(ExtraSport) De huidige generatie in het vrouwentennis wordt wel eens Generation Suck genoemd. Is de oudere generatie (de Williamszusjes etc.) simpelweg te sterk? Doen de jongere speelsters er langer over om hun potentieel waar te maken? Of zitten we enkel in een overgangsperiode met een gebrek aan echte toppers?

De WTA Tour krijgt de laatste tijd dan ook heel wat kritiek te verwerken. Heel wat spelers van de ATP tour (onder meer Olivier Rochus) lieten al vaker hun mening weten over het bedenkelijke niveau van de dames en onlangs liet ook viervoudig grand slamwinnares Aranxta Sanchez-Vicario van zich horen. ‘In mijn tijd lag het niveau veel hoger’, moest de Spaanse ex-nummer 1 van de wereld van het hart. Verkeert het vrouwentennis dan echt in een zodanig slechte staat? Vooral het buitengewoon straffe verhaal van Kim Clijsters, die na 2,5 jaar afwezigheid en een zwangerschap zomaar kan terugkeren en iedereen op een hoopje speelt, deed menig wenkbrauwen fronsen.

De wereldranking; representatief?

Er zit wel enige waarheid in wat Sanchez-Vicario zegt. Het vergt op dit moment niet veel meer om de top 10 of zelfs top 5 van de wereldranglijst binnen te dringen. De Wit-Russische Victoria Azarenka staat op nummer 5 zonder ooit nog maar één halve finale van een grand slam gespeeld te hebben. Het nummer 10, de Poolse Agnieska Radwanska, heeft amper één titel op haar palmares, maar het meeste kritiek krijgt toch vooral de Deense Caroline Wozniacki. Al zeven maanden is ze de nummer 1 van de wereld, maar ze heeft nog altijd geen grand slam achter haar naam staan. Als je aan niet-tenniskenners enkele namen van speelsters vraagt, kennen ze de Williamszusjes, Kim Clijsters, Justine Henin en Maria Sharapova… Maar vraag ze niet om de naam van de nummer een van de wereld op te noemen.

Caroline Wozniacki mag dan wel uitstekend bezig zijn om zowat alle kleinere toernooien op te peuzelen, om echt erkend te worden als een grote kampioene (ook door occasionele tennisfans), zal ze toch een grand slam moeten winnen. Tennisfans tonen in het algemeen maar weinig tolerantie als de wereldranglijst onrechtvaardigheid toont. Toen Wozniacki op 11 oktober 2010 de hoogste plaats beklom, was ze de vierde speelster op rij die dat voor het eerst deed zonder grand slamtitel achter haar naam. Met Dinara Safina, Caroline Wozniacki en de Servische speelster Jelena Jankovic leek het de laatste drie jaar wel dat nummer 1 worden gewoon een kwestie was van week in week uit toernooien spelen en zo punten te sprokkelen. Het dieptepunt kregen we met de Servische meisjes Ana Ivanovic en Jelena Jankovic. Ivanovic werd in 2008 nummer 1 tijdens haar gewonnen halve finale in Roland Garros. De Servische won tevens het tornooi na winst tegen Safina, maar sindsdien ging het in dalende lijn met Ivanovic en deemsterde ze volledig weg van het grote tennistoneel. Haar landgenote Jankovic deed ook haar duit in het zakje en werd in hetzelfde jaar nummer 1 met slechts één schamele toernooiwinst (Rome 2008). In principe is dat niet de fout van de speelsters, maar een fout in het rankingsysteem, dat diegenen die het meeste spelen beloont. Serena Williams zei het al in 2009, toen ze na winst in Wimbledon titelhouder werd van drie majors in één jaar: ‘If you hold three grand slam titles maybe you should be No 1, but not on the WTA Tour’ (Dinara Safina stond toen op nummer 1).

Piekmoment op hogere leeftijd?

Natuurlijk moeten we iemand als Wozniacki nu ook weer niet meteen afschrijven als een tweede Safina of Jankovic. Was immers Kim Clijsters op haar twintigste niet de allereerste vrouw in de geschiedenis op nummer 1 zonder grand slam? Intussen heeft ze er wel vier. Ook een kampioene als Amélie Mauresmo won haar twee majors pas nadat ze helemaal bovenaan de wereldranglijst stond. Caroline Wozniacki is nog steeds maar 20 jaar en heeft in principe nog tijd genoeg... Als je ziet hoe ze op dit moment de ene titel na de andere in de wacht sleept, lijkt het voor haar inderdaad gewoon een kwestie van tijd voor ook zij die eerste grand slam wint. Het gemiddelde piekmoment van de tennisspeelsters is de laatste jaren dan ook enorm aan het verschuiven. De tijden dat een 14-jarige Jennifer Capriati de halve finale speelde op Roland Garros (1990) en dat een amper 16-jarige Martina Hingis drie grand slams in één kalenderjaar (1997) won, zijn duidelijk voorbij. Maria Sharapova is eigenlijk de laatste speelster die op zeer jonge leeftijd al topprestaties leverde toen ze in 2004 op 17-jarige leeftijd Wimbledon won. De finale van de Australian Open ging dit jaar tussen iemand van 27 (Clijsters) en iemand van 29 jaar (Li), in 2000 was dat nog 19 (Hingis) en 23 (Davenport), in 1991 was het 17 (Seles) en 22 (Novotna)...  Op dit moment staan in de top 100 maar vijf speelsters geboren na 1990 (allemaal in 1991) en niemand in de top 20.

Afscheid van de grote 4

We kunnen dan misschien wel spreken van een iets zwakkere jonge generatie, maar dat komt grotendeels ook omdat we net afscheid aan het nemen zijn van één van de sterkste generaties ooit (de Belgische meisjes en de Williamszusjes). De meisjes die nu de grand slams winnen (Kim en Serena),  dongen 10 jaar geleden ook al mee voor de overwinning. Om nog maar te zwijgen over Francesca Schiavone, iemand die gedoemd was om de eeuwige top 20-speelster te zijn, wint nu op haar dertigste plots Roland Garros. Het is een ongelooflijk sterke generatie die heel lang meegaat, en daar is de nieuwe generatie een beetje de dupe van... De lange en succesvolle carrières van de Williamszusjes en Clijsters beginnen nu op hun einde te lopen, laten een enorme leemte achter en de nieuwe meisjes staan nog niet op het punt om die in te vullen... Dit zou wel eens de eerste volledige generatie sinds vele decennia kunnen zijn, die niet ten onder gaat omdat ze voorbijgestoken wordt door de jongere speelsters die staan te dringen om het over te nemen. Zoals Graf en Seles dat deden bij Navratilova en Evert, en zoals Hingis en Davenport dat op hun beurt deden bij Graf en Seles…

We zitten dus in een ongemakkelijke fase tussen twee tijdperken. Dat wil gewoon zeggen dat we even zullen moeten wachten en zien wat hierna komt. De Olympische Spelen van 2012 zitten er aan te komen en dan zullen we waarschijnlijk afscheid moeten nemen van enkele van onze favorieten. Wozniacki, Azarenka, Radwanska en co hebben dus nog ongeveer anderhalf jaar om verder te groeien.

In sport is er altijd een tijd van komen en gaan voor kampioenen, dus hopelijk wordt de tour weer wat sterker in de toekomst en zitten er weer enkele mooie rivaliteiten à la Clijsters-Henin aan te komen. Want geloof het of niet, de WTA tour gaat gewoon verder. Ook zonder de Williamszusjes en de Belgische meisjes…

© 2011 – ExtraSport – Valerie Vanelderen
Dit artikel verscheen eerder op ExtraSport.be en kadert in een samenwerking tussen StampMedia en ExtraSport.