Als politiek project is de EU amper een halve eeuw oud, maar Europa is gebouwd op de fundamenten van twee millennia geschiedenis. Voor sommigen een grenzeloos gedrocht, voor anderen blijft ze de beschermvrouw van de vrijheid en de vrede.
Europa werd niet geboren in Parijs of Berlijn, zelfs niet in Brussel, maar in het verre Fenicië, het huidige Libanon. Daar trok de dochter van koning Agenor de aandacht van de Griekse oppergod Zeus. Maar die was getrouwd. Om zijn echtgenote Hera om de tuin te leiden, veranderde hij zichzelf in een witte stier en voerde de jonge prinses Europa op zijn rug mee naar Kreta, waar hij zijn ware gelaat toonde en haar verkrachtte. Zwanger en alleen liet hij haar achter. Ook Europa kan dus zeggen: #MeToo.
Aan de wieg van een continent
Van een verkrachtingsslachtoffer zou Europa uitgroeien tot de oermoeder van de democratie. Een van haar drie zonen werd koning Minos, de heerser van het labyrint en de Minotaurus. Zijn beschaving zou aan de grondslag liggen van het Oude Griekenland, de bakermat van de democratie. Als eersten gebruikten de Grieken de naam 'Europa' om naar hun deel van de wereld te verwijzen. Ze trokken tot aan de kust van het huidige Spanje en Frankrijk.
De Romeinen zagen het nog grootser. Hun rijk omvatte zowat de helft van wat we vandaag kennen als het werelddeel Europa. Na de val van het Romeinse Rijk verkruimelde het gebied tot een verzameling regio’s en stadstaatjes. Oorlog en conflict waren schering en inslag. Van eenheid was geen sprake, van vrede nog minder.
Met de opkomst van de natiestaten in de 19de eeuw werd de kaart hertekend en de basis gelegd voor de bloedigste decennia van onze geschiedenis.
Naar eenheid in verscheidenheid
Met de opkomst van de natiestaten in de 19de eeuw, werd de kaart hertekend en de basis gelegd voor de bloedigste decennia van onze geschiedenis. De landen waren dan wel eengemaakt, onderling was er veel onenigheid. In 1914 werd het continent verscheurd door de Grote Oorlog.
Al snel volgde een tweede ronde van bloedvergieten. Toen de rook optrok in 1945, leek de euro eindelijk te vallen: samenwerken was beter.
Van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (1952) – een verbond tussen Frankrijk, West-Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg – en de Europese Economische Gemeenschap (1958), ging het in 1993 naar de Europese Gemeenschap. Op dat moment stond de teller op 12 lidstaten. Na de val van de Sovjet-Unie lonkten ook de Baltische staten en voormalige Oostbloklanden naar Europa. In 2009 werd de EG de EU, een unie met 27 lidstaten. Nummer 28, Kroatië, werd in 2013 de voorlopig laatste in de rij.
Terug naar af?
In 2016 rolde er een schokgolf door Europa. Het Verenigd Koninkrijk besloot om na 46 jaar afscheid te nemen van de EU. Die zou te duur, te traag, te ondemocratisch, te inefficiënt zijn. In de nasleep van het Brexit-referendum gingen de ontevreden stemmen steeds luider klinken. Een Nexit voor Nederland, een Frexit voor Frankrijk, een Vlexit voor Vlaanderen.
Het euroscepticisme staat sterker dan ooit. Europa lijkt weer af te glijden richting nationalisme: eigen land eerst. En tegelijk blijft ook het geloof in vrijheid, gelijkheid en democratie groot.
Op maandag huilt Europa om het verlies van de Notre-Dame in Parijs, symbool van een gedeelde cultuur. Op dinsdag probeert Theresa May haar land uit de klauwen van de EU te worstelen. En zo overleeft Europa zichzelf.