"Een detail zoals een titel kan soms een grote impact hebben op hoe het slachtoffer overkomt", vertelt Julie De Smedt van de Universiteit Antwerpen. Onderzoek naar slachtoffers in de Vlaamse media wees uit dat de relatie tussen slachtoffers en journalisten niet altijd zonder strubbelingen is.

'Slachtoffers in de media, ook slachtoffers van de media?', het onderzoek van het Steunpunt Media, waaraan de vier grote Vlaamse universiteiten meewerkten, gaat dieper in op de benadering en behandeling van slachtoffers door de media. Zo blijkt dat bijna de helft van de slachtoffers bij hun volledige naam genoemd wordt in de berichtgeving. Dit is niet zo’n groot probleem als het misschien lijkt. In slechts een vierde van de gevallen is er geen verantwoording voor het gebruik van de naam. “Als de slachtoffers bijvoorbeeld publieke personen zijn of als de feiten ernstig genoeg zijn, is het wel geoorloofd de naam van een slachtoffer te publiceren zonder instemming”, verklaart Julie.

Meer klachten bij kranten

Het gros van de journalisten vraagt toestemming indien mogelijk. Al geven ze toe dat het niet altijd even simpel is om een slachtoffer te benaderen. "Journalisten zijn ook mensen; zij hebben het daar soms moeilijk mee", legt Julie uit. Gemengde gevoelens zijn er ook bij de slachtoffers. Vaak hangt het van de houding van de journalist af of een slachtoffer bereid is mee te werken. Als die empathie toont, is er meestal niet echt een probleem. Opvallend: er komen meer klachten tegen kranten dan tegen tv- en radiozenders. Dat is omdat er meer concurrentie is tussen de kranten. Ze willen het interessantste nieuws, ook al moeten ze daarvoor regels overtreden.

Verrassend grote invloed

In dat kader heeft de grote invloed van redactiechefs op de journalisten Julie erg gefrappeerd. Uit enkele getuigenissen van journalisten bleek dat ze toch wel onder druk werden gezet om contact op te nemen met slachtoffers, ook al voelden ze zich daar niet echt comfortabel bij. "Ik wist wel dat de hoofd- en eindredacteurs een grote invloed hadden, maar dat die zó groot was, had ik niet verwacht", zegt Julie. Zo veranderen eindredacteurs soms iets aan stukken, waardoor een verhaal niet meer klopt met wat de journalist wou overbrengen.

Tussenpersonen gezocht

Sinds de heisa rond de publicatie van de foto's van de kinderen die het leven lieten in het busongeval in Sierre, heeft de Raad voor de Journalistiek zijn ethische code aangepast. Sociale media zijn volgens de Raad persoonlijke pagina’s: daar mogen geen foto’s meer van gepubliceerd worden. De Raad kan evenwel geen sancties geven, enkel aanbevelingen of waarschuwingen. Steunpunt Media vindt dat er tussenpersonen moeten komen om de communicatie tussen slachtoffers en media te bevorderen. Dit kan iemand zijn uit de directe omgeving van het slachtoffer of iemand van de overheid. Zoals burgemeester van Lommel, Peter Vanvelthoven, na het busongeval in Sierre. "Hij deed dat heel goed. Dat hij als tussenpersoon optrad, maakte het makkelijker voor de families van de slachtoffers", besluit Julie.

© 2013 – StampMedia – Ditte Bervoets, foto: Camille Thys


Dit artikel werd gepubliceerd door Belg.be op 12/07/2013
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 12/07/2013