De herdenking van 100 jaar Groote Oorlog wordt commercieel volop uitgespeeld. Maar herdenking en educatie dienen wel de sleutelwoorden te blijven, zowel op toeristisch als onderwijsvlak, vindt Matti Vandemaele van het Peace Village. "De nadruk moet liggen op werkelijkheidsnabijheid."

Sinds begin vorig jaar is Matti Vandemaele manager van het Peace Village in Mesen, een hostel dat vooral Ieren en Britten ontvangt. Met de 'dreigende commercialisering' van 100 jaar Eerste Wereldoorlog wil Matti op een evenwichtige manier omgaan. Het Peace Village legt de nadruk op herinnering en werkelijkheidsnabijheid. Herdenken op maat staat hier centraal. "Het herinneringscentrum voorziet een educatief aanbod voor groepen die bij ons verblijven" vertelt Matti. "Hierbij focussen we eerder op herinneringseducatie dan puur op historische feiten.  Afhankelijk van het feit of we bijvoorbeeld een Britse schoolklas of een Australische groep over de vloer krijgen, stippelen we een aangepaste rondleiding uit. Herdenken gaat om wat we er vandaag de dag mee kunnen. Op welke manier is die oorlog van bijna een eeuw geleden nu nog relevant? Wat kan ieder van ons eruit leren? "

Beperkte aandacht vanuit het onderwijs

Matti geeft toe dat het een wankel evenwicht is tussen herdenken, educatie en commercie. Er worden dit jaar honderdduizenden toeristen verwacht en iedereen wil wel een graantje meepikken. “De meeste initiatieven kan ik alleen maar toejuichen”, zegt hij. “Ik vind het wel jammer dat er bijna alleen vanuit toeristische hoek aandacht aan besteed wordt. Begrijp me niet verkeerd, daar gebeuren hele goede dingen. Maar het is een verloren kans dat andere beleidsdomeinen, zoals onderwijs, zo weinig aandacht besteden aan dit ‘eeuwfeest’. Daar vertrekt het vaak vanuit de persoonlijke interesse van bepaalde leerkrachten. Vanuit de overkoepelende onderwijssector zelf wordt er ontzettend weinig mee gedaan, terwijl er heel veel mogelijkheden zijn om de oorlog ook vanuit een persoonlijk standpunt heel nabij te brengen”, betoogt hij. “Als je op een oorlogskerkhof staat waar 17-, 18-jarigen begraven liggen, leeftijdsgenoten eigenlijk, dan kun je daar pedagogisch iets mee. Die kansen worden nu vaak niet gegrepen.”

Andere prioriteiten

Dat is iets waar Walter Lefever, die al 35 jaar geschiedenis geeft in het hoger middelbaar, het slechts gedeeltelijk mee eens is. “Ik vind dat er aan de Eerste Wereldoorlog en de hele voorgeschiedenis eigenlijk best veel aandacht wordt besteed. Niet zozeer de oorlog zelf wordt jaar na jaar besproken, maar wel het conflict in het algemeen, hoe het zover is kunnen komen en wat dit voor gevolgen had”, vertelt hij. “Het organiseren van schoolreizen naar de frontstreek vind ik zeker een meerwaarde en dat hebben we vroeger ook vaak gedaan. We zijn hiermee moeten stoppen omdat het praktisch niet meer haalbaar was. We reden op één dag van en naar Ieper, maar dan reden de chauffeurs langer dan ze wettelijk mochten.”

“De toeristische sector is al langer bezig met de voorbereidingen van 100 jaar Groote Oorlog, dus ik zie niet in waarom ook het onderwijs niet op de kar zou kunnen springen. Het probleem is natuurlijk ook hier weer dat er bespaard moet worden. Als er gekozen moet worden tussen het bouwen en onderhouden van scholen of het subsidiëren van reizen naar de frontstreek, dan is de keuze snel gemaakt”, denkt Walter.

In Groot-Brittannië lijkt de onderwijssector er meer waarde aan te hechten: de Britse premier Cameron heeft zeven miljoen euro uitgetrokken om jongeren de Vlaamse slachtvelden te laten bezoeken. De bedoeling is om van elke school in Groot-Brittannië minstens één leerkracht en twee leerlingen over te brengen. Daarbovenop komen nog de ‘gewone’ schoolreizen naar de Westhoek die veel Britse scholen sowieso al organiseren.

Wat na '100 jaar Groote Oorlog'?

Wat er na 2018 gaat gebeuren, is moeilijk in te schatten. Vermoedelijk zal de aandacht langzaamaan naar de Tweede Wereldoorlog verschuiven. Hoe dan ook denkt Matti Vandemaele niet dat de Eerste Wereldoorlog, en bijgevolg het slagveldtoerisme, na de herdenkingen zal wegsterven. “In Groot-Brittannië is de Eerste Wereldoorlog nog altijd in de eindtermen opgenomen. In de scholen wordt er erg veel aandacht aan besteed en de schooltripjes naar de Westhoek vallen daar ook onder. Bovendien mogen we niet vergeten dat het een oorlog buiten categorie was. Het was de eerste keer dat er massavernietigingswapens, gas, machinegeweren enz. werden ingezet. Miljoenen mannen werden op een ongeziene schaal de dood ingejaagd. In die zin zal het ook in de toekomst een belangrijke rol blijven spelen.”

© 2014 - StampMedia - Jurgen Van den Plas


Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 10/01/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 10/01/2014
Dit artikel werd gepubliceerd in De Nieuwe Tydinghe jg 2014, nr. 1, p. 9