Taavi Rõivas won met zijn Hervormingspartij (Eesti Reformierakond) de Estse parlementsverkiezingen. De 35-jarige politicus wordt de jongste regeringsleider in de Europese Unie. Hem wacht nu de zware opdracht om het versplinterde Estse politieke landschap te lijmen.

De Hervormingspartij van ad-interimpremier Taavi Rõivas kwam op zondag 1 maart, ondanks licht zetelverlies, als overwinnaar uit de Estse verkiezingsstrijd. In de peilingen vooraf leek de Russisch gezinde Centrumpartij met de meeste stemmen te gaan lopen, maar uiteindelijk kwam ze drie zetels te kort om de grootste partij in de Riigikogu, het Estse parlement, te worden.

Door de dreigende buur Rusland stond nationale veiligheid voor het eerst sinds de val van de Sovjet-Unie weer hoog op het prioriteitenlijstje van de Esten. “De Hervormingspartij profileert zich duidelijk pro-Europees, terwijl de Centrumpartij een groot deel van de Russische minderheid in Estland achter zich heeft en goede relaties met het Kremlin nastreeft”, vertelt de politieke consultant Matis Joab.

“Niet zoals in België”

Ondanks een keuze voor Europa en continuïteit, gaat Estland een onzekere toekomst tegemoet. De breuklijnen tussen de traditionele partijen tekenen zich na een harde campagne scherper dan ooit af. Bovendien hebben de Vrije Partij en Conservatieve Volkspartij het politieke spectrum dooreengeschud. Met acht procent van de stemmen sprongen beide partijen voor het eerst vlot over de kiesdrempel. Hun anti-establishmentretoriek sprak vooral ontgoochelde kiezers aan.

Door de versplintering van het politieke landschap wacht Rõivas een lastige coalitievorming. “De voorbije vier jaar heeft de Hervormingspartij enkele partners tegen zich in het harnas gejaagd. Ex-premier Ansip gooide Pro Patria & Res Publica uit de regering en haalde de sociaaldemocraten aan boord. Daarnaast sluit de Hervormingspartij samenwerking met de Centrumpartij uit. De volgende coalitie moet dus zeker uit drie partijen bestaan. Ik verwacht niet dat ze er zoals in België 541 dagen over zullen doen, maar de huidige situatie is voor Estland behoorlijk ongewoon”, aldus Joab.

Jongste EU-premier

Er bestaat in elk geval weinig twijfel dat Rõivas zich binnenkort de jongste premier in de Europese Unie mag noemen. De 35-jarige politicus stond in aanloop naar de verkiezingen al ad interim aan het hoofd van de regering, toen Andrus Ansip als vicepresident in de Europese Commissie zijn functie van eerste minister moest neerleggen.

“Op 4 april nam hij de fakkel over en veroverde meteen de harten van de Esten. Hij is jong, dynamisch en komt met zijn vriendin Luisa Värk, een bekende zangeres, vaak in de media. Jongeren kunnen zich gemakkelijker met hem dan met een politicus van middelbare leeftijd vereenzelvigen”, zegt Kaisa Ruumet, voorzitster van de jongerenorganisatie AEGEE Tartu.

Ervaring

Ondanks zijn jonge leeftijd is Rõivas gepokt en gemazeld in het politieke spel. Als student adviseerde hij de minister van Justitie, als prille twintiger werd hij burgemeester in een district van de hoofdstad Tallinn en tot voor kort was hij minister van Sociale Zaken. “Hij kan met andere woorden op vijftien jaar politieke ervaring terugvallen. Rõivas weet wel degelijk waar hij aan begint en pleit zelf voor verjonging”, legt Joab uit. “Waarschijnlijk zal hij een jonge ploeg rond zich verzamelen. Onze huidige en wellicht toekomstige minister van Onderwijs bijvoorbeeld is amper 29.”

De Hervormingspartij trekt ook duidelijk de kaart van de jeugd. “Haar jongerenpartij wordt actief in de beleidsvorming betrokken. Een van de verkiezingsbeloftes is een grondige hervorming van het onderwijssysteem. Bovendien wil ze jonge gezinnen financieel ondersteunen. Het kindergeld is onlangs van 19 naar 45 euro per kind gestegen. Voor arme gezinnen is dat bedrag zeker nog niet voldoende, maar de komende vier jaar wil de Hervormingspartij de Estse jongeren een extra duwtje in de rug geven”, zegt Ruumet.

e-Estonia

Het was overigens van 1995 geleden dat de opkomst voor de parlementsverkiezingen zo hoog lag. Maar liefst 65% van de bijna anderhalf miljoen Esten bracht zijn stem uit. Opvallend is dat een derde van de stemmers al voor de verkiezingszondag via het internet hun keuze gemaakt had. “Estland ontwikkelt zich enorm snel op technologisch gebied. Dankzij de nauwe samenwerking tussen de regering en de proactieve ICT-sector kreeg ons land de bijnaam e-Estonia”, vertelt Ruumet. “e-Diensten zijn vandaag voor de meeste burgers routine. Bankieren, belastingen of gezondheidszorg, alles gebeurt online. Bovendien kunnen buitenlanders sinds vorig jaar het e-burgerschap aanvragen, waardoor ook zij van een aantal Estse diensten gebruik kunnen maken.”

De Estse jeugd kijkt dan ook hoopvol naar de toekomst van haar moderne staat. “Veel jongeren verwachten in eerste instantie een gestage economische groei door investeringen in onderwijs en milieu. Daarnaast denken ze dat Estland zich nog meer op Europa zal richten en meer inspraak in internationale organen zoals de NAVO zal krijgen. Enerzijds blijft Estlands nationale erfgoed ook voor hen erg belangrijk, anderzijds geloven ze volop in de technologische innovatie”, besluit Ruumet.

© 2015 – StampMedia – Laurens Soenen


Dit artikel werd gepubliceerd door MO* - online op 11/03/2015