De Vlaamse overheid investeert ruim 300.000 euro in toeristische Limburgse logies. Ondanks de crisis en de daarbij horende besparingen is het volgens minister Bourgeois belangrijk om toeristische troeven te blijven ondersteunen.

De toeristische sector is in Limburg big business en dat heeft de Vlaamse regering goed begrepen. De provincie hoeft dus geen budgettaire beknotting te vrezen als het op recreatief beleid aankomt. Recent liet Vlaams minister van Toerisme Geert Bourgeois weten dat de Vlaamse overheid 301.066 euro in de verdere uitbouw van kwalitatief hoogstaande Limburgse logies investeert. Voor heel Vlaanderen bedraagt de financiële steun aan de toeristische sector 588.085 euro.

Geen rem

De recreatieve sector is volgens Bourgeois goed voor maar liefst vijf procent van het bruto nationaal product. "De Vlaamse regering mag dan wel besparingen doorvoeren, maar dat gebeurt vooral op het overheidsapparaat. Het is niet de bedoeling dat we een rem gaan zetten op sectoren die zulk een grote bijdrage leveren aan onze economie", aldus Bourgeois.

Task Force

Bovendien gelooft de minister dat het toerisme binnen Limburg een opvangnet kan bieden voor de massaontslagen van onder meer Ford Genk. "Toerisme is een arbeidsintensieve sector waar men vaak handen tekort komt. In de werkgroep Task Force Limburg zullen zeker de extra job mogelijkheden binnen de branche besproken worden." Deze Task Force bestaat uit o.a. leden van de Vlaamse en de federale regering, de provincie, de stad Genk en vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. De Task Force zal voor het eerst bijeenkomen op 11 december.

Mijnverleden innovatief gevierd

Limburg is zo waardevol voor de overheid omdat het onder één van de twee belangrijkste componenten van het toerisme in Vlaanderen valt. "De kunststeden en groene zones zijn bijzonder populair bij binnen- en buitenlandse vakantiegangers. De groene zones met de meeste troeven zijn tegenwoordig de kust en Limburg." Minister Bourgeois wijst op de innovatieve wijze waarop het mijnverleden van de provincie in stand gehouden wordt. Het fiets- en wandelknooppuntennetwerk, de pittoreske tuinwijken of de gerestaureerde en heringerichte mijnsites zijn maar enkele voorbeelden. "Het knooppuntennetwerk is oorspronkelijk een toepassing van de Limburgse mijnwerkers, maar wordt binnenkort overgenomen in Nederlandstalige en Franstalige recreatiegebieden. Van een succes gesproken! Zelfs als West-Vlaming geef ik dat de Limburgers graag na", aldus Bourgeois.

© 2012 – StampMedia – Lieselotte Wröbel


Dit artikel werd gepubliceerd door Limburg Actueel op 28/11/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Nieuws.be op 28/11/2012