Enkele maanden geleden brak in Vlaanderen het vraagstuk los over ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen. Spil van de discussie: kunnen zwarte scholen dezelfde kwaliteit bieden als hun witte tegenhangers? De angst voor taalachterstand voedt de kritiek van tegenstanders.

De media stellen concentratiescholen meestal automatisch gelijk aan zwarte scholen. “Veel mensen denken dat concentratiescholen vooral leerlingen hebben die ‘van andere landen’ komen”, aldus minister van Onderwijs Pascal Smet. “Het omgekeerde kan nochtans ook. Zo’n onderwijsinstelling kan evengoed bestaan uit enkel blanke kinderen. Strikt genomen telt een concentratieschool veel kinderen met hetzelfde profiel.”

Zwart en wit

Het ministerie van Onderwijs in Vlaanderen publiceerde een lijst met kenmerken van de basis- en secundaire scholen, gebaseerd op de leerlingentelling van februari 2010. Op basis van deze gegevens krijgen onderwijsinstanties extra middelen en lesuren toebedeeld, in het kader van het ‘Gelijke Onderwijskansenbeleid’. Aan de thuistaal kan worden afgeleid welke scholen de grootste populatie aan anderstalige en allochtone leerlingen tellen.

Op Dreef, witste school

De gemeentelijke basisschool Op Dreef in Zelem is dan weer de witste school. Van de 265 leerlingen spreekt er geen enkele thuis een andere taal. “Zelem is een landelijk gelegen slaapdorp”, verklaart Pascal Colon, directeur van de school. “De stad biedt geen werk, laat staan goedkope woningen. Daarom telt deze school amper kinderen van allochtone afkomst.”

De Horizon, zwartste school

Basisschool De Horizon in Beringen is de zwartste school van Limburg. De 154 leerlingen hebben allemaal Turkse wortels. Naast hun thuistaal spreken 142 ouders ook Nederlands met hun kinderen.

Jos Wouters, directeur van De Horizon, vindt ‘zwarte school’ of ‘concentratieschool’ een respectloos begrip. “Misschien voer ik een verloren strijd, want iedereen gebruikt die benamingen”, zucht hij. “Onze school is een afspiegeling van de buurtpopulatie, wat niet wil zeggen dat kinderen van daarbuiten niet welkom zijn.”

Evolutie

Wouters ging in 1975 als leerkracht aan de slag in De Horizon. “In deze wijk woonden vooral mijnwerkers”, vertelt hij. “De school bestond uit kinderen van verschillende herkomst, men sprak toen nog van nationaliteiten. We hadden Italianen, Polen, Turken, Marokkanen, een paar Algerijnen en natuurlijk ook Vlamingen.”

Door een aantal factoren bleven er uitsluitend kinderen van allochtone afkomst over. “De mijnen sloten en de jonge gezinnen in de cité verhuisden. Gelijktijdig kwam er een instroom van Turkse gezinnen in de wijken.”

Witte vlucht

In de jaren tachtig kreeg de school te kampen met een witte vlucht. “Bij Nederlandstalige ouders leefde het idee dat een meerderheid van anderstalige kinderen afbreuk doet aan de onderwijskwaliteit. Ze verspreidden hun kinderen over andere scholen in de omgeving.”

Het negatieve imago blijft concentratiescholen achtervolgen. In 1999 verscheen er in Klasse Voor Leraren een artikel met de titel: ‘Witte vlucht, zwarte magie?‘. Het beschrijft het vooroordeel dat scholen met een hoog aantal allochtone leerlingen geen kwaliteit bieden.

Vooroordelen

“In de ogen van sommige ouders is de hoeveelheid leerstof een graadmeter voor de kwaliteit”, meent Wouters. “Ouders vermoeden soms dat hun kind elders meer kansen krijgt, al geven ze dat niet toe. Als een kind van school verandert, beïnvloedt dat de resultaten echter niet. Als het hier behoorlijke resultaten haalt of juist niet, zal dat in een andere school ook zo zijn.”

Dweilen met de kraan open

Sommige leerkrachten van witte scholen geloven dat in zwarte scholen het niveau lager ligt. “In een zwarte school maakt het verschil in taal dat er minder tijd overblijft voor de leerstof”, stelt Nathalie Butjens. Zij geeft les in het derde leerjaar van de gemeentelijke basisschool in Zelem, waar kinderen van allochtone afkomst een uitzondering vormen. “De leerkrachten werken waarschijnlijk even hard. Maar als wij onze eindtermen maar net behalen, hoe doen zij dat dan?”

Collega Linda Karremans staat in het zesde leerjaar en gaf ooit les aan een zwarte school in Brussel. “Ik had wel degelijk moeilijkheden om de eindtermen te behalen, omdat sommige kinderen de taal niet voldoende beheersten. In het onderwijs werk je differentieel. Je deelt de leerlingen op in verschillende groepjes, op basis van hun niveau. In een zwarte school heb je meer groepen nodig, omdat het niveau van kind tot kind erg verschilt. Hoe meer groepen, hoe moeizamer de coördinatie verloopt. In sommige concentratiescholen is het daardoor dweilen met de kraan open.”

Wiskundeknobbels

Kristel Thonissen geeft les in het zesde leerjaar in De Horizon. Ze heeft geen moeite om de eindtermen te behalen. “Ik heb echte wiskundeknobbels in mijn klas, en een groot aantal leerlingen gaat later naar de universiteit. Het niveau ligt niet lager, we pakken het onderwijs alleen anders aan. Bij een tekst zoeken we eerst naar eventuele moeilijkheden. We hebben meer tijd nodig om hetzelfde doel te bereiken. Al kunnen we altijd een tandje bijsteken. Kinderen uit witte scholen zijn vaak mondiger.”

Thonissen trekt zich niet veel aan van de kritiek. “Sceptici weten niet waarover ze spreken. ‘Vreemdelingen kunnen niets’, hoor ik vaak. Maar in mijn school zaten ooit Bulgaarse kinderen die op een jaar tijd degelijk Nederlands spraken. Ik put kracht uit alle kinderen die naar het middelbaar doorstromen.”

“Concentratiescholen kunnen perfect goed onderwijs aanbieden”, zegt minister van Onderwijs Smet. “Alleen aan de start hebben de kinderen het moeilijker. Een slechte beheersing van het Nederlands zorgt voor problemen. Zeker kinderen uit een taalarm gezin hebben moeilijkheden bij het volgen van de leerstof.”

Betere taaltests in zwarte scholen

Het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) onderzocht taalresultaten in zwarte en gemengde scholen. “Scholen met een witter publiek scoren niet hoger dan hun zwarte tegenhangers. Veel GOK-leerlingen behalen zelfs betere resultaten op de taaltests dan kinderen uit gemengde scholen”, verklaart onderzoekster Fien Loman. “Dat geldt ook voor Nederlandstalige kinderen in klassen met veel anderstaligen. Het negatieve beeld is onjuist.”

Aanpassingsprobleem in gemengde scholen

Loman koppelt meerdere oorzaken aan hogere resultaten in zwarte scholen. “In gemengde scholen hebben leerkrachten soms niet genoeg ervaring met anderstaligen. Bij een plotse instroom moeten ze zich aanpassen. In zwarte scholen heerst er een andere mentaliteit. Het personeel maakt er geen punt meer van”, meent Loman. “Zwarte scholen kunnen goed differentiëren en ondersteunen, terwijl leerkrachten in veel witte scholen soms dezelfde aanpak toepassen op alle leerlingen.”

Taalfouten bij ouders

Busra Bayram studeert Nederlands en geschiedenis aan de Katholieke Hogeschool Limburg in Diepenbeek. Ze begeleidt al drie jaar allochtone kinderen bij hun huiswerk. “Het is makkelijker om een tweede taal aan te leren, als je de moedertaal correct beheerst. Veel jongeren hebben die niet onder de knie. Ouders spreken beter geen Nederlands met hun kinderen als ze het niet goed kunnen. Dan nemen hun kinderen geen fouten over die er later moeilijk uitgaan”, aldus Bayram.

“De verandering van taal heeft ook een emotionele impact op het kind”, vertelt onderzoekster Fien Loman. “Als ouders plots Nederlands spreken terwijl ze dat anders niet doen, is dat heel vreemd voor een kind. Ouders moeten hun kinderen vertellen over allerlei dingen in de wereld, in de taal die ze het best beheersen.”

Moedertaal op school

Het gebruik van de moedertaal blijft een heikel punt. “In de klas horen kinderen meestal Nederlands. Maar op de speelplaats gebruiken ze vaak hun moedertaal. De leerkracht kan leerlingen niet om de haverklap verbeteren, als ze onderling geen Nederlands spreken”, zegt Loman.

Op dit moment onderzoekt het CTO in hoeverre scholen de thuistaal kunnen aanwenden in het onderwijs. “We weten al dat een goede kennis van de moedertaal een positieve invloed heeft op de Nederlandse taalvaardigheid. We kijken nu naar de langetermijneffecten van bijvoorbeeld lessen in de thuistaal.”

“Onze kinderen krijgen les in het Nederlands, maar de moedertaal is ook belangrijk”, onderstreept Hava Arabacioglu uit de ouderraad van De Horizon. “Als kinderen in het Turks niet weten wat een tafel is, kunnen ze dat ook niet uitleggen in het Nederlands.”

Kritiek ontmoedigt

Hava Arabacioglu zit samen met Nevin Cetin en Elif Ucar in de ouderraad. “De kritiek op de concentratiescholen voelt als een aanval op ons”, meent Nevin Cetin. “Vorig jaar kregen we nog de stempel zwarte school, nu zijn we al de zwartste. Waar gaat dat naartoe?” vraagt Cetin zich af.

“Concentratiescholen krijgen voortdurend negatieve publiciteit. Ze kunnen zich nooit laten horen”, vult haar vriendin Elif Ucar aan. “Onlangs gingen wij naar een vergadering van alle Limburgse oudercomités. Wij waren daar de enige ‘vreemdelingen’. Iedereen was verbaasd, omdat we zo veel moeite doen voor onze school! De kritiek wakkert ons engagement alleen maar aan.”

Vertrouwen van ouders

Schrijver Tom Naegels stuurde zijn zoontje Eli begin dit jaar naar een concentratieschool. Hij houdt een vurig pleidooi om als ouder voor de dichtstbijzijnde school te kiezen, in plaats van de zogenaamd beste school waar alle andere ouders naartoe trekken. Zijn beslissing veroorzaakte heel wat reacties. Vooral de taalkwestie blijft terugkomen.

Volgens lerares Kristel Thonissen in De Horizon moeten ouders de leerkracht vertrouwen. “Ik had eens een meisje in de klas dat als enige thuis enkel Nederlands sprak. Haar moeder woonde in deze wijk en had in eerste instantie weinig vertrouwen in de situatie. Ik kon haar geruststellen. De andere kinderen moesten wel Nederlands spreken en zij kende ook een paar Turkse woordjes. Dat was een fijn en probleemloos jaar. De toekomst van gemengde scholen hangt af van de goodwill van de ouders.”

Weerspiegeling van de samenleving

Mieke Van Hecke, de directeur-generaal van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO), vroeg zich in februari af of een sociale mix in de scholen haalbaar is. De definitie van zo’n sociale mix blijft onduidelijk. “Het is onbegonnen werk om een ideale samenstelling te bepalen. Elke school moet een weerspiegeling van de samenleving vormen, met zowel zwart als wit, arm en rijk”, verklaart minister Smet.

Verdeelde reacties

Waar sommigen ijveren voor een betere spreiding in het onderwijs, vraagt Jos Wouters van De Horizon zich af of dat wel nodig is. “Ongeacht waar je woont, overal moet de overheid de nodige levensvoorzieningen treffen. Onderwijs hoort daarbij.”

Volgens Pascal Colon, directeur van de Zelemse basisschool, moet de school zich schikken naar de omgeving. “Als dat zwarte gegeven daar geen deel van uitmaakt, hoeven ze zich daar niet mee bezig te houden.” Wel erkent hij de voordelen van culturele diversiteit: “In onze stad en onze school komen de kinderen minder in contact met andere culturen. Maar in het middelbaar onderwijs in Diest des te meer. Het is nooit goed om een eiland te creëren.”

© 2011 - StampMedia/ - Liesbeth Merckx


Dit dossier werd gepubliceerd door MO* - online op 20/06/2011
Dit dossier werd gepubliceerd door Gündem op 21/06/2011
Dit dossier werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 21/02/2011