In een recent onderzoeksrapport roept Amnesty International de Egyptische overheid op om gerechtigheid te realiseren voor slachtoffers van de revolutie. Tijdens de massale protestacties eerder dit jaar kwamen minstens 840 mensen om het leven. Het aantal gewonden liep op tot in de duizenden.

"Het is essentieel voor de nabestaanden en de samenleving in zijn geheel om exact te weten wat er is gebeurd tijdens de 18 dagen van verzet", zegt Lore Van Welden van Amnesty. "Veel ouders weten niet wat er met hun kinderen is gebeurd. Wie heeft er bevel gegeven om te schieten? Welke mensen werden onterecht gearresteerd? Wat heeft er zich afgespeeld in de gevangenissen? We weten dat er grote chaos heerste en dat veel mensen zijn gedood. De gevallen van buitensporig geweld moeten ten gronde onderzocht worden zodat de Egyptische maatschappij dit trauma kan verwerken." Het nieuw Amnesty-rapport brengt misbruiken aan het licht die de Egyptische veiligheidsdiensten tijdens de protesten hebben gepleegd.

Wachten op gerechtigheid

Ongeveer 20% van de Egyptische bevolking heeft deelgenomen aan de betogingen, de slachtoffers zijn een doorsnee van de maatschappij: mannen, vrouwen, ouderen en jongeren. Sommige Egyptenaren moesten na hun arrestatie voor een militaire rechtbank verschijnen, dit druist in tegen de fundamentele beginselen van een eerlijk proces. Veel slachtoffers meldden Amnesty dat ze werden gemarteld door militairen.

In februari verklaarde de Egyptische overheid dat ze de familieleden van dodelijke slachtoffers financieel zou vergoeden. "Je kan mensen niet enkel sussen met geld", vindt Amnesty, "Ze moeten ook weten in welke omstandigheden de slachtoffers zijn gestorven. Bovendien moet er ook iets gedaan worden voor de zwaargewonden en de folterslachtoffers. Bij elk dossier moet er rekening worden gehouden met de individuele omstandigheden."

Historische rechtszaken

Tijdens het dertigjarige bewind van Moebarak vonden er weinig mensenrechtenprocessen plaats. Bovendien waren er nooit hooggeplaatste functionarissen bij betrokken. Op 21 mei 2011 moest de oud-minister van Binnenlandse Zaken, Habib Al-Adli, voor de rechtbank verantwoording afleggen voor het doodschieten van demonstranten. Nadat er schermutselingen waren uitgebroken tussen advocaten en veiligheidsambten werd zijn proces tot eind juni uitgesteld. Ook de voormalige Egyptische president Moebarak die op 11 februari aftrad, wordt aangeklaagd. "We vinden dit zeer positieve stappen", vertelt Van Welden, "Maar de overheid moet verder gaan dan dit. Het leger mag haar eigen misdaden niet onder de mat vegen. Niet alleen de misdadigers, maar ook de misdaden – zoals folterpraktijken - moeten worden berecht."

Afzweren van folterpraktijken

Amnesty roept de Egyptische overheid op om financiële, medische en psychologische begeleiding te voorzien op maat van de schade van de slachtoffers. Voorts moeten de Egyptische leiders tonen dat ze de internationale wetten inzake wapengebruik en geweld respecteren. Het is belangrijk dat ze folteringen publiek afzweren en het recht op een eerlijk proces verzekeren. Alleen zo kunnen zij het vertrouwen bij de bevolking herstellen.

© 2011 - StampMedia - Marieke Van Cauwenberghe


Dit artikel werd gepubliceerd door Gündem op 30/05/2011
Dit artikel werd gepubliceerd door MO* - online op 30/05/2011