Vorig seizoen won ze met Metz Handball de Franse competitie en beker. In de Final 4 van de Champions League strandde ze op de vierde plaats. Dus heeft Xenia Smits (25) honger, naar de Champions League-titel én naar een prijs op een groot landentornooi met… Duitsland. Vanwege een gebrek aan een Belgische vrouwenploeg van enig niveau, draagt ze immers ook de nationaliteit van het land waar ze een deel van haar opleiding genoot. Als de Duitse vrouwen in Tokio 2020 een Olympische medaille halen, heeft die dus een onmiskenbaar Belgisch tintje.
Xenia, afkomstig van Antwerpen, is amper veertien jaar oud als ze de stap naar het buitenland zet: ‘ik wist dat ik veel en hard wilde trainen en het feit dat ik toen al twee jaar op internaat in Hasselt zat, maakte de stap minder groot. Daar had ik er in het begin moeite mee dat ik mijn familie minder zag. Maar dat was na een tijd in orde gekomen, dus voelde ik me klaar voor de volgende stap. Ik dacht: ‘lukt het niet, dan keer ik een ervaring rijker terug, dus ik ga gewoon en dan zie ik wel’. Ik kwam er op internaat terecht met twintig meisjes, dat was heel leuk en maakte het een stuk gemakkelijker dan ik verwacht had.’
De (snel)weg naar de top
En of het goed gaat: op haar zestiende wordt ze de jongste speelster van de Eerste Bundesliga in dienst van HSG Blomberg-Lippe, nadat ze van HSG Bad Wildungen overkwam. ‘Daar was een beetje geluk bij gemoeid. Ik was al onder de indruk dat ik met de voorbereiding van het eerste team mocht meedoen. Toen raakten er veel speelsters gekwetst, mocht ik mee naar competitiewedstrijden en stond ik plots op het veld. Dat kwam onverwacht, maar was wel heel leuk.’ Dat het zo snel gaat, heeft Xenia naar eigen zeggen aan haar passage op de Topsportschool in Hasselt te danken. ‘Daar had ik al geleerd om goed met mijn lichaam om te gaan en op mijn voeding te letten. Ik kreeg er ook de ingesteldheid mee om altijd voluit te trainen, ook al ben je beter of minder dan een ander. Zowel op fysiek als mentaal vlak heb ik er veel opgestoken. Er zijn dan ook heel wat andere goede spelers en speelsters uit de school voortgekomen.’ Daar kunnen pakweg Nele Antonissen (22) en Tom Robyns (28) als voorbeeld voor dienen, beiden Belgisch international en spe(e)l(st)er van het jaar geweest en momenteel actief in het buitenland. Sinds een paar jaar wordt handbal echter niet meer erkend als topsport in België en moest de school noodgedwongen sluiten.
‘Het voornaamste verschil met de Duitse aanpak is dat je daar heel de namiddag tijd hebt om op je sport te focussen, aangezien je er maar tot 13u school hebt. In Hasselt hadden we vlak voor en na de schoollessen training. In Duitsland zijn die verspreid over de namiddag. Zo kan je meer ontspannen en gefocust te werk gaan. Daarnaast train je in de week met de ploeg waar je in het weekend wedstrijden mee speelt, terwijl in België iedereen in het weekend naar huis ging om bij zijn eigen club te spelen. Daardoor zijn de Duitse trainingen tactischer en minder individueel.’
Die Frauschaft
Smits voelt zich goed in Duitsland, waarop ze in 2014 met het oog op deelname aan grote landentornooien, naast de Belgische, de Duitse nationaliteit aanneemt. Van een nationaal vrouwenteam is in België dan immers geen sprake. Het huidige team, de Black Arrows, heeft nog steeds het budget niet om aan kwalificatiecampagnes deel te nemen. ‘Ik wist dat dit de enige manier was om internationale tornooien te kunnen spelen. Terwijl ik er intussen al een paar achter de rug heb, zijn de Belgische vrouwen, anders dan de mannen, niet echt vooruit gegaan. Daaruit blijkt dat ik de juiste beslissing gemaakt heb. De financiële beperkingen in België zorgen ervoor dat je de beste speelsters, waarvan er een paar in het buitenland spelen, niet bij elkaar krijgt. Zij moeten die verplaatsing immers zelf bekostigen en dat is geen ideale situatie. Daarom denk ik dat het nog wel even zal duren voor er een stabiele nationale ploeg staat van niveau.’
‘Sinds ik in 2015 de overstap naar Metz Handball heb gemaakt, wist ik ook in de Duitse nationale ploeg een vaste plek af te dwingen. Als jong meisje moest ik me nog bewijzen en omdat ik bij mijn club goed presteerde, kreeg ik bij de nationale ploeg ook meer kansen. Op het WK 2017 in eigen land sneuvelden we in de achtste finales, wat toen een grote ontgoocheling was. Op het EK 2018 gingen we eruit in de hoofdronde, maar wonnen we tegen toplanden als Spanje en Noorwegen, waardoor de balans, vlak na een trainerswissel, uiteindelijk positief was. Onlangs ben ik echter geopereerd aan de schouder, waardoor ik zes maanden uit ben en het WK in Japan van eind dit jaar zal missen. Ik weet echter dat de meisjes er alles aan zullen doen om bij de eerste zeven te eindigen, al is dat een flinke uitdaging, en zo een Olympisch ticket te bemachtigen.’
Disziplin, joie de vivre en ambitie
Bij Metz leert Smits een heel andere mentaliteit kennen. ‘Duitsers zijn heel strikt: ‘zo gaan we het doen en niet anders’. Fransen zijn veel losser en meer op het gemak. Zo van: we zien wel, het komt allemaal wel goed. Ze doen voor de wedstrijd nog een dansje in de kleedkamer en vertellen mopjes. Dat was even aanpassen voor mij, maar ik ben uiteindelijk ook losser geworden. Ik heb een goed midden gevonden tussen de Duitse en de Franse mentaliteit. Ik heb mijn eigen stijl en doe wat het beste werkt voor mij. Soms is dat ontspannen zijn, soms is dat volop focussen en daar niets tussen laten komen.’
Het is een stijl die werkt, want afgelopen seizoen werd Smits in de Ligue Féminine de Handball verkozen tot beste speelster op haar positie (linker opbouwster). Dat is niet haar eerste individuele prijs, eerder werd ze Rookie of the Year in Duitsland. ‘Dat is mooi, maar is veel minder waard dan een titel. Het bevestigt dat je een goed seizoen gespeeld hebt, maar dat hebben de speelsters naast je altijd mee mogelijk gemaakt. Op mijn positie moet je heel doelgericht zijn, voor gevaar zorgen, maar ook het overzicht bewaren en de juiste beslissingen nemen. Wanneer ga je zelf? Wanneer speel je de bal door? Wanneer probeer je de verdedigsters voorbij te gaan? Wanneer schiet je van afstand? Uiteindelijk heeft iedereen andere kwaliteiten die hij of zij zo goed mogelijk probeert te benutten. Mijn voornaamste kwaliteit is dat ik niet alleen naar oplossingen voor mijzelf zoek, maar ook naar manieren om mijn medespeelsters in de kijker te zetten. Die weten en waarderen dat. Daarnaast heb ik de fysiek om zestig minuten gas te geven.’
Het zijn kwaliteiten die van Smits een bekend figuur maken in de handbalwereld, en soms daarbuiten, en die ervoor zorgen dat ze torenhoge ambities koestert. ‘In Metz word ik soms aangesproken op straat voor een selfie of een handtekening. Dat is leuk zolang het binnen de perken blijft, zoals nu het geval is. In de eerste plaats wil ik terug gezond worden, goed revalideren en terug fit zijn voor de terugronde van de competitie en de Olympische Spelen. Ik ben nu al lands- en bekerkampioen van Frankrijk. Dus ik wil vol voor Champions League-winst gaan en een prijs pakken met de nationale ploeg. Het zijn dromen die ergens ver weg lijken en ergens ook helemaal niet. Oh ja, tussendoor zou ik mijn studie sportmanagement eens willen afronden (lacht).’