Tom Boonen, Fabian Cancellara en Peter Sagan. Ziedaar de drie namen die u de komende weken tot vervelens toe op de voorpagina's van de Vlaamse sportkaternen zult zien. In hun schaduw staan enkele jonge buitenlanders klaar om mee van de kasseikoek te eten.

Na uitstapjes richting Australië, het Midden-Oosten en Zuid-Amerika is het wielerpeloton weer op het oercontinent Europa geland. Hoewel de mondialisering van de wielersport niet langer een onrealistische droom van ongure UCI-voorzitters is, blijven de voorjaarsklassiekers onaantastbaar op de kalender. Elke beginnende renner droomt ervan ooit zijn naam op het palmares van Milaan-San Remo, de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix bij te schrijven.

In Vlaanderen is het succes van de kasseiklassiekers nog lang niet tanende. Met een pilsje langs de kant van de weg of met een taartje voor de televisie schreeuwen we Tommeke maar al te graag naar de overwinning. De Vlaamse wielertraditie dwingt onze nieuwelingen en juniores bovendien in een bijzonder strak keurslijf: wie niet over de kinderkopjes kan rijden of het spel met de wind beheerst, mag een profcontract op zijn buik schrijven. Ook de Vlaamse wielerjournalisten lopen nu op de toppen van hun tenen. Na Parijs-Roubaix breekt hun veer en kunnen enkel de Ronde van Frankrijk en het wereldkampioenschap nog hevige polemieken veroorzaken.

Kasseien lijken een vergane glorie uit het roemrijke verleden. De buitenlandse pers ligt niet van Dwars door Vlaanderen of de E3 Harelbeke wakker. Lichtgewichten als Christopher Froome, Vincenzo Nibali en Joaquim Rodríguez prevelen nu al gebedjes om de kasseienrit in de Ronde van Frankrijk zonder kleerscheuren door te komen. Toch staan alweer heel wat talentvolle buitenlanders in de wachtrij om onze landgenoten van het podium te houden. Lars Boom, Sylvain Chavanel en Zdenek Stybar kennen we. Maar deze jongens kunnen u bij de bookmakers wél nog veel geld opleveren:

Vliegende Hollanders

Onze noorderburen deden het de voorbije jaren absoluut niet slecht. Lars Boom en Sebastian Langeveld zullen alweer de koers mee helpen openbreken, maar in de finale is er altijd eentje te sterk. De Nederlanders moesten in het verleden de concurrentie uit het wiel rijden, zoals Niki Terpstra nog met bravoure deed in Dwars Door Vlaanderen. Doorgaans missen zij in een sprint pure snelheid. Dat is vandaag niet langer het geval.

Moreno Hofland (22) is niet alleen snel, hij beschikt tevens over een grote motor. De Belkin-renner was in de jeugd wereldtop en tankte eind vorig seizoen zelfvertrouwen door samen met zijn ploegmaats de Ronde van Hainan te domineren. Zijn tweede plek in Kuurne-Brussel-Kuurne is waarschijnlijk slechts het begin van een indrukwekkende carrière.

Dylan van Baarle (21) miste zijn debuut niet, met een tiende plaats in het eindklassement van de Ronde van Dubai. Tijdens het Vlaamse openingsweekend was Nederlands grootste wielertalent door ziekte afwezig. Dat zal hem niet beletten om zijn kopmannen straks naar de kroon te steken. Van Baarle kan op meerdere terreinen uit de voeten, maar hij verkiest de kinderkopjes.

Danny van Poppel (20) was in 2013 de jongste Tourdeelnemer sinds de Tweede Wereldoorlog. Onlangs etaleerde hij zijn goede vorm met etappewinst in de Driedaagse van West-Vlaanderen. Wedstrijden boven tweehonderd kilometer gaan zijn petje vooralsnog te boven, toch is de ex-veldrijder in pakweg Dwars door Vlaanderen een gevaarlijke outsider.

Franse topgeneratie

Plots komen de Fransen weer bovendrijven. Sylvain Chavanel ontdekte als eerste zijn talent op de kasseien. Nadien volgden figuren als Damien Gaudin, Matthieu Ladagnous en Sébastien Turgot. Zelfs smoelentrekker Thomas Voeckler speelde plots voor de knikkers mee. In de jeugdcategorieën domineren de Fransen al een tijdje, nu breken ze ook bij de profs door. Frankrijk staat er terug: het talent schiet als kolen uit de grond.

Arnaud Démare (22) liet de voorbije twee seizoenen meerdere topsprinters zijn achterwerk zien. De renner van FDJ.com neemt met louter sprinten geen genoegen. In 2014 wil Démare uittesten hoe ver hij in de klassiekers komt. Zijn tiende plek in de Omloop Het Nieuwsblad was alvast veelbelovend. De Oude Kwaremont en Kemmelberg vormen dus geen onoverkomelijke obstakels.

Johan Le Bon (23) reed bij de juniores en beloften de concurrentie aan flarden, maar kreeg bij het kleine Bretagne-Schuller niet de perfecte begeleiding. Vorig jaar kwam Le Bon van de Vlaamse wedstrijden proeven. Deze maand kleurde hij mee de Omloop Het Nieuwsblad en Driedaagse van West-Vlaanderen. Het is wel afwachten hoeveel ruimte de hardrijder binnen het sterke FDJ.com krijgt.

Florian Sénéchal (20) barst van het talent. “Niet omkijken en trappen”, luidt zijn motto. De Cofidis-renner is met de Belgische wegen vertrouwd. Als junior kwam hij regelmatig naar ons land afgezakt, hij mocht bij Omega Pharma-Quick.Step stage lopen en reed in 2013 voor hun opleidingsteam. De neoprof is een Flandrien: beuken tegen de wind in, daar houdt Sénéchal van.

Rijpe Italianen

Na het afscheid van Michele Bartoli, Paolo Bettini en Andrea Tafi gaapte er een diepe kloof die Alessandro Ballan, Luca Paolini en Filippo Pozzato nooit hebben kunnen dichten. Plots beseften de Italianen dat ze ook in de jeugd moesten investeren. De inhaaljacht begint stilaan zijn vruchten af te werpen, al moeten rijpe tweederangsgarnalen voorlopig voor uitschieters zorgen.

Matteo Trentin (24) heeft de pech dat Omega Pharma-Quick.Step hem uitsluitend als werkmier beschouwt. Toch kan hij, door in een lange ontsnapping mee te schuiven, Tom Boonen, Mark Cavendish of Zdenek Stybar in een zetel zetten. Trentin bewees vorig jaar in de Tour de France dat hij koelbloedig genoeg is om het af te maken.

Sacha Modolo (26) liet na zijn vierde plaats in Milaan-San Remo 2011 de teugels vieren. Deze winter verliet hij zijn comfortabele omgeving en tekende de Italiaanse belofte een contract bij Lampre-Merida. Zijn sprinttalent is onmiskenbaar. Modolo liet de apenjaren achter zich en lijkt eindelijk te beseffen dat hij een mooie carrière kan uitbouwen, getuige daarvan zijn vier zeges dit seizoen.

Deense en Duitse raspaardjes

Lasse Norman Hansen (22) is een raspaardje. De Deen won al olympisch goud in het omnium en schitterde in de hoogst aangeschreven juniores- en beloftenwedstrijden. Hij finishte meteen als derde in de Ronde van Dubai, zijn eerste wedstrijd als prof. In de jeugdcategorieën worden Denen vaak als citroenen uitgeperst. Bij Hansen lijkt dat niet het geval. De Sagans en Kwiatkowskis van deze wereld mogen de borst voor deze allrounder nat maken.

Rick Zabel (20) torst een loodzware erfenis. Toch gaat de Duitser daar niet onder gebukt. Als eerstejaarsbelofte werd hij meteen Duits kampioen in die categorie. Vorig seizoen schreef Zabel de Ronde van Vlaanderen voor beloften op zijn palmares bij. Voorlopig ontbreekt het de zoon van ex-prof Erik aan inhoud, maar bij BMC stomen ze hem rustig klaar voor het grote werk.

© 2014 – StampMedia – Laurens Soenen


Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 29/03/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Extrasport.be op 31/03/2014