Al te vaak opperen volwassenen dat tieners op korte termijn handelen, via de digitale weg. Hoe leggen jongeren afspraken vast? Klopt het dat ze afspraken niet naleven of waren vroegere generaties al even nonchalant? Jeugdwerkers, leraren en jongeren zetten hun visie uiteen.

"Wij wisten pas echt wat werken was", klinkt het bij vijftigplussers. "Maar de jeugd? Op hen moet je steeds wachten. Ze zijn nog niet veel gewoon. Later zullen ze wel anders piepen." Zien jongeren het leven inderdaad als een spelletje en komen ze daardoor met volwassenen in conflict? Of is de mentaliteit niet veranderd? En hoe speelt het jeugdwerk daarop in?

Regelmaat en fun

Vergaderingen bevorderen een goede samenwerking tussen jongeren. "Regelmaat en een zekere funfactor werken motiverend", meent Sarah Truyens, coördinator van JC Den Eglantier. "Onze concertwerkgroep komt iedere eerste vrijdag van de maand om 18 uur samen: eerst eten ze samen voor de gezelligheid en daarna vergaderen ze. Rond etenstijd hebben ze altijd tijd. Wel hebben we moeten zoeken naar een succesformule om jongeren te herinneren aan gemaakte afspraken."

Facebook, een schot in de roos

"Onze werkgroepen hebben allemaal een Facebookgroep", vertelt Truyens. "Wij sturen evenementsuitnodigingen via Facebook, een week of soms een dag vooraf. Jongeren checken Facebook dagelijks, e-mail lijkt passé." Volgens Katrien Crispeyn, communicatiemedewerker bij de Vlaamse Jeugdraad, verhoogt Facebook de efficiëntie: "Vroeger moest je iedere jongere met een telefoontje aanspreken, via Facebook kan je ze vlotter bereiken en meteen aftoetsen waarom ze al dan niet participeren. Je kunt bovendien vrienden van vrienden werven. Al onze groepen staan open voor iedereen."

Maar Facebook heeft ook nadelen. "Creëer je een evenement op Facebook, ligt de drempel om toe of af te zeggen lager. Sommigen klikken snel op 'ja', maar vergeten de afspraak", vertelt Crispeyn. Bovendien leidt Facebook jongeren te hard af. "Via Facebook en Twitter volg ik alles op de voet. Maar voor ik het weet, ben ik twee uur verder", vertelt Frederik Meulewaeter, student Politieke Wetenschappen aan de UGent, studentenvertegenwoordiger, presentator, lid van de jeugdraad, voorzitter van het scholierenparlement en tuin- en theaterliefhebber.

Duidelijke communicatie

"Jongeren hebben nood aan duidelijke afspraken. Als je precies omschrijft wat je van hen verwacht, stellen ze regels doorgaans niet in vraag", legt Jean-Charles Mattheessens uit, geschiedenisleraar aan het College van het Eucharistisch Hart te Essen. Via afsprakenbladen, het schoolreglement, mails en het leerplatform Smartschool communiceren scholen de afspraken naar de leerlingen toe.

De humaniora leert leerlingen stapsgewijs een agenda bijhouden, wat in het latere leven van pas komt. "Mocht ik al die krabbels en aantekeningen verliezen, ben ik dood", lacht Meulewaeter. "Gelukkig herinneren vrienden mij ook aan afspraken."

Belangrijk nieuws via sms

"Als de jongeren hun fiets moeten meebrengen, kondig ik dat niet alleen aan via Facebook, maar ook via sms", vertelt Chiroleidster Annnelies Van Aelst. "Ik stuur ook mails. Het maandelijkse programma maak ik op papier. Dat vind ik echt ontspannend, want op mijn werk gebruik ik de computer constant."

Afzeggen mag

"Jongeren onder elkaar reageren begripvol als een afspraak in het water valt", aldus Meulewaeter. "Alleen als iemand vaak afzegt, word ik boos", zegt Farah Ahaddour, studente Journalistiek. De meeste jongeren zeggen afspraken onder vrienden via sms af, en officiële afspraken telefonisch. "Dat is beleefder en persoonlijker, want ik wil nooit de indruk wekken dat ik het niet interessant vind", vertelt lerares lager onderwijs Joke Hendrix. Communicatiemedewerker Crispeyn ziet daarin geen graten: "We praten afwezige jongeren geen schuldgevoel aan en blijven hen op de hoogte houden van onze activiteiten."

Thuis kan alles

"Mama vraagt me via sms wanneer ik thuis ben voor het eten. Maar zelfs dan, met een warme maaltijd in het vooruitzicht, kom ik al eens te laat", lacht Meulewaeter. "Ik geloof dat ze dat doorheeft, want de voorbije maanden kreeg ik nooit direct eten op mijn bord." Ook Ahaddour veroorlooft zich het meest bij familie. "Als mijn zus en ik de trein moeten nemen, vertrek ik te laat en dan kunnen ze echt boos worden."
Bij de meeste jongeren gaat studie voor op vrije tijd. "Afspraken in verband met hobby's sneuvelen het snelst", zegt Meulewaeter. "Aan afspraken met vrienden hecht ik veel meer waarde, die las ik bijna nooit af." Voor Ahaddour geldt de regel 'eerst is eerst'. "Dan hoef ik nooit te twijfelen, tenzij ik per ongeluk twee activiteiten tegelijk plan."

Academisch kwartiertje, een trend?

Stiptheidsregels verschillen van organisatie tot organisatie. "Vergaderingen van de Vlaamse Jeugdraad beginnen op het exacte tijdstip", vertelt Crispeyn. "Laatkomers missen een stuk van de vergadering. De meeste mensen zitten dan ook tien minuten te vroeg aan tafel. Sommigen stromen later binnen, anderen vertrekken vroeger. Veel jongeren zetelen immers in diverse organisaties." Raadslid Meulewaeter komt dan ook nooit meer dan vijf minuten te laat.

"In de Chiro ligt dat anders", vertelt Van Aelst. "De leiding arriveert later dan vroeger. Een paar jaar geleden kwam de leiding om 13 uur, de leden om 14 uur, nu komen wij een uur later en begint de chiro ook tien minuten later. Laatkomers krijgen geen sancties: we roepen wel eens, maar daar blijft het bij. Vroeger moesten laatkomers van de leiding een halve euro in een pot steken. Met dat geld gingen we dan iets drinken. Maar nu komt iedereen later."

Hoe ouder, hoe stipter?

Opvallend genoeg houden jongeren zich strikt aan het afgesproken tijdstip bij afspraken met ouderen. "Als je wilt dat ze niet zeuren, moet je wel op tijd komen", lacht Van Aelst. "Ik heb het gevoel dat mijn ooms en tantes veel stipter waren dan ikzelf." Maar klopt dat wel? Huisarts Danielle Van Bruggen ziet geen verschil tussen vroeger en nu: "Stiptheid hangt vooral samen met opvoeding, niet met leeftijd. Nonchalante ouders hebben vaak nonchalante kinderen. Tachtigers dragen stiptheid hoog in het vaandel, maar bij vijftigers en zestigers voel je al een groot mentaliteitsverschil."

Over de vraag of jongvolwassenen afspraken beter nakomen dan adolescenten, zijn de meningen verdeeld. Volgens Truyens gaat stiptheid gepaard met maturiteit: "Hoe ouder jongeren worden, hoe meer waarde ze aan afspraken hechten." Crispeyn beweert dan weer het tegendeel: "Hoe jonger, hoe stipter. Ze wonen bij hun ouders en moeten laten weten waar ze naartoe gaan. Omdat ze afhangen van het openbaar vervoer, dringt een goede planning zich op."

Zichtbare evolutie?

Volgens Sanne Meersman, lerares Frans aan het Virgo Sapiensinstituut in Londerzeel, verhoogt de efficiëntie van de jongeren met de jaren. "Leerlingen van het eerste middelbaar krijgen wekelijks één uur studiebegeleiding. Ze leren hun werk plannen. Vroeger, in de eerste graad, begon ik nooit voor de examens te blokken, de leerlingen van nu doen dat wel."

Pelckmans meent dan weer dat intensieve begeleiding weinig uithaalt: "In sommige klassen hebben ze nooit hun boeken bij." Mattheessens ziet evenmin vooruitgang. "Net als twintig jaar geleden, slagen goede leerlingen ook zonder planning. Leerlingen hebben altijd al hun werk gepland als ze er anders niet kwamen. Als je hen een planning oplegt, beschouwen ze dat als kinderachtig. Alleen chaoten en hoogbegaafden die moeilijkheden krijgen, kan je helpen met studiebegeleiding. De rest leert met vallen en opstaan."

Overdreven flexibiliteit schaadt

Middelbare scholen spreiden de werkdruk. "In elke klas hangt een blad voor grote toetsen, met één toets per dag als maximum", vertelt Nicholas Van Laerhoven, leraar klassieke talen aan het Sint-Jan Berchmanscollege in Westmalle en Mol. Dit verhindert leerlingen het onderste uit de kan te halen. "Regelmatig moest ik een nachtje doorblokken", vertelt Meulewaeter. "Die spanning gaf een echte kick."

"Meer begeleiding vermindert de zelfredzaamheid", stipt Mattheessens aan. "De kloof tussen secundair onderwijs en hogere studies groeit. In mijn jonge jaren voelde ik de overgang tussen humaniora en universiteit amper, maar bij de huidige generatie is dit een wereld van verschil." "In het middelbaar komen jongeren niet in moeilijkheden als Facebook- en gsm-gebruik hen afleidt", voegt Bart Dejonghe, studietrajectbegeleider aan de K.U.Leuven, toe. "Aan de universiteit leidt te veel afleiding tot problemen. Dertig procent van de studenten Taal- en Letterkunde vindt geen balans tussen zelfstudie en vrije tijd." Op de arbeidsmarkt ligt dat anders. Het onderzoek 'War on talent' wijst uit dat bij de jongere generatie een goed evenwicht tussen werk en privé steeds nadrukkelijker op de voorgrond treedt.

Chaotische periodes

"Vooral vlak na de vakantie en voor de examens dreigt het wel eens mis te lopen", stipt Pelckmans aan. Ahaddour bevestigt dit: "Als ik een blokplanning maak, loopt het altijd slecht af." Andere jongeren stellen dat hun planning vooral in het honderd loopt tijdens de vakantie en de feestdagen.

Uitstel en excuses

"Meestal schieten jongeren te laat in actie", stelt Van Laerhoven. Meulewaeter bekent vervelende taken vooruit te schuiven. "Als studentenvertegenwoordiger sta ik vaak voor onverwachtse problemen. Aan externe druk geen gebrek." Ook Ahaddour geeft toe dat ze bij concentratieproblemen wel eens een smoes verzint.

Niet elk excuus wordt op begrip onthaald. "Ziekte vind ik een aanvaardbaar excuus", legt Pelckmans uit. "Ik zie wanneer een leerling zich niet goed voelt. Maar verhalen over de plotse dood van een huisdier lijken mij soms uit de lucht gegrepen, zeker wanneer de ouders die niet bevestigen."

Positief klimaat

Pelckmans heeft het gevoel dat jongeren zich enkel aan afspraken houden als het hen interesseert. "Jongeren die echt achter een project staan, plannen hun taken en komen afspraken na", verklaart Truyens. "Plannen is een leerproces en daarvoor moet je als jeugdwerker ruimte bieden. Boos worden helpt niet. Samen zoeken naar een werkbare formule om af te spreken des te meer."

© 2011 - StampMedia - Vincent Buyssens en Ellen Kil



Dit artikel werd voor het eerst gepubliceerd in Krax van juli/augustus 2011, p. 35
Dit artikel werd gepubliceerd door Bureau Coen (Nederland) op 27/07/2011
Dit artikel werd gepubliceerd door JeugdWerkNet op 01/08/2011
Dit artikel werd gepubliceerd door Apestaartjaren op 01/08/2011