Onze reporter Sakina (23) denkt regelmatig terug aan de aanslagen in haar Brussel. Het stoort haar enorm dat terroristen zich beroepen op Arabische termen die stammen uit de islam, maar er per definitie niets mee te maken hebben. “Het probleem is het woord niet, maar de connotatie die het krijgt.”

Ik zit op metrolijn 5. Een zieke zelfmoordterrorist heeft zich op deze lijn opgeblazen en tientallen onschuldige slachtoffers mee de dood ingenomen. Mijn gedachten zijn bij hen en de nabestaanden.

Ik neem deze lijn dagelijks, maar op die bewuste ochtend besloot ik mijn vroege collegeles niet bij te wonen. Voor het eerst had ik geen schuldgevoel bij het missen van een collegeles.

Ik denk aan een van mijn goede vriendinnen die op die bewuste ochtend op het vliegveld zat, haar  het begin van een lange reis naar Uganda. Ze had alles van dichtbij meegemaakt. Godzijdank was ze ongedeerd, maar ik ben er nog niet goed van.

Olifant in de kamer

De metro is leger en stiller dan gewoonlijk. De wond is nog vers, te pijnlijk. Langzamerhand zal er zich een litteken vormen uit deze wond. Iedereen op de metro is, zoals gewoonlijk, in gedachten verzonken. Angst is de olifant in de kamer.

Als ik op mijn telefoon kijk om het tijdstip te weten te komen, bekruipt een angstig gevoel me. Mijn olifant was iets anders dan dat van mijn medepassagiers. Mijn grootste bezorgdheid was namelijk mijn gsm en daarop de woorden ‘Allahu akbar’. Een app, die me een notificatie geeft wanneer het tijd is voor het gebed.

‘Allahu akbar’ zijn woorden die praktiserende moslims dagelijks uitspreken bij de gebeden. Letterlijk vertaald betekenen ze ‘God is groot’. De uitspraak valt te vergelijken met het loven van God door christenen, te vergelijken met ‘Hallelujah’. Het zijn voor mij rustgevende woorden. Maar toen tot me doordrong dat het bijna tijd was voor het middaggebed, voelde ik het tegenovergestelde van rust: wat als dat alarm luid afging? Hoe zouden mensen reageren?

Hoewel ik de melding normaal gesproken op trilfunctie heb staan, controleerde ik dat toch nog eens op dat moment. Ook zette ik mijn telefoon voor de zekerheid op mute. Ook al is er niks verkeerds of negatiefs aan de uitspraak ‘Allahu akbar’, het wordt door sommige terroristen gebruikt om geweld te verheerlijken.

Allahu akbar en jihad

Nu ik terugdenk aan mijn houding, realiseer ik me hoe ik daardoor toegaf aan de negatieve connotatie. Uit angst om mensen in dat metrostel niet bang(er) te maken. De uitspraak wordt namelijk te pas en te onpas aangehaald in het kader van islam en terrorisme. Ook het Arabische begrip ‘jihad’ is een misbegrepen term, deels door representatie ervan in de media.

Jihad heeft in het Nederlands een aantal vertalingen, zoals ‘strijd’, maar ze komen allemaal neer op de dagdagelijkse worstelingen van de mens. Jihad impliceert per definitie geen geweld, maar toch is er een denkkader ontstaan waarin jihad onlosmakelijk is verbonden met terreur en zo met de islam.

De begrippen ondergaan eigenlijk hetzelfde als het woord ‘allochtoon’. Die term allochtoon kent per definitie geen negatieve betekenis, maar het heeft er in loop der jaren wél een gekregen. Zelfs zo erg dat bepaalde kranten in Nederland en in België besloten hebben ‘allochtoon’ niet meer te gebruiken.

Maar door een woord af te schaffen, wordt het probleem niet opgelost. Het probleem is eigenlijk niet het woord, maar de connotatie die het krijgt. Die connotatie wordt gemaakt door verkeerde of stereotiepe beeldvorming en framing, o.m. in media. En omdat er weinig tegengeluid is die de lading van het woord neutraliseert tot de exacte betekenis, blijft het die negatieve lading hebben.

Dat aan de kaak stellen en hierover de dialoog aangaan, draagt wel bij tot de oplossing. Want ik geloof dat er voldoende journalisten zijn die zonder kwade bedoelingen woorden als jihad en Allahu akbar toepassen in berichtgeving. Bovendien denk ik ook dat redacties hun best doen om niet in stereotiepe berichtgeving te vervallen over bijvoorbeeld etnische groepen

Helaas: negatieve of ongenuanceerde berichtgeving verkoopt beter. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom positief nieuws ons zo weinig bereikt. Combineer ongenuanceerde berichtgeving met de gebrekkige kennis van de gemiddelde burger over islam en het Arabisch en we komen op een situatie uit waarbij zelfs een gemiddelde moslima in de val kan trappen van angst.

En dat is hoe IS mensen mentaal terroriseert.

Giftige cocktail

We zijn nu bijna drie weken na de aanslagen. Vluchten stijgen weer op vanuit Zaventem. Brussel begint weer op de dynamisch diverse stad te lijken waar ik zo’n vier jaar geleden verliefd op ben geworden. Het gewone leven komt weer op gang en daar ben ik blij om.

De afgelopen weken hoorde ik echter veel mensen zeggen dat ze de hoofdstad mijden uit angst voor een nieuwe aanslag. Anderen zijn dan weer bang om gebruik te maken van het openbaar vervoer. Uit een peiling door VTM Nieuws (d.d. 5 april) blijkt dat acht op de tien Belgen een nieuwe aanslag vreest én zich ons onvoldoende beschermd voelen door de veiligheidsdiensten. 55 procent zegt alerter te zijn op het openbaar vervoer en bijna vier op de tien past zelfs het eigen reisgedrag aan.

‘België zal na de aanslagen nooit meer hetzelfde zijn’, hoor ik geregeld. Maar is België echt  veranderd? Angst hebben is niet meer dan menselijk maar laat dit alstublieft het kritisch denken niet overheersen. Samen met woede, verdriet en onbegrip vormt dat een giftige cocktail. Daar zit het directe gevaar voor de samenleving: in schijnredeneringen en vooringenomenheid.

Angst zorgt ervoor we terreur in werelddelen als het Midden-Oosten en Afrika bijna als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen. Angst is een van de redenen dat mensen zondebokken zoeken en alles kunnen wantrouwen wat niet overeenkomt met het eigen doen en voorkomen. Angst is hetgeen wat tot hypocrisie leidt, en nieuwkomersverklaringen worden goedgekeurd, omdat de cultuur van de vluchtelingen niet conform de westerse cultuur zou zijn en al zijn waarden.

Wat zijn die ‘westerse waarden’ trouwens? En waarom lijken ze dan ironisch genoeg niet te gelden voor nieuwkomers? Is tolerantie niet een van die democratische waarden, zoals ieder mens vrij is om zijn eigen levenswijze te hebben?

Terreur kent geen kleur

Angst maakt doof en blind. We hebben daarom twee opties: of de angst overmeesteren, of de angst maakt zich meester van ons. Hoewel het litteken van 22 maart herinnert aan een tragische gebeurtenis, is het ook een litteken van solidariteit. Terreur kent immers geen kleur. Als ideologie op zich, wijkt het niet voor status, leeftijd, religie of etniciteit.

Elke dag worstelen mensen met de dagelijkse realiteit. Ieder mens kent zijn eigen jihad, maar nu deelt België ook een gezamenlijke jihad. Het is de jihad om samen verder te leven na de aanslagen. We geloven allemaal ergens in, of dit nu God, Allah, karma of de beste versie van jezelf is. Waar we op dit moment het meeste nood aan hebben is een geloof in elkaar. Wij zijn immers met meer en dragen allemaal het litteken van 22 maart.

Allahu akbar, halleluja, of carpe diem, maar zolang: tous ensemble!

© 2016 – StampMedia – Sakina Elkayouhi

 

Lees ook: 'Terroristen voeren geen jihad'