Van de avenues van Washington DC naar het kloppende hart van Europa. Sinds 21 april van dit jaar is geen eurocommissaris meer veilig voor de Europese tak van het geprezen Amerikaanse nieuwsmedium Politico. “In volle Griekse crisis zijn wij op het perfecte moment in Brussel geland.”

Vanaf de vijfde verdieping van Wetstraat nummer 62 kijkt journalist Laurens Cerulus schuins naar beneden. “De communicatiedienst van de Europese Unie”, legt hij uit. “Handig om ze zo dichtbij te hebben maar of zij ook tevreden zijn met hun nieuwe buren is een ander paar mouwen. Aanvankelijk trokken ze de gordijnen dicht tijdens vergaderingen, je weet maar nooit met zo veel journalisten aan de overkant.”

Of politiek Europa enigszins blij is met de komst van een van Amerika’s snedigste webistes naar Brussel is maar zeer de vraag. Gesticht in 2007 door ex-The Washington Post-journalisten John F. Harris en Jim VandeHei en media-ondernemer Robert Allbritton, maakte Politico al snel naam en faam in de VS als de frisse wind die door de politieke verslaggeving in Washington DC waaide.

Met dagelijkse online stukken over de achterkamertjes van het Witte Huis tot politieke verhalen met een kwinkslag, groeide het medium in no time uit tot een van de vlaggenschepen in de Amerikaanse Wetstraatjournalistiek. “En als het model werkt in Washington, waarom dan ook niet in Brussel?”, luidde het in de VS. Politico Europe was geboren.

Europa is weer interessant

“Europa een ver-van-ons-bed-show?” Laurens Cerulus, die zijn job als journalist bij de de concurrerende website EurActiv meteen opgaf voor een plek op de nieuwe Politico-redactie, schudt zijn hoofd lichtjes. “Dat is in het verleden inderdaad vaak een probleem geweest maar de jongste jaren is die gedachte, naar mijn aanvoelen, fel verminderd. Sinds de financiële crisis in 2008 en al de daaropvolgende crisissen, is het belang van Europa enkel maar gegroeid en staat de Unie ook steeds meer in de kijker bij de nationale burger.”

“Gezien al de problemen die Europa kent, is de timing van de komst van Politoco Europe nagenoeg perfect. Net voor het uitbreken van de Griekse crisis zijn wij op het perfecte moment in Brussel geland”, lacht Cerulus. “Journalistiek is op dit vlak erg cynisch, want ook de huidige vluchtelingencrisis is daar een voorbeeld van. Het zijn zaken die Europa definiëren en ons zo heel wat werk geven.”

Diverse bril

Iets wat de Politico-redactie dan weer definieert is de verscheidenheid aan journalisten. Want ook al ligt het strakke designkantoor recht in het hart van België, Cerulus is zowat de enige Belg die er rondloopt en spreekt ook al zijn collega’s in het Engels aan. “We hebben hier een heleboel nationaliteiten onder wie enkele Amerikaanse journalisten die hun strepen al verdiend hebben bij media als The New York Times, The Economist of Reuters maar evengoed enkele Australiërs, Italianen, Britten en Fransen”, vertelt Cerulus. “Het voordeel van zo’n diversiteit is dat onze berichtgeving niet gekleurd wordt door nationale belangen. Wij hangen ook geen enkele ideologie aan en zijn niet gebonden aan een of andere partij. Doordat al die factoren niet meespelen kunnen we Europa bekijken in een veel breder perspectief dan bepaalde nationale media.”

Amerikaanse bril

Brussel is uiteraard Washington DC niet en dus is Politico Europe ook niet zomaar het tweelingbroertje van politico.com . “Kun je de Europe politiek hetzelfde behandelen als de Amerikaanse?”, Cerulus trekt zijn wenkbrauwen op. “Neen, in de VS ligt de focus van de pers meer op de personaliteit van de politici. Dat is in Europa anders, veel mensen kennen wel Juncker achter het spreekgestoelte maar niet achter de ontbijttafel. Daarnaast kunnen de media ook lustig teren op het politieke conflictmodel dat het tweepartijensysteem in de VS is. De Europese Unie daarentegen is een concensusmodel waar 28 belangen van tel zijn.”

Dat er een (stille) oceaan van verschil is tussen het Amerikaanse en het Europese politieke systeem, kan ook Ginger Hervey bevestigen. De 20-jarige journalistiekstudente van de University of Missouri volgt enkele maanden stage op de redactie van Politico Europe en werd als complete leek in het EU-wereldje gesmeten.

“Als Amerikaanse buitenstaander heb ik me echt moeten aanpassen”, vertelt ze. “Mensen in de VS weten doorgaans vrij weinig over de EU. Ze horen het nieuws over de Griekse crisis of de bootvluchtelingen wel passeren maar daar blijft het dan ook bij. Juncker of Tusk? Neen, die kennen ze niet, laat staan dat ze al de verschillende instellingen kennen. Het grootste deel van mijn tijd hier bestaat erin me in te lezen in die enorme verscheidenheid aan Europese instanties en me in te werken in de Europese bubble.”

Ziekte van de bubble

Het inwerken in de Europese bubble was een van de uitdagingen van het startende Politico Europe. Het wil niet te ver verzeild te geraken in het wereldje. “Erg veel mensen in Brussel raken verstrikt in de bubble”, zucht Cerulus. “Journalisten, politici, woordvoerders, ze worden samen opgesloten in dat kleine wereldje van de Europese politiek en nemen ook allen het EU-jargon aan. Dat wil Politico niet. Als je als journalist vastroest in een systeem, kun je niet meer origineel uit de hoek komen. Een mooi voorbeeld is Tara Palmari die van de New York Post naar onze redactie in Brussel kwam en zich meteen met een grote mond en originele ideëen in die bubble knokte. Dat is waar Politico voortdurend naar op zoek is. Mensen met ballen die het anders aanpakken dan de rest!”

Nieuwe Watergate

Ondertussen razen de auto’s door de drukke Wetstraat. Cerulus kijkt door het raam dat uitzicht geeft op de skyline van Brussel. “Het is toch ongelofelijk dat er zoveel Belgische krantenredacties op een steenworp van Brussel zitten en dat niemand investeert om nu echt eens te gaan uitdokteren wat er gaande is in dit deel van de stad. Niemand durft er hier voor te gaan en dat is een gemiste kans. Denk maar eens na: hoeveel geld, macht en lobbywerk is er wel niet in Brussel? Op dat niveau moet er haast wel een Europese Watergate zijn, en dat gaan wij ontdekken. Die kansen grijpen die anderen niet eens zien, dat is onze raison d’être.”

© 2015 – StampMedia - Jef Cauwenberghs


Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 06/11/2015