Duizenden vluchtelingen riskeren hun leven door de Middellandse Zee over te steken om een beter leven te zoeken in Europa. Na een lange reis komen sommigen aan in Volda, Noorwegen. Hoe kwamen ze hier terecht? Wat is hun verhaal? Een gesprek met Adel Dabbas (40) uit Syrië, Arman Nesrean (20) uit Iran, Mlete Oqube (36) uit Eritrea en Gabriela Aas Vestre (19), een Noorse vrijwilligster van de vluchtelingenorganisatie RE:ACT.
Adel is afkomstig uit Aleppo, Syrië en woont bijna een jaar in Volda. De oorlog in Syrië begon vijf jaar geleden. Elke seconde vreesde hij voor zijn leven, want het was allesbehalve veilig in Aleppo. Verscheidene keren bevond hij zich midden in een schietpartij. Een keer gebeurde het wanneer hij in zijn auto zat en de kogels er dwars doorheen vlogen. De belangrijkste reden om het land te verlaten was de veiligheid van zijn kinderen.
Vliegtuigen
Adel heeft twee zonen en een dochter. Vaak konden ze niet naar school, omdat leerlingen werden ontvoerd. Wanneer hij en zijn familie aankwamen in een vluchtelingenkamp in Turkije, hadden ze hem aangeraden om naar Noorwegen te gaan. De reis duurde in totaal tien dagen. Nu proberen ze hun leven weer op te bouwen.
Adel is afkomstig uit Aleppo, Syrië en woont bijna een jaar in Volda. (Foto © Saranja Vanoverschelde)
In het begin was het erg moeilijk de verandering gewoon te worden. Het was helemaal niet zoals zijn thuisland. “Volda is heel rustig en vreedzaam. Het is heel raar dat de kinderen gewoon buiten kunnen spelen en naar school kunnen gaan. Ze hebben een dak boven hun hoofd en elke dag eten op tafel. Daarvoor ben ik dankbaar”, zegt Adel.
In Syrië moesten ze zich altijd zorgen maken over de kinderen. Nu kunnen ze alle ellende voorgoed achter hen laten. Wanneer ze pas aankwamen was het allesbehalve gemakkelijk voor de kinderen. “Ze waren doodsbang elke keer ze een vliegtuig hoorden. Ze werden steeds herinnerd aan de luchtaanvallen”, vertelt hij. Zeven jaar geleden is zijn moeder overleden aan kanker. “Ik ben opgelucht dat ze overleden is en de oorlog niet heeft moeten meemaken. Mijn vader woont nog steeds in Aleppo. Hij wil niet vertrekken en liever thuis sterven.”
Bompakket
Arman is afkomstig uit Iran en woont al twee maanden in Noorwegen. Zijn vader was lid van een politieke partij die zich tegen de Iraanse regering keerde. Veel mensen waren hier tegen. “Ooit kregen we een geschenk, een zogezegde cassetterecorder. Mijn vader vond dit verdacht en kreeg gelijk, want blijkbaar was het een bom.”
Achteraf verhuisden ze naar Irak, maar daar was het ook niet aangenaam. Ze werden nooit als burgers behandeld, omdat ze Iraniërs zijn. Arman deed alle moeite om aan papieren te geraken. Toch wilden ze die nooit geven vanwege zijn nationaliteit. “Vroeger speelde ik voetbal maar ik werd uit de ploeg gezet omdat ik geen identiteitskaart bezat. Ik was zo boos dat ik al mijn voetbalspullen in de vuilbak heb gegooid en een jaar niet meer speelde.” Hij reisde in drie weken door tien landen om in Volda te geraken. Zijn familie is nog in Griekenland, omdat ze niet genoeg geld hadden om met hem mee te komen.
Corruptie
Mlete komt uit Eritrea en woont al veertien maanden in Volda. Ze deelt een huis met zes andere vrouwen van haar thuisland. Ze heeft haar land verlaten, omdat ze een politieke vluchteling is. Ze werkte als secretaresse voor de nationale dienst.
(Foto © Saranja Vanoverschelde)
“Ik heb illegaal het land verlaten, omdat ik mezelf moest beschermen. Veel soldaten in Eritrea zijn corrupt en als ze me hadden gevangen, zouden ze me opsluiten in de gevangenis”, zegt ze. Mlete moest heel veel moeite doen om naar Noorwegen te komen. De hele reis duurde zes maanden, maar het was het waard. Ze houdt van Volda. De mensen die ze heeft leren kennen zijn vriendelijk en ze heeft veel van hen geleerd. Het enige dat ze echt mist, is haar moeder.
Vrijwilligers
Gabriela is vice-leider van RE:ACT, een studentenorganisatie die vluchtelingen helpt. Ze organiseert verschillende activiteiten zoals wandelingen, zwemlessen voor de vrouwen, Noorse les en helpt kinderen met hun huiswerk. “Ik denk dat veel jonge mensen willen helpen, maar niet weten hoe. Daarom is RE:ACT een goede manier om hulp te verlenen”, zegt Gabriela van RE:ACT.
Dat beaamt Mlete: “Bij RE:ACT hebben ze me veel van de Noorse taal geleerd en ik heb er een fijne tijd gehad.” Binnen een paar maanden moet ze misschien verhuizen naar Molde, een stadje verderop. “Ik zal iedereen van RE:ACT enorm missen.”
© 2015 – StampMedia – Saranja Vanoverschelde
Dit artikel werd gepubliceerd door DeWereldMorgen.be op 20/11/2015