KORTRIJK - De eerste kringloopwinkel ontstond 22 jaar geleden in Antwerpen. Intussen zijn de winkels over heel het land verspreid. Op 19 oktober 2013 stelden ze op De Dag van de Kringloopwinkel allemaal hun pronkstukken voor aan het grote publiek.

Al bij het binnenkomen van de Kringloopwinkel in Kortrijk viel het grote aantal bezoekers op. Jongeren, volwassenen en kinderen, van elke generatie was er wel iemand aanwezig. Voor veel van hen was het de eerste keer om een kringloopwinkel te bezoeken. Om een extra goede indruk te maken, werden de mooiste goederen opgespaard. Geert Vereecke, werkleider van de Kringloopwinkel in Kortrijk, legt uit dat de doelgroep van de winkels zelf niet veranderd is: mensen die het financieel moeilijker hebben de mogelijkheid bieden om noodzakelijke levensgoederen goedkoop aan te kopen. Maar nu is de kringloopwinkel zodanig hip geworden dat studenten er hun kotmeubels kopen. Zelfs mensen die zich veel duurdere dingen kunnen veroorloven, bezoeken de kringloopwinkel voor de authentieke goederen.

Sociale werkplaats

Kringloopwinkels staan bekend voor de goedkope meubels, kledij en speelgoed. Wat veel mensen niet weten, is dat Kringloopwinkels ook sociale werkplaatsen zijn. “De winkel werd in het leven geroepen om mensen die niet in het normale arbeidscircuit tewerk gesteld kunnen worden toch aan een job te helpen”, verduidelijkt Geert Vereecke. “Dat is vandaag nog steeds zo. Bovendien verkleinen we de afvalberg door tweedehands materiaal te verkopen.”

Nederlands

Websites als Kapaza of Facebook bieden natuurlijk ook tweedehandse goederen aan. Toch ondervindt de kringloopwinkel daar geen last van. Volgens Geert Vereecke wordt er nog steeds evenveel verkocht als vijf jaar geleden. Hoe de toekomst er uitziet weet hij niet, maar blijven groeien en verbeteren is noodzakelijk. Dat wordt bevestigd door enkele moeders die vinden dat de kledij nog steeds duur is wanneer er een merklabel aanhangt. Nancy Derbeke vindt dan weer dat werknemers onderling Nederlands horen te praten.

Geert Vereecke erkent het feit dat medewerkers niet altijd Nederlands praten onder elkaar, maar de Kringloopwinkel zelf doet er alles aan om dit taalprobleem te voorkomen. “Mensen die het Nederlands nog niet volledig beheersen, worden aangebracht door het OCMW. Dat hoort bij onze doelstellingen. Door tijdsgebrek kunnen wij zelf geen lessen Nederlands organiseren, maar het OCMW doet dat wel. Als een werknemer iets niet begrijpt in het Nederlands, wordt dat uitgelegd in een andere taal. Wie aan de kassa werkt, moet het Nederlands uiteraard wel goed beheersen”, verduidelijkt Geert.

© 2013 – StampMedia – Emma Vanneste


Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 25/10/2013