De inkt van het nieuwe regeerakkoord is amper opgedroogd, maar zoals steeds doen de beslissingen van de federale onderhandelaars heel wat stof opwaaien. De punten en komma’s zullen nog dagenlang de voorpagina’s van de kranten inpalmen. Als er evenwel één ding duidelijk is, dan is dat het oorverdovende gebrek aan een langetermijnvisie.

Het volledige regeerakkoord heb ik nog niet doorgenomen en zal ik de komende dagen ook niet tot in de fijnste details bestuderen. U kunt me dus gerust een ongefundeerde mening verwijten. Toch laten de flarden gelekte tekst weinig aan de verbeelding over. Het cijferfetisjisme van de regering-Michel moet de eigen achterban, het maatschappelijke middenveld en de Belgische burgers ervan overtuigen dat onze economie dankzij de nieuwe maatregelen weer zal aanzwengelen.

De centrumrechtse partijen hebben niet de minste moeite gedaan om te verbergen dat de federale onderhandelingen slechts één doel hadden: zich van de socialistische regering-Di Rupo distantiëren. Verenigd in de strijd tegen de Waalse PS waren de coalitiegesprekken voorbestemd om te slagen. Niet de bekommernissen van de kiezer, maar de consolidatie van de eigen machtspositie was de afgelopen vier maanden de belangrijkste drijfveer. Het politieke stratego was de kracht van verandering.

Kiezer in zijn blootje

Hoewel de regeringspartijen hun toekomstplannen vol vuur zullen verkopen, kan ik niet om de vaststelling heen dat hun verkiezingsprogramma geen conditio sine qua non was. Natuurlijk moet er bij coalitiegesprekken water bij de wijn gedaan worden, maar de kiezer wordt voor de zoveelste keer in zijn blootje gezet. Het verkiezingsspook blijft altijd aanwezig. Zelfs al lijkt 2019 nog veraf. De zogeheten volksvertegenwoordigers doen in de eerste plaats aan zelfbehoud.

Ik ben niet zo naïef om te denken dat het in de politiek ooit anders geweest is. Niettemin word ik horendol van het oorverdovende gebrek aan een langetermijnvisie. Vanzelfsprekend konden de onderhandelaars niet om de Europese richtlijnen, de economische realiteit en de beperkte regeerperiode heen, maar waren 135 dagen niet lang genoeg om verder in de toekomst te blikken?

Pensioenleeftijd

Iedereen is het erover eens dat de pensioenleeftijd omhoog moet. Ikzelf zie me (op dit moment) makkelijk tot mijn 67ste werken, hoewel ik mij nog op de arbeidsmarkt moet begeven. Als universitair student heb ik nu het voorrecht om vier jaar lang op kosten van de samenleving mijn talenten verder te ontwikkelen. Waarom zou ik dan niet enkele jaren extra aan mijn bureau kunnen zitten? Mijn generatiegenoten, die al vanaf hun 18de aan de slag zijn, denken daar hoogstwaarschijnlijk anders over. Hun arbeidscarrière zal wellicht veel langer en harder dan de mijne zijn.

Als vakantiejob heb ik twee weken lang aan de lopende band gewerkt. Eerlijk? Ik vond het vreselijk. Elke dag fysiek, maar vooral mentaal stikkapot naar huis. Dan is het ongelooflijk moeilijk om jezelf in je vrije tijd volledig te ontplooien. Dan staat politiek engagement niet op je prioriteitenlijstje. Dan besteed je niet zomaar een uurtje aan een opiniebrief.

Vanuit een ivoren toren is het gemakkelijk om de pensioenleeftijd omhoog te trekken. Met het argument dat de vergrijzing ingrijpende maatregelen vereist, zullen de regeringspartijen zich verdedigen. Nu, met een verhoogde pensioenleeftijd alleen zullen ze de toekomstige uitdagingen niet oplossen. Waar blijft de hervorming van onze stagnerende arbeidsmarkt?

De digitale revolutie en globaliserende economie zullen de komende decennia huidige jobs doen verdwijnen. Tegelijkertijd creëert die veranderende omgeving enorme mogelijkheden. Het zou zonde zijn om naar de zelfvoldane navel te blijven staren.

Hervormen vergt moed

Laten we het debat alsjeblieft niet uit de weg gaan. Hoe kunnen we bijvoorbeeld de verhouding vrije tijd en werk beter op elkaar afstemmen? Hoe kunnen we van de migrantenstroom gebruik maken om de economie een boost te geven en tegelijkertijd de integratie te verbeteren? Hoe kunnen we werknemers motiveren om zichzelf constant bij te scholen?

Hervormen vergt moed. Politici zullen nooit aan ieders wensen tegemoet komen. Toch zal de Belgische representatieve democratie zich opnieuw moeten uitvinden, wil ze haar burgers een betere toekomst voorspiegelen. Het is bijzonder triestig om te zien hoe zelfs discussies in het parlement het niveau van toogpraat nauwelijks overstijgen. Pleit ik daarom voor meer volksinspraak? Niet meteen, maar het lijkt me niet meer dan logisch dat een 21e-eeuwse samenleving 21e-eeuwse concepten verlangt.

Een duidelijk beschreven toekomstkader. Dat mis ik. Innovatieve ideeën. Daarop zit ik te wachten. Van abstracte cijfers zal ik vannacht niet dromen.

© 2014 – StampMedia – Laurens Soenen


Dit artikel werd gepubliceerd door Opiniestukken.nl op 09/10/2014