(MO*) Stel u voor. De winter loopt ten einde, de dagen beginnen te lengen, maar de lente wil niet komen. Geen botten aan de bomen, geen kiemend zaad, geen ontluikend groen, alleen grauwe dode natuur. De bomen vallen om, de vogels zingen niet langer en de koeien houden op met melk geven. Hoe reageer je daarop als mens, als gemeenschap?
Daarover gaat Het vijfde seizoen, een film van Peter Brosens en Jessica Woodworth. Hoofdfiguren zijn Alice en Thomas, twee opgroeiende jongeren die elkaar en het leven ontdekken, en Pol en Octave, een rondreizende bijenkweker en zijn gehandicapte zoon die hun caravan in het dorpscentrum hebben geparkeerd. Het verhaal is sober en elementair gehouden: de cyclus van de seizoenen is volledig verstoord en de mensen in het Ardeense dorpje waar de film zich afspeelt zijn volkomen ontredderd. De beklemmende situatie zorgt voor een totale instorting: van de gemeenschap, de menselijke warmte, de vriendschapsbanden. Slechts enkele individuen blijven moreel overeind en houden zo een beeld van menselijke waardigheid overeind.
Wie eerder Khadak of Altiplano zag, weet dat deze regisseurs een eigen beeldtaal, een adembenemende symboliek en expressiekracht hebben ontwikkeld die hun films tot een beklijvend kunstwerk maken. Dat is zeker zo voor Het Vijfde Seizoen, een parabel neergezet met een uitzonderlijke visuele esthetiek. De drie films vormen een trilogie, waarin telkens de relatie tussen de mens en de immense natuur het centrale thema is. In Khadak is die setting Mongolië, in Altiplano is het de Andes, in Het Vijfde Seizoen een klein dorpje in de Ardeense Condroz, Weillen, op twee kilometer van waar de regisseurs wonen.
Spontaan denk ik bij het zien van de film aan de klimaatverandering maar is dat waarover jullie het willen hebben?
In Khadak en Altiplano gaat het telkens om de relatie tussen de mens en de natuur, meer bepaald over de agressie van de mens tegenover het milieu, de kwetsbare culturen, de mensen die in de steppen en de Andes wonen. De relatie van deze mensen met de natuur is heel anders dan die van de westerse mens. Daarom vonden we het interessant om in Het Vijfde Seizoen, dat zich hier in de Condroz afspeelt, de verhouding om te draaien en van de natuur het hoofdpersonage te maken. We wandelen veel want dat geeft inspiratie en tijdens zo'n wandeling, in volle winter, kwam ineens de idee op: "wat wanneer de lente nu niet meer zou komen?" De aarde blijft wel roteren rond de zon, het wordt wel warmer, maar de natuur blijft doods. Beetje bij beetje wordt duidelijk dat er niets meer komt. Er groeit niets meer, er bloeit niets meer, de vogels en de dieren sterven, de koeien weigeren melk te geven, er zijn geen bijen meer. Alles verdwijnt, tot de geluiden en de kleuren toe. Dat heeft onmiskenbaar een nefaste impact op de mensheid. We wilden dit situeren in een klein dorpje, ergens in Europa en opteerden uiteindelijk voor de streek waar we wonen, in de Ardennen, een plek die visueel heel sterk is.
Is die idee ingegeven door de ecologische crisis?
Inderdaad, maar het gaat ook over de manier waarop wij altijd naar de natuur hebben gekeken. Het Westen is er altijd van uitgegaan dat het de natuur kon managen en plots wordt die de ongrijpbare en onzichtbare vijand die we niet kunnen vatten. Het Westen heeft zich altijd op een antropocentrische manier geprofileerd ten opzichte van die natuur, de mens als middelpunt. Ik denk dat dit wat lichtzinnig en een illusie is gebleken. De natuur wint altijd. De essentie voor ons is dat we eigenlijk vergeten zijn dat we deel uitmaken van die natuur. "Man at war with nature, has forgotten that he is part of nature", was onze slagzin voor de film. En logischer wijze is hij dan ook in oorlog met zichzelf. Dat is ook te zien in de implosie van de beschaving, omwille van de druk vanuit de omgeving. Maar tegelijk begrijpen we ook niet meer door wat allemaal die implosie veroorzaakt wordt.
Welk soort research hebben jullie gedaan voor de film: rapporten gaan lezen over de impact van de klimaatwijziging, of filosofische essays over de relatie van de mens met de natuur?
We wonen nu tien jaar op die plek en hebben heel wat informatie verzameld door de gesprekken met de boeren. De rituelen uit de film bestaan nog geheel of gedeeltelijk. De wintervuren zijn nog zeer populair in onze streek, het zegenen van de bomen was verdwenen maar is aan het terugkeren. Voor dat immaterieel erfgoed hebben we professor Françoise Lempereur van de Universiteit van Luik onder de arm genomen. Een deel is fictie, maar je hebt natuurlijk een verantwoordelijkheid ten aanzien van de cultuur waarin je het verhaal situeert, in dit geval de Condroz. En er is het verhaal van de bijen. Maar verder hebben we vooral intuïtief gewerkt. We speelden thuis dit keer. Voor Altiplano, dat zich in Peru situeert, was de research heel wat moeilijker. In Mongolië had ik veertien jaar rondgelopen.
De reactie van de dorpsgemeenschap die zich bedreigd voelt, is ontstellend.
Mensen die zich bedreigd voelen, gaan ze op zoek naar een zondebok. Er moet een offer gebracht worden en daarbij is er een tegenstelling tussen de dol geworden massa die zich achter een masker verschuilt en de outsider in het dorp, de rondreizende bijenkweker Pol die opgeofferd moet worden om een einde te maken aan de rampspoed en verder onheil af te wenden. Daar tegenover staat het personage van Pol zelf, een filosoof die zijn academische carrière heeft stop gezet en zijn leven geheroriënteerd heeft om voor zijn gehandicapt kind te zorgen. Het is de tiener Thomas die de gehandicapte Octave op zijn schouders neemt en ermee vertrekt. Thomas is de enige in de gemeenschap die vrij is van egoïsme en de menselijke integriteit belichaamt, wat voor ons het enige teken van hoop is. Hij is de "angel of history". Het hoogtepunt van de film is niet de spectaculaire verbrandingsscène maar wat erna komt, het beeld dat baadt in stilte. En de communicatie tussen Alice, die gedwongen wordt om toe te kijken, en Pol. De contrasten tussen het reine en het onreine, het pure en het on-pure zijn belangrijk. Alice, die zich prostitueert, wordt gedwongen om toe te kijken en nadien wordt ze geschraapt met de borstel uit de stal, door haar moeder.
Op het einde passeren die twee jongens en roepen op haar, terwijl zij op de zolder ligt. Het is uitgesloten dat ze elkaar kunnen horen, maar toch is er communicatie. Het feit dat ook Octave daarop reageert, is een essentieel moment in de film.
Zoals in Altiplano zijn ook hier maskers heel prominent aanwezig.
Een masker dient soms om het zieke lichaam af te schermen. In de Middeleeuwen dacht men dat de pest werd overgedragen door vogels, vandaar de vogelmaskers in deze film. Zoals uniformen zijn maskers een manier om de individualiteit te ontkennen. Ook hier in de film gaat het niet om iets waarvan je iemand individueel kan beschuldigen, maar om een collectieve misdaad. Dat zijn ook de ergste misdaden. Een massa kan heel gevaarlijk zijn, vooral ook als daar een ideologie achter zit. De reuzen vonden we ook belangrijk omwille van de dimensie. De reuzefiguur, als pepe en meme met de koe, het oertype van boer, zien we eerst heel groot. Maar nadien komen ze terug en zien we hen naast de grote boom, aan de ingang van het bos, waar ze kleine poppetjes worden tegenover het immense bos. De grootheid van de mens wordt telkens verschrikkelijk klein tegenover de kracht van de natuur.
Het verhaal is een nachtmerrie. De enige kracht die mensen nog overeind kan houden, is tederheid, als antwoord op hoogmoed?
Vandaar ook die spiegelfunctie met Khadak en Altiplano. Als je kijkt naar de nomaden in de steppen en de gemeenschappen in de Andes, zij hebben een relatie met het landschap en weten dat er een bepaald evenwicht moet behouden worden. Ze zijn voor hun overleven heel erg afhankelijk van wat die aarde, pachamama, hen geeft. Automatisch – zeker in die zeer extreme omstandigheden- is er een groot respect voor het landschap, voor de aarde. De aarde geeft jou van alles, maar jij moet er ook respectvol mee omgaan, nederig en verantwoordelijk. Het Westen doet dit al lang niet meer en gaat erg gewelddadig om met de natuurlijke omgeving. Dit gaat niet over exotische faits divers maar over waarden die wij verloren zijn geraakt in de loop van de jaren. Die nederigheid is heel belangrijk.
Dit is geen gewone speelfilm, geen documentaire, eerder een filosofisch statement.
Film is voor mij, als filmmaker, een medium dat toelaat verwondering te evoceren. Als je teruggaat naar de oorsprong van de mensheid, dan lag verwondering mee aan de basis van de drie grote pijlers van de cultuur: wetenschap, godsdienst en kunst. En die verwondering dat heb ik destijds heel erg aangevoeld toen ik als achttienjarige de films zag van de Russische Andrej Tarkovsky. Ik verstond er niets van, maar ik was uit mijn zadel geblazen voor een week. Met de tijd heb ik ontdekt dat, net als muziek of andere kunst, film ook die kracht heeft om een bepaald gevoel te evoceren.
Het was heel moeilijk om deze film gefinancierd te krijgen. Dat heeft vooral te maken met het feit dat projecten worden goedgekeurd op basis van het scenario, en beoordeeld worden met eerder commerciële en zakelijke criteria. Dat is voor ons een grote handicap, daar past deze film niet in. De beelden die we creëren, de associaties waarmee de spanning wordt opgebouwd, het verband tussen de beelden en hoe je die met elkaar laat spelen, dat kan je in een script zelfs nog niet suggereren.
Op 23 januari komt Het Vijfde Seizoen, een film van Peter Brosens en Jessica Woodworth in de bioscoop. - www.thefifthseason.be
© 2013 - MO* - Alma De Walsche
Dit artikel verscheen eerder op MO.be en kadert in een samenwerking tussen StampMedia en een aantal onafhankelijke nieuwsmedia waaronder MO*.