Dit jaar is het zestig jaar geleden dat Congo onafhankelijk werd van kolonisator België. De geschiedenis van beide landen én inwoners zal altijd verbonden blijven. Onze reporter Lieven Miguel (26) vertelt over zijn meerlagige identiteit en zijn visie op dekolonisatie.
In 2020 is het exact zestig jaar geleden dat Congo zijn onafhankelijkheid verwierf. Als Belg van Congolese afkomst ben ik opgegroeid tussen beide culturen. Ik vind die combinatie een zegen. De Congolese cultuur heb ik van thuis meegekregen. De Belgische op school, via media en vrienden. Ik ben trots op mijn Congolese achtergrond: onze rijke cultuur, de muziek, onze heerlijke gerechten en unieke mode. Maar toch schuurt er iets.
Ergens weet ik dat ik nooit helemaal aanvaard zal worden in beide gemeenschappen omdat ik niet alles van beide culturen ken. Mijn zwarte huidskleur maakt het allemaal complexer. Sommige Vlamingen geloven nu eenmaal dat huidskleur en afkomst nog steeds cruciaal zijn om deel uit te maken van een gemeenschap. Is het niet logischer dat we allemaal uit lagen bestaan? Uit verschillende deelidentiteiten?
En zo leerde ik als Belg met Congolese roots: de kolonisatie van Congo door België was geen beschavingsmissie maar onderdrukking.
Gruwel in Congo
Mijn verhaal over de ontdekking van mijn eigen Congolese identiteit begon op school, met een simplistisch en eenzijdig verhaal over de kolonisatie. De Belg als zogenaamde redder van de onbeschaafde Congolezen. Daardoor werd mijn nieuwsgierigheid aangewakkerd. Ik begon documentaires over de politieke en culturele geschiedenis van Congo te raadplegen, dook in de geschiedenis van mijn ouders en sprak steeds vaker met oudere Congolezen.
Op een dag ontdekte ik dankzij een conversatie met zo’n oudere Congolees dat met de zweep slaan – de chicotte – een praktijk is die afstamt uit de koloniale tijd. Ik ontdekte dat als een Congolees niet deed wat de kolonisator wenste, hij van de zweep kreeg. Dat handen afgehakt werden. Dat zwarte vrouwen ontvoerd en verkracht werden. Bij deze verhalen voelde ik verdriet, frustratie en teleurstelling. En zo leerde ik als Belg met Congolese roots: de kolonisatie van Congo door België was geen beschavingsmissie maar onderdrukking.
Dekolonisatie begint bij het in vraag stellen van de aanwezige structuren. Dekoloniseren kent geen eindpunt. Het is een doorlopend maar allesbehalve evident proces.
Dekolonisatie
Ik kom nu in aanraking met witte mensen die de Congolese diaspora willen ondersteunen, door bijvoorbeeld een platform te bieden. Dat lijkt nobel, al blijf ik mij afvragen of het allemaal wel oprecht is? Ik heb het gevoel dat mensen met Congolese afkomst enkel en alleen gehoord mogen worden als het anderen toevallig goed uitkomt. Ons als waardevolle mensen én burgers zien, zonder vooroordelen, maakt deel uit van de echte dekolonisatie. Ons alleen een stem geven zonder concrete verandering, leidt tot wantrouwen en frustratie.
Dekolonisatie begint bij het in vraag stellen van de aanwezige structuren. Dekoloniseren kent geen eindpunt. Het is een doorlopend maar allesbehalve evident proces. Voor mij als Belg met Congolese roots betekent dekoloniseren, naast het durven in vraag stellen van de bestaande structuren, verandering doorvoeren zodat de minderheidsgroepen ook mee aan tafel schuiven.
Gelukkig zitten we niet stil. Sinds een tiental jaar zien we de opkomst van mondige stemmen binnen de diaspora, zoals Moussa Don Pandzou of Nadia Nsayi. Veranderingen zoals de inwijding van het Lumumbaplein in Brussel geven me hoop. Toch is de weg nog lang. Media en het onderwijs zullen met objectieve informatie en een gedekoloniseerd curriculum een grote rol moeten spelen in de weg naar een inclusieve samenleving.
Dit artikel werd gepubliceerd door De Nottebohmkrant in maart 2020