© Pixabay

Deze is voor al mijn medestudenten. Het is niet meteen mijn stijl om ellenlange teksten te schrijven op Facebook. Het is echter ook niet mijn stijl om dingen zomaar langs mij neer te leggen. Daarom doe ik het vandaag toch, omdat ik denk dat het nodig is. Sharing is caring, vrienden.

Ik weet niet hoe ik deze tekst moet beginnen. De universiteiten gaan op rood, we hebben het verpest, vrienden. Of het volledig ‘onze’ schuld is, daar kunnen we over discussiëren, maar zeggen dat we hier geen aandeel in hadden, zou een leugen pur sang zijn.

Ik ben een van die zeldzame studenten die in het weekend niet huiswaarts keert. Leuven heeft mijn hart veroverd en ik zit hier -met enkele onderbrekingen- al sinds eind december 2019 afgezonderd van mijn medestudenten. Laat me vorig jaar even snel recapituleren, voor de mensen die vergeten zijn hoe het alweer ging.

Het lijkt als de dag van gisteren: 11 maart 2020, of de dag dat de rector van de KU Leuven, Luc Sels, aankondigde dat de lessen fysiek niet meer door konden gaan. Een week later zou het land in lockdown gaan. Leuven liep diezelfde avond nog leeg. Koffers werden gepakt en studenten wilden zo snel mogelijk naar huis. Sommigen wachtten nog enkele dagen, want volle treinen, weet je wel, maar toen Leuven in lockdown ging, was zo goed als iedereen vertrokken.

Dat ‘blijf in uw kot’ van Maggie De Block, dat konden we. Dat hadden we in december en januari ook al bewezen, toen we onszelf vrijwillig opsloten hadden voor die andere Blok. Slagen voor de examens was een reden die goed genoeg was om onszelf even te beroven van onze eigen vrijheden en niet in te gaan op onmiddellijke bevredigingen die stonden te lonken, maar vol dedication te blijven gaan voor dat grotere doel: een diploma halen. Op dat moment had Covid Europa nog niet bereikt en was Corona gewoon nog een Mexicaans bier.

Als je nu aan ‘corona’ denkt, is bier het laatste wat in je opkomt. De maanden maart, april en mei waren zwaar, voor iedereen. Ik moet het je niet vertellen, we hebben het allemaal gedaan. Rondlopen in een leeg Leuven, voelde bevreemdend aan. Het had iets post-apocalyptisch. Alles wat ooit een teken van leven vertoonde: de universiteitsgebouwen, de oude markt, het stadspark, de straten vol fietsers… was gewoon leeg, doodstil.

In mei kwamen jullie druppelsgewijs terug naar jullie geliefde studentenstad, want hoewel de samenleving zichzelf aan het klaarmaken was om opnieuw vrij te zijn, begonnen wij collectief aan een nieuwe vrijwillige afzondering. ‘Blijf in uw kot’ bleef nog wat langer gelden voor ons, want de juni-examens kwamen eraan. Toen de horeca open ging, bleven wij op onze tanden bijten. Logisch dat we het er na de examens dan eens goed van pakten, want eindelijk waren ook wij vrij.

Fast forward naar september. Het was iets waar ik al lang naar uitkeek: de start van het nieuwe academiejaar. De universiteit had maatregelen genomen om een zo normaal mogelijk campusleven te garanderen. We zaten in de illusie dat corona over was. We hadden het achtergelaten in het vorig academiejaar, en waren klaar voor iets nieuws.

Al snel bleek dat veel te naïef. In een mum van tijd ging ook KU Leuven naar code oranje. Naar mijn gevoel waren er drie verschillende manieren waarop studenten omgingen met het campusleven-dat-toch-niet-zo-on-campus-was. Als eerste had je de groep die zich (min of meer) aan de regels hield. Sommigen hadden iets trager door dan anderen dat mondmaskers dragen wanneer dat gevraagd werd, toch wel handig kon zijn, maar uiteindelijk schikte iedereen zich in die groep naar de geldende maatregelen.



Er was ook een tweede groep: een die dat niét deed. Knuffels geven terwijl het eigenlijk niet mocht, kotfeestjes geven – wanneer je vroeg naar hun bubbels, dachten ze dat je het had over schuimwijn… Ik besef dat ik een karikatuur schets van die groep. Niet iedereen is uiteraard zo extreem, maar als je jezelf ook maar in een van die voorbeelden herkent, dan is deze brief voor jou. Niet om je terecht te wijzen, maar om je aandacht te vragen.



Vooral voor de eerstejaars in het hoger onderwijs. Ik kan het me niet voorstellen hoe het nu moet zijn om een van hen te zijn. Je middelbare schooltijd afsluiten in corona, geen proclamatie, je vrienden een half jaar niet zien. Dat op zich is al ongelooflijk zwaar. En om daarna te moeten starten in je eentje, in een vreemde stad, aan een vreemde universiteit, op kot, ver weg van alles wat je vertrouwd was… Dát, beste mensen, verdient mijn eeuwige respect.

Samen met de tweede golf van corona, kwam een golf van eenzaamheid onder studenten. Ik heb al veel verhalen gehoord van eerstejaars (en ouderejaars!) die in hun eentje op kot zitten te wachten tot de week om is. Ze hebben de kans niet gehad om zoals wij een sterk netwerk op te bouwen, waarop je kan terugvallen als het moeilijk gaat.

Als ik dan andere mensen zie die de regels volledig aan hun laars lappen, doet dat ongelooflijk veel pijn. Ik meen het als ik zeg dat ik jullie allemaal een sociaal leven gun. Vrienden zijn goud waard, zeker in deze tijden. Mag ik bij deze dan de kans grijpen om te vragen dat wij eerstejaars ook een sociaal leven gunnen? Om vriendschappen te kunnen opbouwen, om te kunnen ontspannen zoals we willen na de lessen, iets waarvan wij zo ongelooflijk blij zijn dat we ze hebben. De studententijd is de beste tijd van je leven, zeggen ze, waarmee ze vooral het sociale aspect ervan bedoelen. Laten we dat ook voor de nieuwe studenten de beste tijd van hun leven maken.

We moeten dit collectief willen, daarom wil ik beroep doen op iets waarvan we al bewezen hebben dat we het kunnen: in ons kot blijven en niet ingaan op onmiddellijke bevredigingen. Om iedereen een zo mooi mogelijke studententijd te kunnen gunnen, moeten wij ons sociaal leven even op een lager pitje zetten. Dat is niet leuk en zeker niet gemakkelijk, maar hoewel onmiddellijke bevredigingen als samenkomsten zo goed kunnen voelen, voelt het nog beter als we de verleiding even weerstaan om dan later, met heel studerend Leuven, te kunnen genieten van een rijk campusleven, zoals we dat gewend waren. We weten al dat we het kunnen, nu moeten we het enkel nog dóén.

Ik geloof in ons! Thank you <3

vorige volgende