Wat is de rol van de politiek als het gaat om alcohol binnen jeugdbewegingen? Moeten er extra maatregelen komen omtrent het gebruik ervan? We vroegen het aan Dries De Smet, raadgever Jeugd bij het kabinet van de Vlaamse minister van Jeugd Benjamin Dalle (CD&V).
Is er binnen het kabinet al gesproken over alcohol binnen de jeugdbewegingen?
“Dat is aan het begin van de legislatuur aan bod gekomen. Het werd toen niet als problematisch besproken, maar wel als een belangrijk thema waar we het later mogelijk nog over zouden hebben. Natuurlijk hebben we als beleidsmakers ook andere prioriteiten. Het is in de eerste plaats de taak en verantwoordelijkheid van de organisaties zelf. Zij zijn daar al lange tijd mee bezig. Het is dus aan hen om dat op de agenda te plaatsen.”
Hoort alcohol thuis in een jeugdbeweging als u al die problemen hoort?
“Of je het nu wil of niet, alcohol maakt deel uit van de leefwereld van jongeren. Jeugdbewegingen zijn daar een deel van. Het zou naïef zijn om te denken dat men na tien dagen keihard engagement niet eens een pintje zal drinken rond het kampvuur. Maar we moeten er vooral voor zorgen dat het in een veilige omgeving kan gebeuren. Laat ons ervoor zorgen dat jongeren zich bewust zijn van de gevaren van overmatig gebruik.”
Is alcohol binnen de jeugdbeweging een probleem?
“Daar hebben wij geen concreet zicht op.”
Zouden jullie daar zicht op moeten hebben?
“Dat is een moeilijke vraag. Er zijn wel meerdere aspecten in onze samenleving die een potentieel risico vormen. Moeten wij dan van alles op de hoogte zijn? Is het überhaupt haalbaar om dat allemaal in kaart te brengen? We moeten vooral de vinger aan de pols houden en ingrijpen wanneer dat nodig is. Het jeugdwerk in Vlaanderen is sterk genoeg georganiseerd om die klanken naar boven te laten komen.
"Het is aan de koepels om dat op de agenda te plaatsen"
Maar moeten wij weten of er een probleem is binnen de jeugdbewegingen? Dat is een samenlevingskwestie waar we met gezamenlijke inspanningen op moeten reageren, eerder dan een taak van de minister van Jeugd. Als beleidsmakers moeten we nadenken hoe we kunnen bijdragen aan een klimaat waarin jongeren zich bewust zijn van hun alcoholgebruik.”
Welke rol speelt de politiek daarin? Moeten jullie meer maatregelen treffen?
“In het huidige regeerakkoord staat dat de Vlaamse regering voorzichtig moet zijn met wat jeugdwerk is of mag zijn. Wij gaan dat niet beslissen voor hen. Het jeugdwerk is van onder naar boven georganiseerd, daar zit zijn kracht. De jongeren geven het zelf vorm. Vanuit het beleid moeten wij vooral gesprekken aangaan met de organisaties en de jongeren. Zij geven aan waar ze op willen inzetten. Wij bekijken hoe we ze kunnen ondersteunen en zetten daar een budget tegenover. Voorlopig hebben we van hen nog geen vraag gekregen om dat budget te verhogen, specifiek om in te zetten op alcohol. We hebben wel extra geld vrijgemaakt om het jeugdbeleid meer mogelijkheden en ruimte te bieden. In totaal gaat dat over bijna vijf miljoen euro.”
Ligt de verantwoordelijkheid enkel bij de koepels?
“Het is een 'samen verhaal'. De koepels vragen veel vertrouwen en autonomie, dus dat geven we. Als er dan een probleem is, moet er niet meteen naar de politiek gekeken worden. Het beleid werkt aanvullend en ondersteunend. Ik zou het ook niet appreciëren mocht een minister ineens zeggen dat er nooit meer alcohol gedronken mag worden binnen de jeugdbewegingen. Het is naïef om te denken dat de politiek dat vraagstuk alleen gaat oplossen.”
"Wij hebben natuurlijk ook andere prioriteiten"
Gaan jullie genoeg in overleg met de koepels of liggen daar nog kansen?
“Er is momenteel een zeer goede wisselwerking tussen de politiek en het jeugdwerk. Of alcohol voldoende aan bod komt als thema? Het kan natuurlijk altijd meer. De vraag is of dat meer moet zijn. Wij hebben er vertrouwen in dat de koepels bewust bezig zijn met het alcoholbeleid. Als er een vraag komt vanuit de koepels zelf, gaan we daar uiteraard wel op in. Of omgekeerd: als we alarmerende cijfers zien, zetten we dat op de agenda. Op federaal niveau, was men al aan het kijken hoe we het thema voldoende aan bod kunnen laten komen. We bespreken het ook op het volgend overleg met de jeugdbewegingen. Eigenlijk komt het onderwerp voortdurend als beleidsthema naar voren, dus het krijgt wel voldoende aandacht.”