(MO*) Gent is van iedereen. Dat wil de Arteveldestad bij het ontwaken van de lente vieren. 'Allochtoon' en 'autochtoon' verbande het al naar de taalslachtbank. Maar Gent viert op 21 maart meer dan alleen het afscheid van een begrip. De Gentse lente is een feestelijke oproep uit de grootstedelijke buik voor een nieuw inclusief burgerschapsmodel. 'We willen niet dat het een cosmetische woordenstunt blijft, maar een mentale revolutie ontketenen gekoppeld aan duurzame actie op alle niveau's', zegt Mehdi Marechal van Demos vzw.

Op een stuntelige zonnestraal na die verdwaald tussen grijze februariwolken haar weg vindt naar de eerste terrasbezoekers valt er weinig lentefris te bespeuren op de Gentse Vlasmarkt. Toch hangt al de hele week een kosmopolitische straatgeest vol hoop in de stadslucht. Niet alleen op straat. Ook in de wandelgangen van het stadhuis, in de stoffige kantoortjes van academisch personeel, in de vergaderzalen van middenveldorganisaties en in de kroeg tussen verzameld vrijwillig geweld geven ex-allochtonen en ex-autochtonen het beste van zichzelf om hun gedeelde droom van een nieuwe Gentse identiteit op de kaart te zetten. De inzet? Het doel van de Gentse lente op een juiste manier in de media brengen en rechttrekken wat al te voorbarige conclusies hebben scheef getrokken.

Mediastorm

Het afschaffen van het A-woord is na de recente beslissing van De Morgen en de oproep van Minister van Gelijke Kansen Milquet om het begrip “allochtoon” uit de pers te weren al een tijdje hét been waar Vlaamse mediawaakhonden graag op kauwen. Voor de Gentenaren die zich al maanden voorbereiden op de Gentse Lente is dit een startschot van een mentaliteitsverandering naar geleidelijk aan meer wij en minder wij-zij. Dat moment kwam vroeger dan verwacht, maar het effect is niet te stuiten. Opiniestukken en reacties daarop volgen elkaar in ijltempo op en de Facebookpagina ‘De Gentse Lente’ verdubbelde de laatste week in aantal volgers.

‘We waren absoluut niet voorbereid op deze plotse aandacht’, geeft Gents schepen van Sociale Zaken Resul Tapmaz toe. ‘Het is jammer dat onze actie dreigt herleid te worden tot een semantische discussie. Natuurlijk helpt de afschaffing van een woord alleen de emancipatie van kansengroepen niet vooruit. Maar semantiek blijft belangrijk. Het stigma ‘allochtoon’ wordt door zij die ongevraagd het label opgespeld krijgen als heel kwetsend ervaren. Het is gaandeweg een scheldwoord geworden dat geassocieerd wordt met probleemgroepen,’ zucht Tapmaz.

What's in a name 

Zelf geboren in Gent als zoon van een Turkse gastarbeider begrijpt Tapmaz maar al te goed hoe een integratiebeleid gebaseerd op generaliserende begrippen de kwetsbare maatschappelijke synergie ontwricht in ‘zijn’ Gent. ‘Mijn klasgenoten in de lagere school zagen mij als Resul, de jongen met het grappige Gentse accent uit de volkse wijk Patershol. Vandaag word ik aangekondigd als allochtone schepen in Gent, afkomstig uit Allochtonië. Wat kinderen doen, moeten volwassenen ook kunnen. Stoppen met te denken in steriele wij-zij termen.’ In Gent wonen 160 verschillende etnische groepen. Voor Tapmaz zijn ze allemaal Gent. ‘Gent bindt ons en allochtoon sluit ons uit. ’ Met andere woorden: waar iedereen zich thuisvoelt, is niemand allochtoon.

Vijftien keer komt het woord “allochtoon” voor in het Gentse bestuursakkoord. Een nuchter mens vraagt zich dan af: wat verandert het schrappen van een woord in godsnaam aan de realiteit? Het antwoord is heel eenvoudig: niets. ‘Net zoals het benoemen van een probleem geen oplossing biedt’, legt Tapmaz uit. Politiek filosoof Bleri Lleshi vatte het in zijn opiniestuk voor Knack goed samen: ‘De ongelijkheid in ons land aanpakken is veel nuttiger dan een discussie over het woord 'allochtoon'. In Gent heeft men besloten om het woord 'allochtoon' af te schaffen. Prima zaak, want het is een afgrijselijk woord.’ De initiatiefnemers achter de Gentse Lente zien het echter als een symbolisch startschot dat ons dwingt tot nadenken, met het oog op een politieke en maatschappelijke verandering.

‘Het is een symbolische speerpunt. Men moet echter wel het héle verhaal erkennen. Anders doet men geen recht aan de Gentse Lente’, schrijft Pascal Debruyne, mede-auteur van de conceptnota voor het Gentse college en onderzoeker aan de UGent in zijn opiniestuk. Tapmaz ziet het als een begin om samen met alle Gentenaars naar een oplossing te zoeken. ‘Met een vreemdelingentaks van 250 euro los je de problemen toch ook niet op? Je stigmatiseert veeleer mensen. De problematiek van de grootstedelijke realiteit is anders overal dezelfde, het is de manier waarop je ze aanpakt die het verschil kan maken. En dat begint bij je eigen aanpak in vraag te stellen.’

Bottom up

De aanpak waarop Tapmaz doelt, heet in dure woorden een “superdiversiteitsbeleid” met als rode draad actief pluralisme. In mensentaal wil dat zeggen dat Gent in de toekomst meer zal inzetten op anti-discriminatie, participatie van alle groepen in de samenleving en sociaal-economische emancipatie. ‘Maar het initiatief is vooral een vraag uit het middenveld’, zegt Tapmaz. ‘En dat middenveld Is enorm divers en vastberaden. Het idee van de Gentse lente komt uit het culturele veld en zelforganisaties die dagelijks worden geconfronteerd met de realiteit. ‘Intussen hebben meer dan twintig organisaties hun schouders onder het initiatief gezet: van Unizo, de vakbonden, Ugent, tot zelfs vzw de Fruitboer’, zegt Iris Blomme, die via De Vieze gasten als vrijwilliger actief betrokken raakte bij het kernteam achter de Gentse Lente.

Het begon een half jaar terug, ergens in een Gentse huiskamer. Een jonge moeder wordt geconfronteerd met de ontwapenende eerlijkheid van haar vijfjarige dochter. Ze stelt zich vragen, over haar identiteit. Wonend in Gent met een Marokaans-Antwerpse moeder en Palestijnse vader is dat allesbehalve evident voor een kind. ‘Allochtoon wat is dat?’ ‘Maar ik ben toch wie ik ben?’ Later zal die moeder, Jamila Channouf, haar hart uitstorten in een Gents bruin café. Ze heeft het gehad met dat “allochtoongedoe”. ‘Ik heb ermee leren leven en kan functioneren, maar ik wil geen knellend keurslijf voor mijn kinderen. Ik wil dat mijn dochter ooit in alle vrijheid kan zeggen. “Ik ben Ira. Een jonge vrouw met Gentse, Palestijnse, Marokkaanse en Antwerpse aspecten in mijn identiteit”.’

Jamila wist dat ze niet alleen stond. Met ‘Jamila nodigt uit’, een initiatief waarmee ze de diversiteit aan urban talent in haar stad een platform wil geven, wordt ze bijna dagelijks geconfronteerd met jongeren in een identiteitscrisis. Jongeren die niet over één kam gescheerd willen worden. ‘De voorbije dagen ben ik al meermaals om de hals gevlogen om me te bedanken. “Als ik straks ga solliciteren, ben ik dan ook geen allochtoon meer?”, vroeg een jonge rapper van Maghrebijnse origine me onlangs. De Gentse lente geeft die jongeren de kans om zich een deel te voelen van hun stad, gewaardeerd te worden om wie ze zijn en niet wat de gemeenschap hen dwingt te zijn. Het is voor hen een manier om hun opgedrongen identiteit van zich af te zwieren en trots te zijn op het feit dat ze in de eerste plaats allemaal Gentenaar zijn. Zoals de lente het begin is van nieuw leven kan dit feest een nieuw begin zijn van een nieuwe identiteit.’

Nieuwe identiteit

De Gentse lente moet een feestelijk gebeuren worden. De Gentse dodenmars van Chopin. Een concrete invulling van de Dag Tegen Racisme, eerder dan een wederopvoering van goedbedoelde symboolpolitiek en handje-schud. Een moment waarop alle Gentenaars onder het gekir van de eerste lenteduifjes in stijl afscheid nemen van een woord dat hen al een halve eeuw van elkaar vervreemdt. Een woord dat de verschillen benadrukt en deze tegelijk niet in hun anders zijn erkent.

Mehdi Maréchal, stafmedewerker Cultuur en Diversiteit bij Demos vzw, droomde groots toen hij drie maanden geleden de groeiende verontwaardiging binnen cultuurplatformen en zelforganisaties over het keurslijf van ons huidige integratiemodel tot ‘Gentse lente’ doopte. ‘Op het moment dat Jamila en de Vieze Gasten bij mij aanklopten met hun idee om iets te doen bewegen, was ik met Demos al lang op zoek naar een draagvlak om de frustraties voor een bredere maatschappelijke actie. Alles klopte. Het moment was rijp met een sterk middenveld en een schepen voor Sociale Zaken die met de vuist op tafel durft slaan.’

‘Wil je een maatschappelijke realiteit veranderen, dan moet je die eerst zo goed mogelijk proberen omschrijven. Dat de opdeling "allochtonen - autochtonen" daar niet in slaagt, is een understatement. Het stedelijke landschap is de laatste decenia zo veranderd en gediversifieerd. Die woorden dekken gewoon de lading niet meer en hebben geen oog voor de diversiteit binnen de diversiteit,’ legt Maréchal uit. Dat is volgens Iris Blomme trouwens geen eenzijdige frustratie. ‘Er staat een nieuwe generatie op binnen de ‘autochtone’ groep die zich evenmin goed voelt bij die geconstrueerde scheiding en zich wil afzetten tegen het hokjesdenken.’

Mentale revolutie

In de recente mediastorm ligt de focus echter al snel op de afschaffing van haatdragende woorden, terwijl het idee achter de Gentse lente dat kortzichtige semantische debat wil overstijgen. ‘Een inclusief nieuw burgerschapsmodel dringt zich op in onze steden. Een verhaal dat focust op wat ons bindt en niet op wat ons anders maakt’, verklaart Maréchal. ‘Door samen dingen te doen, deel te nemen aan cultuur, sport, jeugdwerking of een groot stadsfeest ontstaat er een groter gemeenschapsgevoel en krijgen gedeelde identiteiten vorm.’

Channouf is teleurgesteld dat de grootste bezwaren tegen het Gentse initiatief komen vanuit de hoek waar ze het meeste steun verwachte. Voor Maréchal is dat niet onverwacht. ‘Het is begrijpelijk dat een integratiedienst voorzichtig is om zich in dit debat te mengen. Hun job draait immers om het in stand houden van een integratiemodel dat wij juist in vraag willen stellen. Er is iets fundamenteel fouts aan dat systeem. Waar sta je met je assimilatie en integratie als diversiteit en heterogeniteit in onze steden eerder norm dan uitzondering zijn geworden. Vele jongeren herkennen zich niet meer in het traditionele model. Hun naam is Mehmet maar ze supporteren voor de Gantoise, ze luisteren naar hip-hop én raï, eten graag tajine met frieten en gaan naar de moskee én Tomorrowland. Hun identiteit is even heterogeen als de stad waarin ze wonen. Door ze op te sluiten in abstracte hokjes waarmee ze zich niet kunnen identificeren, ontken je hen hun identiteit.’

Schepen Tapmaz is ervan overtuigd dat de Gentse Lente een laboratorium kan zijn voor heel Vlaanderen. ‘De Gentse Lente discussieert niet vrijblijvend over het woordje allochtoon, maar wil de onderliggende ideologie van het onderscheid, het soort onderscheid dat leidt tot ongelijkheid van kansen, doorprikken. Dat doet mensen -in het beste geval- nadenken over hun eigen denkkaders’, post een ex-autochtoon op facebook. Dat is precies wat Mehdi Marechal, Resul Tapmaz, Jamila Channouf, Iris Blomme, Pascal Debruyne en alle andere geëngageerde Gentenaren beogen met hun initiatief.

De Lente is een symbolisch begin. Het is een oproep om de bestaande orde in vraag te stellen, duurzame mentaliteitsverandering teweeg te brengen die hopelijk ook uitmondt in pragmatische politieke beslissingen. Alle maatschappelijke veranderingen en revoluties beginnen daar, in de hoofden van de mensen, met een klein knopje dat langzaam tot een weelderige bloesem groeit. En dat gevoel voel je in de straten van Gent, bijvoorbeeld in de vrolijkheid van een groep jonge rappers beatboxend onder de toren van Sint-Jacobs: ‘Wij zijn de Gentse Lente’.

© 2013 - MO* - Tess Vonck
Dit artikel verscheen eerder op MO.be en kadert in een samenwerking tussen StampMedia en een aantal onafhankelijke nieuwsmedia waaronder MO*.