Blanke blonde kindjes zijn de mooiste. Die opruiende titel van een column van Lies Verhoeven deed veel stof opwaaien, en werd massaal gedeeld op sociale media. StampMedia sprak met de auteur over haar werkervaringen, waar ze haar columns op baseert. “Het ontbreekt velen aan realiteitszin: diversiteit is de realiteit, en dat zal niet teruggedraaid worden.”

Lies Verhoeven is sociaal-cultureel werkster bij vzw D’Broej, die wil bijdragen tot de emancipatie van Brusselse kinderen en jongeren. De beslissing om Sociaal Werk te studeren, kreeg ze deels mee van haar grootvader. “Ik vertrok meer vanuit het culturele aspect van de opleiding, maar het sociale kreeg ik vooral van mijn opa mee. Hij was tijdens mijn jeugd een zeer actieve vrijwilliger bij een leefgroep van Bijzondere Jeugdzorg. Daarin leefden kinderen die om allerhande redenen tijdelijk niet thuis konden wonen. Hij ging helpen in de leefgroep, maar nam geregeld ook kinderen mee naar ons om te spelen. Voor mijn opa was het heel belangrijk dat die kinderen ook een zo normaal mogelijke opvoeding kregen. Na mijn opleiding heb ik ook eerst nog drie jaar gewerkt in diezelfde leefgroep.”

In haar column beschrijft Verhoeven hoe een collega van Congolese roots haar attent maakte op het begrip ‘white privilege’, en hoe we in een blanke wereld leven. “Dat zit allemaal zo diep in ons, blanke mensen, dat het werkelijk schandalig is. Alles en iedereen lijkt wit te zijn. En niet enkel qua huidskleur, maar ook qua kleine stomme dingen, die ons niet opvallen omdat wij vanuit ons blank referentiekader dingen op poten zetten. Zo geven we anderen het gevoel dat zij niet goed genoeg zijn en zich telkens maar moeten aanpassen aan de witte wereld waarin we leven.”

Het mantra

“In de media en op scholen wordt er nog veel te weinig aandacht geschonken aan diversiteit en de voorkeursrol van blanken. Ik vind het erg dat ik het zelf moet zeggen, maar ik besef dat ik in de metro nog nooit mijn identiteitskaart heb moeten tonen. In tegenstelling tot het groepje zwarte jongeren naast me dat zich hetzelfde gedraagt als ik. Ik heb ook nog nooit problemen gehad met een appartement te vinden, terwijl ik hetzelfde verdien als mensen die niet eens mogen gaan kijken of bij wie er telkens ‘iets tussenkomt’ als huisbazen weten dat het gaat om mensen met een andere origine. Ik merk bij veel van mijn blanke vrienden dat zij die realiteit ook niet inzien. Ze geven als tegenargument dat zij ook veel moeite hebben moeten doen en problemen hebben gekend in hun leven. En dat ís natuurlijk zeker het geval, maar in het algemeen gaat het volgens mij ietsjes vlotter als je niet telkens je identiteitskaart moet tonen.”

Kinderen zien geen religie of kleur, schrijft Verhoeven. Waar gaat het dan volgens haar “mis” in de overgang naar soms bevoordeelde volwassene? “Scholen en de media spelen daarbij een cruciale rol. Ook in de media is er stilaan verandering op til, maar het blijft primitief: een moslim mag over de islam komen praten, maar ze kunnen net zo goed over andere onderwerpen of expertises komen praten. Ook hier is het altijd dat ze in een bepaald thema moeten passen, anders wordt er steevast met blanken gewerkt. Onbewust lijkt het mantra om de nationaliteit van misdadigers enkel te benoemen als ze buitenlands zijn. Als het gewoon blanken zijn, gaat het om iemand die ‘tijdelijk ontoerekeningsvatbaar’ is.”

Vuilbakscholen

“Ik denk wel dat er ondertussen wat aan het veranderen is in een aantal scholen. Mijn vriend is leraar, dus ik houd zo vinger aan de pols. Veel leerkrachten zijn wel degelijk bezig met diversiteit in hun klas te krijgen door prentjes van kinderen met diverse origines te gebruiken, maar anderen doen het te sporadisch, bijvoorbeeld enkel in een themaweek rond diversiteit. Een afbeelding over ‘koken’ kan zeker ook divers zijn. Want lang niet enkel blanken koken, natuurlijk (lacht).”

Al is het nog niet allemaal peis en vree in de scholen van 2016: “Ik zie veel jongeren die hun school niet afmaken. Dat kan zijn door hun thuissituaties, of omdat ze op vuilbakscholen zitten, waar amper leermiddelen voorhanden zijn en waar de leerlingen absoluut niets aangeleerd krijgen. Hier in Brussel zijn er scholen die naast woensdagnamiddag ook op vrijdag ’s middags stoppen. Simpelweg omdat er geen leraren zijn. Een van mijn jongeren heeft een heel jaar lang geen Engels en Nederlands gekregen, maar het volgende schooljaar ging de les wel gewoon verder op het niveau van dat jaar. Ik krijg soms filmpjes van hen toegestuurd, met beelden waarin ze de hele les dansen en feesten. De leraar is er niet, of zit erbij en kijkt ernaar. Het is werkelijk een zeer groot probleem, en ik begrijp niet waarom dat geen topprioriteit is in het beleid van onze regeringen.”

Het schooljaar 2016 – 2017 is pas begonnen, maar hooggespannen verwachtingen voor wijzigingen van minister Crevits heeft Verhoeven alleszins niet: “Ik hoop dat er dit jaar iemand eindelijk op tafel zal durven slaan en de middelen over de verschillende beleidsdomeinen zal willen verdelen en onderwijs meer op de agenda komt. Ik snap ook niet waarom de overheid zo blind blijft investeren in defensie. We kunnen nieuwe gevechtsvliegtuigen kopen, maar vluchtelingen opvangen zou dan niet kunnen? Vreemde logica.”

Ook adviesraden en raden van bestuur bij bedrijven zouden gekleurder moeten zijn. Een oproep tot verplichte diversiteitsquota? “Goh, dat is een moeilijke vraag”, aarzelt Verhoeven. “Ik ben eigenlijk tegen alle quota, maar misschien zijn ze een goede tussenoplossing. Ik vind zeker niet dat mensen moeten worden aangenomen worden op basis van hun kleur of geslacht, maar wel van hun capaciteiten. Maar ook daar stel ik in het werkveld vaak vast dat mensen iemand als “de beste kandidaat” beschouwen als die persoon het beste past binnen het eigen referentiekader. En dat is niet goed, want zo werken we alleen maar met mensen die hetzelfde denken als wij. We zijn allemaal gelijk, maar wél allemaal op onze eigen manier, en die verschillen moeten niet weggemoffeld worden, integendeel. Ik ken een aantal moslims die gigantische klootzakken zijn. Zij profiteren van het systeem, zijn lui, onbeleefd, kijken neer op vrouwen, alle Belgen, … Ik ken ze, geloof me. Maar ik ken ook vulgaire Vlamingen, doorwinterd racistisch, die ook leven van stempelgeld terwijl ze best kunnen werken.”

Djellza & Jordy

De afgelopen dagen hebben twee jongeren op niet al te positieve wijze het nieuws gedomineerd: de Kosovaarse Djellza moet het land verlaten, na hier bijna zestien jaar te hebben geleefd. En dan is er nog Jordy, de jongen van negentien die van ontbering stierf in een tent in de Gentse Blaarmeersen.

“Djellza is een van de duizenden menselijke drama’s, waar wij naar kijken, maar waarin we niet handelen. Heb maar eens de pech dat je in het foute gezin of land geboren wordt. Ik geloof niet dat we het systeem van strikte grenzen kunnen blijven handhaven, waarin iedereen enkel in zijn eigen land geluk zou mogen zoeken. Als er iemand hulp nodig heeft, help je die persoon, ongeacht of die persoon naast je of aan het andere eind van de wereld woont. Ik wil gerust meer belastingen betalen als daarmee andere mensen geholpen kunnen worden, maar niet als daarmee bommen worden gekocht om andere landen te bombarderen.”

Over de dood van Jordy is Verhoeven niet geschrokken, en reageert ze koel: “Ons systeem is zo opgebouwd dat als je achttien bent, of soms al jonger, je niet meer thuishoort in Bijzondere Jeugdzorg en het onherroepelijk stopt. Je bent aangewezen op maatschappelijke werkers die ook onder steeds meer druk staan en met minder mensen meer mensen moeten zien te helpen. Ik vind het onwaarschijnlijk triest dat een land als België, met zoveel mensen die zich op de borst kloppen dat wij toch ‘de westerse waarden’ hoog in het vaandel dragen, niet in staat is om daar een oplossing voor te bieden. Ik heb vaak het gevoel dat mijn westerse waarden heel erg verschillen in vergelijking met die van andere mensen, en omgekeerd. Vaak wordt dat gebruikt als een symbool van vrijheid en gelijke rechten, maar dan in omgekeerde zin. Wij zijn vrij, maar jij dus niet. Denk aan de boerkinihetze: waarom mag een vrouw niet beslissen om een boerkini te dragen? Ik snap dat niet.”

“Ik denk dat veel politici te vaak vanuit de hogere klasse komen, en zo andere dingen over het hoofd zien. Zij vergeten dat het niet zo evident is om je drie verschillende kinderen naar drie verschillende scholen te sturen, omdat er niet genoeg plek is. Politici vertrekken te vaak vanuit een eigen realiteit dat niet overeenstemt met dat van de gewone mensen. Ze moeten aanvaarden dat diversiteit de realiteit is geworden, en dat dat niet meer teruggedraaid zal worden. En ze moeten leren beleid te maken voor iedereen, en niet enkel voor hun eigen achterban.”

Multiculti-Queen

Tot slot: Lies Verhoeven wordt naar eigen zeggen en ook volgens haar veelgelezen column Multiculti-Queen genoemd. “Dat is slechts een van mijn vele bijnamen”, bekent ze. “Maar het mopje achter deze naam is dat ik zogezegd transraciaal ben: ik ben een zwarte moslima gevangen in het lichaam van een blanke Vlaamse! (lacht) Ik ben een fiere Vlaamse, maar ik vind het zeer verrijkend om met mensen van andere culturen te praten. Zo lanceerde ik de Facebookpagina Flamaramadan, met als doel op een ludieke manier moslims en niet-moslims aan te sporen om samen te eten tijdens de Ramadanperiode, maar vooral om ook gewoon eens met elkaar te praten. Iedereen wéét dat moslims niet mogen drinken tijdens de Ramadan, het kan veel beter dan dat.”

© 2016 – StampMedia – Jonathan Hendrickx



Dit artikel werd gepubliceerd door DeWereldMorgen.be op 10/09/2016