Jeugdauteur Piet De Loof gaat in Mijn Vriend Hitler op zoek naar de puber die jaren later WOII zou starten en miljoenen mensen de dood injagen. Doet de titel u de wenkbrauwen fronsen? Ons ook.

Halverwege het interview met jeugdauteur Piet De Loof legt hij zijn hand op zijn boek dat tussen ons op tafel ligt. “Verdacht veel mensen staren naar de cover”, zegt hij lachend. “Misschien moeten we het maar omdraaien. Een lezer liet me weten dat hij er moeite mee heeft om dit boek in het openbaar open te slaan.”

Met 'Mijn Vriend Hitler' heeft De Loof inderdaad voor een provocerende titel gekozen. Eén die indruist tegen elk gevoel van walging en afgrijzen dat de naam van de Duitse dictator opwerpt, bij jong en oud. “Had mijn opa nog geleefd, dan had hij waarschijnlijk ook gevraagd waar ik in godsnaam met mijn hoofd zat.” 

Vanwaar dan die nood om dit boek te schrijven?

“Adolf Hitler was een enorm belangrijk man in onze geschiedenis, maar we weten zo weinig over zijn jeugd. De gewone biografieën hebben het nauwelijks over zijn tienerjaren. Hoewel er toen allerlei zaken gebeurd zijn, die van belang geweest zijn voor zijn ontwikkeling. Maar eigenlijk begon het, zoals al mijn boeken, uit belangstelling voor muziek. Het is bekend dat Hitler verzot was op Wagner. Toen ik daarna hoorde dat de man eigenlijk een mislukt kunstenaar was, raakte ik helemaal gefascineerd.”

Dus goot je de tienerjaren van één van Europa's bloedigste dictators in een boek voor jongeren.

“Ja, omdat mijn lezerspubliek op die manier een verhaal te lezen krijgt over Hitler toen die even oud was. Zodat tieners zich aan zijn leven kunnen spiegelen en inzien dat de jonge Adolf een beetje een speciale was, maar dat zij eigenlijk ook minstens één iemand kennen die op hem lijkt. Als zestienjarige was Hitler niet zo anders dan een andere tiener. Hij stelde zich dezelfde vragen over zijn studies, zijn talenten en zijn toekomst. Maar zoals veel jongeren besefte hij niet waar zijn ware talent lag. Hij had architectuur moeten studeren, maar deed dat niet. Uit koppigheid.”

En ondanks een vriend die hem dat meermaals aangeraden heeft.

“Ja, maar ik denk niet dat hij ooit oren gehad heeft naar wat August (Kubizek, jeugdvriend en hoofdpersonage in het boek, red.) te zeggen had. Gust was eigenlijk zijn allereerste publiek, dat naar hem luisterde in al zijn uitweidingen. En die vriend bewonderde hem ook, om alles wat hij kon en wist. Net daarom zou August hem zelden tegenspreken. Op die manier was hij niet de beste vriend voor Hitler.”

Beschouwde Hitler die jongen als een echte vriend of eerder als 'projectje' van wie hij het leven stuurde en kneedde?

“Op zijn manier zag hij August als een vriend. Ik geloof niet dat hij hem wilde kneden naar zijn idee. Al testte hij, onbewust, zijn talent voor redevoeringen uit op Gust, maar ook dat van manipulatie. Ik beschrijf bijvoorbeeld gesprekken waarin zijn vriend eigenlijk gelijk had, maar waar Hitler het gesprek zo weet te manipuleren dat August begint te twijfelen. Een gesprek met Hitler ging alle kanten uit en plots was hij meester van het gesprek.”

“Trouwens: Hitler heeft ook veel voor August gedaan. Hij overtuigde diens ouders om hem muziek te laten studeren in Wenen. Veel later heeft hij ook de studies van Gusts zonen betaald en hebben ze elkaar nog gezien toen ze naar de opera gingen.”

Hitler werd aanbeden in zijn gezin. August bood hem zelden weerwerk. Is in zijn tienerjaren de basis gelegd voor de man die hij later zou worden?

“Hij zag zijn zelfbeeld bevestigd omdat August een dutske was. Maar zelfs in de lagere school was hij het gewoon dat hij gelijk kreeg. De foto van de boekencover komt bijvoorbeeld uit een klasfoto. Hitler staat op de bovenste rij in het midden en met gekruiste armen. Zelfs als je niet weet wie dat kind is, valt hij meteen op. In de middelbare school veranderde dat. Daar was hij minder bijzonder en raakte hij gefrustreerd.”

Als we ons de vraag stellen of Gust Hitler had kunnen tegenhouden, kunnen we dan zeggen: 'Ja, als hij hem maar wat vaker had tegengesproken.'?

“Ik laat Gust zichzelf die vraag stellen, ook al weet ik niet of hij zich die ook echt gesteld heeft. Ik vind dat hij dat in elk geval zou moéten gedaan hebben. Maar goed, ik denk niet dat het hem gelukt zou zijn. Want stel dat-ie Hitler vaker had tegengesproken, had die hem misschien gedumpt. Want zo'n vriend zocht hij niet. Omgekeerd heeft Kubizek nooit echt afstand van zijn vriend genomen, ook niet na de oorlog.”

Dat is wel jouw verdienste: die idolatrie is aanwezig in het begin van het boek, maar verdwijnt nagenoeg naar het einde toe. Je haalde het propagandistische laklaagje eraf.

“De frustraties komen niet letterlijk aan bod in Augusts memoires, maar tussen de regels door merk je dat de spanningen wel eens opliepen in hun studentenkamertje. Twee kerels op een klein kamertje met een grote piano: het kan niet anders.”

Hoewel de jonge Hitler zo'n belangrijke politicus zou worden, is politiek opvallend afwezig in dit boek.

“Hij was op die leeftijd gewoon niet zo met politiek bezig. Hij was bijvoorbeeld absoluut geen jodenhater toen. Hitler was wel de typische krantenlezer, die wist wat er gebeurde en zich daarin opwond. Vandaag de dag zou hij misschien volop lezersbrieven schrijven. Hij zag wat er fout liep in de politiek en in de maatschappij, met verarming, overbevolking en massale immigratie.”

In se een politicus zoals het hoort: iemand die weet wat er leeft in de maatschappij en zelf de ellende heeft gezien of meegemaakt.

“Hij was inderdaad niet wereldvreemd en stond middenin de realiteit. Als je de woningnood aan den lijve ondervindt, in plaats van erover te lezen vanuit je villa in Schilde, dan maakt dat een verschil. Zeggen dat hij een politicus is, zoals er meer moeten zijn, is een brug te ver. ”

Ook al slaagt je boek erin de jonge mens achter Hitler te laten zien, toch vraag je je achteraf nog steeds af of het kwaad er van jongs af aan in gezeten heeft.

“Kan dat? Ik weet het niet. Hitler was vooral een irritante puber, zoals veel zestien-jarigen. Denk niet dat hij op straat rondliep, terwijl hij iedereen uitschold en omverduwde. Hij kreeg nooit tegenspraak en zat slecht in zijn vel. De man is geworden wie hij was door een ongelukkige samenloop van omstandigheden en toevalligheden.”

“Maar zoals zijn biograaf Volker Ullrich het stelt: 'We moéten Hitler als mens voorstellen. Het zou een vergissing zijn te denken dat hij een monster in persoon was.' Al die gasten die naar Syrië trekken: zijn dat monsters? Nee, die zijn geradicaliseerd, zij het in een ander milieu en op een andere manier. Hitler was ook geen monster, wél een oorlogsmisdadiger die monsterachtige dingen gedaan heeft.”

© 2015 – StampMedia – Gunther Malin

Recensie 'Mijn vriend Hitler':

In 'Mijn Vriend Hitler' (14+) reconstrueert jeugdauteur Piet De Loof het leven van de jonge Adolf Hitler, door de ogen van zijn beste vriend August Kubizek. Wie op basis van de titel een lofzang verwacht over de latere Duitse dictator, houdt het beter bij 'Mein Kampf'. En maar goed ook. In dit jeugdboek slaagt De Loof erin de lezer te doen vergeten dat hij het verhaal leest van een jongeman die zou uitgroeien tot jodenhater en oorlogsmisdadiger.

Hoewel het boek gericht is op een jong lezerspubliek, is het ook voor volwassenen meer dan aangenaam leesvoer. Al was het maar om een leemte te vullen in onze kennis over Hitler, namelijk over wie hij was als tiener. 'Had Kubizek zijn vriend Hitler kunnen tegenhouden?', klinkt het op het einde. Dat we daarop niet volmondig 'Ja' kunnen antwoorden, bewijst dat De Loof erin geslaagd is de geschiedenis niet zwartwit voor te stellen. Geen eenvoudige opdracht als je kiest voor zo'n beladen onderwerp.

Mijn Vriend Hitler (14+), door Piet De Loof. Uitgegeven bij Abimo. 200 blz. Meer info over de auteur op www.pietdeloof.com.



Dit artikel werd gepubliceerd door Knack.be op 04/04/2015