In het Gentse Designmuseum loopt tot 23 oktober de tentoonstelling Bike to the Future. Designers uit heel Europa stellen er hun idee over de fiets van de toekomst voor. Ex-profwielrenner Ludo Dierckxsens weegt voor ons de voorstellen van de designers af aan de realiteit. "Je wilt niet op je gezicht gaan met een namaakfiets."

Het mag geen toeval heten dat in uitgerekend Gent een tentoonstelling rond de fiets van de toekomst plaatsvindt. De eerste fietsbar van België huist er sinds 2013 en onlangs was er het bericht dat de fiets er alsmaar populairder wordt.

Directeur van het Designmuseum Katrien Laporte blinkt bij het overlopen van de tentoonstelling Bike to the Future. “We wilden met de naam een link leggen tussen de tentoonstelling en de cultfilm Back to the Future”, verduidelijkt Laporte.

“Toen ik hier enkele jaren geleden directeur werd, wilde ik ook exposities brengen rond maatschappelijk relevante thema's, zoals stedelijkheid en mobiliteit."

Prototypes

Bike to the future toont naast burgerinitiatieven en infrastructuurprojecten die het fietsen willen promoten, ook een aantal prototypes van de ideale fiets van de toekomst volgens designers. Zo zijn er fietsen uit ecologische materialen zoals hout en bamboe, maar ook zogenoemde open-sourcefietsen.

“Dat zijn tweewielers die door de gebruikers zelf kunnen worden opgebouwd tot de fiets van hun keuze. Vergelijk het met een doos Meccano”, zegt Laporte. Eén van de pronkstukken van de tentoonstelling is de HMK 561 van kunstenaar Ralf Kittmann. “Een elektrische fiets met een batterij die zich oplaadt wanneer je remt of bergaf rijdt. En vooruitbollen doet de tweewieler door de warmte van je handen.”

De fietsen uit de Gentse tentoonstelling lijken misschien nog een ver-van-je-bedshow, maar ex-profwielrenner Ludo Dierckxsens ziet enkele goeie ideeën in de expo opduiken. Dierckxsens is sinds enkele jaren manager van een groothandel in racefietsen, het Codagex Xperience Center in Dessel. “Een uniek concept waarvoor ze zelfs uit het buitenland naar ons komen”, verzekert Dierckxsens.

© Matthias Corneillie

“De evolutie in de fietssector staat niet stil, maar het is altijd dankbaar dat er voorstellen komen van designers. Al blijft veiligheid belangrijker dan design. Als ik iemand zie op namaakfietsen, heb ik daar altijd mijn bedenkingen bij. De kans is groot dat die fiets een mechanisch probleem krijgt en dan speel je met je leven. Je wilt niet op je gezicht gaan door een namaakfiets.”

Opkomst e-bikes

Op de designtentoonstelling Bike to the future worden veel elektrische fietsen tentoongesteld. Ludo Dierckxsens beaamt dat de omzet van e-bikes gestegen is. “De laatste 5 jaar was er een enorme stijging. Niet alleen de oudere generatie, maar ook de jongere schaft zich een e-bike aan voor het dagelijks fietsen.”

Net zoals er een evolutie was van aluminium fietsen naar carbonfietsen, ziet Dierckxens de kans op een technologische evolutie bij de e-bikes. “Nu rijden e-bikes nog met batterijen, ik denk dat er in de toekomst extra zonnepanelen aan toegevoegd zullen worden of dat er misschien zelfs door het generen van remkracht extra elektriciteit opgewekt zal worden."

Ook op relatievlak ziet Dierckxsens voordelen voor de markt van de sportieve elektronische fiets. “Mannen zijn fysiek sterker dan vrouwen. Als zij een fiets met een motortje heeft, en ze kan al fluitend 35 km per uur meerijden, dan leef je je beide samen uit. Ook mensen die al wat ouder zijn, maar die de hoge snelheid niet meer aankunnen, kunnen dan toch meerijden in een groepje. In competitie vind ik dat natuurlijk niet kunnen, zo’n renners mogen ze goed straffen.”

Hoe zou Dierckxsens zijn ideale fiets omschrijven? “Hij mag licht zijn, maar niet de lichtste. Gewicht is voor mij niet de bepalende factor. Ik heb bijvoorbeeld liever een veiliger gevoel bij een afdaling. Als ik met een fietsje van 6 kilogram daal, dan voelt dat niet goed. Ik rij liever met een stabiele en comfortabele fiets. Zolang ik er maar mee over kasseien en hellingen kan rijden.”

© 2016 - StampMedia - Matthias Corneillie en Niels Timmermans


Dit artikel werd eerst gepubliceerd op deredactie.be op 06/04/2016