek dat zich ongehoord voelt. ‘[She] is breaking into this industry that does not represent people who look like her – who look like me’, laat een fan optekenen in The New York Times. De lange weg naar erkenning die aan de publicatie van Kaurs debuut Milk and Honey (2015) is voorafgegaan, verklaart dat ressentiment tegen het literaire instituut. Op haar website zegt Kaur daarover: ‘It didn’t occur to me to even reach out to publishers […] because of years of being told there was no market for my poetry […] and that’s when I got set on self publishing.’

Rupi Kaurs instagrampoëzie cultiveert een nieuw geluid voor een publiek dat zich ongehoord voelt.

Een platform als Instagram maakt het mogelijk voor schrijvers en hun lezers om zelf te bepalen welke post de hashtag poëzie krijgt. Op die manier breken ze de voorschriften van de boekenindustrie open en eigenen zich een genre toe dat voorheen ondoordringbaar leek.

Hoe ziet dat zelf gedoopte poëziegenre er dan uit? Op Instagram staat zelfexpressie centraal en dat is niet anders voor de poëzie die gepubliceerd wordt op het medium. Zielenroerselen gerelateerd aan ‘love’ en ‘loss’ komen, in dat opzicht weinig verwonderlijk, op de eerste plaats in Kaurs opsomming van onderwerpen waarover ze schrijft. Daarnaast gaan haar gedichten ook over ‘femininity’ en ‘migration’.

Dat er op Instagram een breed draagvlak is voor deze twee onderwerpen, bewijst ook de populariteit van andere instagramdichters die, zoals Kaur, inspiratie putten uit eigen leven: de Brits-Indische Nikita Gill klokt net als de Australisch-Thaise Lang Leav af op een half miljoen volgers. Tot slot zijn volgens Kaur ook thema’s als ‘trauma’ en ‘healing’ eigen aan haar poëzie. Thematisch gezien valt veel populaire instagrampoëzie onder de noemer van zelfhulppoëzie. De gedichten zijn geschreven met als doel heilzaam of emanciperend te werken.

Op Instagram staat zelfexpressie centraal en dat is niet anders voor de poëzie die gepubliceerd wordt op het medium.

In instagrampoëzie staat taal hoofdzakelijk ten dienste van die zelfexpressie en zelfzorg. Eerder dan een kunstuiting is het een glijmiddel van een gemeenschap op zoek naar (h)erkenning. Veel populaire instagramdichters zijn geëngageerd en willen die boodschap duidelijk overbrengen. Ze schrijven daarom wars van meerduidigheid. Met een minimaal aantal woorden, eenvoudig Engels en sobere illustraties slechten Kaurs gedichten allerlei taalbarrières. Deze kenmerken zijn typerend voor instagrampoëzie en laten toe het gedicht in zijn onmiddellijkheid te zien, eerder dan te lezen. De laagdrempeligheid en het bijhorende commerciële succes van instagrampoëzie is dan ook onderwerp van kritiek. ‘Artless poetry sells’, zo klinkt het in PN Reviews meest gelezen artikel ‘The Cult of the Noble Amateur’.

#Revolution?

Hoewel instagramdichters literaire gatekeepers en hun poëzietraditie de rug lijken toe te keren, omarmen ze wel de lucratieve boekcontracten en de subversieve dynamiek van die traditie. Subversie – verzet tegen de gevestigde orde, voorschriften en media – smaakte echter zelden zo zoet. Dit soort instagrampoëzie boort met haar taal een gretige, onontgonnen markt aan. Nooit eerder was 'revolution' zo gemakkelijk verteer- en verkoopbaar. Hoe vergaat dat talige verzet tegen gevestigde orde, genrevoorschriften en media dan, als we zien dat de poëzie in ‘instagrampoëzie’ zo vlot gerecupereerd wordt door het kapitalistische opzet van haar drager Instagram?

Het subversieve potentieel van poëzie stamt uit de ontstaanscontext van het genre als publiek discours. In Theory of the Lyric (2015) herintroduceert de Amerikaanse literatuurwetenschapper Jonathan Culler dit interpretatiekader voor poëzie dat doorheen de eeuwen is ondergesneeuwd. Hij ziet lyriek als ‘epideiktisch discours’ en definieert die term als ‘a public discourse about meaning and value – made distinctive by its ritualistic elements.’ Culler legt de nadruk op lyriek als een waardegebonden publiek discours dat weerklank vindt dankzij de ritmische elementen waaruit het is opgebouwd. Door herhaling werken deze elementen een aura van ritualiteit in de hand en wordt het gedicht een gebeurtenis, eerder dan de afbeelding van een gebeuren.

Een dergelijke opvatting van poëzie – als publiek discours over wat is en wat van waarde is, en waar het gedicht fungeert als gebeurtenis – verklaart ook de vurigheid waarmee Plato en Horatius het belang van genrevoorschriften verdedigen en het rumoer dat Kaurs poëzie en persona vandaag teweegbrengen.

Instagram als drager van dat lyrische discours ontmantelt echter de poëzie in instagrampoëzie door veel van haar functies over te nemen. Het biedt een kader waarbinnen gesproken kan worden: een nieuwe genrevoorschrift waar veel succesvolle instagramdichters zich weinig bewust van lijken te zijn. Als instagrampoëzie doorgaat voor een publiek discours waarbinnen nieuwe stemmen weerklinken, heeft dat weinig met de slagkracht van haar taal, als wel met haar medium te maken.

#You

Het sociale medium is ontworpen om inhoud, en reclame op maat, viraal te laten gaan. Deze mobiele applicatie doet dat door vol in te zetten op user-engagement, de betrokkenheid van zoveel mogelijk gebruikers. Die krijgen op hun smartphone aan de lopende band voorgekauwde beelden geserveerd die aansluiten bij hun interesse: beelden om naar te leven. Deze visuals worden geordend onder hashtags, wat hen deelbaar en vindbaar maakt. Zo bouwt de instagramgemeenschap aan een virtuele volkstaxonomie, waar iedereen zich, met de juiste hashtag, begrepen kan voelen. De geschatte 102 miljard dollar die het bedrijf waard is, vloeit voort uit het gemak waarmee instagrammers zich die beelden, op maat van een vingerknip en oogopslag, eigen kunnen maken. Evenzo vloeit de populariteit van Kaur, en haar vermogen van 1 miljoen dollar, voort uit het gemak waarmee volgers zich met haar poëzie identificeren.

De instagramgemeenschap bouwt aan een virtuele volkstaxonomie waar iedereen zich, met de juiste hashtag, begrepen kan voelen.

‘on days / like this / I need you to / run your fingers / through my hair / and speak softly’. In dit instagramgedicht getiteld ‘you’ spreekt Kaur haar volgers toe, maar niet rechtstreeks. Ze zet een lyrisch ik neer dat het woord richt tot een geliefde. Door de ambiguïteit van ‘you’ en ‘i’ kan iedereen die het gedicht leest zich zowel aangesprokene als spreker wanen. Die dubbelzinnigheid is een retorisch middel om zoveel mogelijk mensen persoonlijk aan te spreken en te vervoeren naar het hier en nu van hun leefwereld. De wens wordt een wensen.

Dit mechanisme is eigen aan lyriek en vindt eveneens zijn uitdrukking in liedjesteksten. Een mijmering wordt ook in muziek verheven tot likeable en shareable publiek goed. Instagrampoëzie staat bol van dergelijke ikken en jijen. Deze gelaagde persoonsdeixis, dat van een persoonlijk een publiek discours maakt, is niet alleen een eigenschap van lyriek, maar sluit ook feilloos aan bij de geest van het medium waar instagramgedichten gedijen. Subversiever zou echter zijn als niet de gebruikers, maar het medium zelf wordt toegesproken en bevraagd.

#Algorhythm

En wat gebeurt er in instagrampoëzie met die andere eigenschappen die volgens Culler eigen zijn aan lyrische taal? Traditioneel vervoert lyriek de lezers naar de gebeurtenis van het gedicht door het oproepen van een stemeffect en zo aanwezigheid. Voorheen gebeurde dat aan de hand van rijm, assonantie, alliteratie en ritme. Deze elementen maken het de poëtische taal ook waard gehoord, gelezen of gefluisterd te worden. Het instagramkader maakt echter de functie van die mnemotechnische middelen, namelijk het gedicht reproduceren, overbodig.

Het medium is, als de algoritmes je goedgezind zijn of je genoeg geld op tafel legt, op maat van herhaling gemaakt. Gedichten worden met één klik wereldwijd gedeeld en verdeeld. Dat maakt bovendien niet alleen van de dichter, maar ook van de lezer een performer. Organisch groeit zo een online gemeenschap rond dichters die neigen naar goeroes en gedichten die neigen naar mantra’s, niet naar poëzie. Instagram maakt van zichzelf het stemeffect, die belichaamde aanwezigheid en ontdoet zo de poëtische taal van die functies, waardoor ze berooid achterblijft.

Het instagramkader is een hyperbool die banale taal opblaast met betekenis.

Een andere manier waarop het instagramkader taalkunst overbodig maakt is doordat het kader een vergrootglas is voor alliteraties en assonanties die in de taal van alledag bestaan, maar verloren gaan. Het is zo een hyperbool die banale taal opblaast met betekenis. In ‘on days / like this / I need you to / run your fingers / through my hair / and speak softly’ bewaart Kaur, ondanks de globale dimensie van haar discours, enige intimiteit door de sussende herhaling van s-klanken die luid weerklinken in de besloten ruimte van het instagramkader.

Instagrampoëzie kan, via de luidspreker die het instagramkader is, zijn stem wel verheffen tegen de poëzietraditie maar schuurt aan tegen de randen van haar medium. Kaurs menstruatiefoto is dan ook geen metafoor voor haar poëzie: ze daagt het medium dat haar groot heeft gemaakt, niet uit. #WeWontBeCensored kan dan wel de voorschriften van het literaire establishment aan de kaak stellen, zich subversief wanen, maar het blijft, zoals veel instagramgedichten vooral instagrammable, likeable en shareable. ‘every revolution / starts and ends / with his lips’ verheft zich niet tot emancipatie. Plato ligt er niet wakker van, Horatius gniffelt evenmin.


Dit artikel werd eerst gepubliceerd door rekto:verso op 31/01/2020.

vorige volgende