De Europese instellingen en het berooide Griekenland geraken maar niet uit de knoop. Een akkoord voor verdere steun en zelfs noodsteun komt er niet, dus het land stevent af op een bankroet. De Griekse premier Tsipras weigert namelijk de opgelegde maatregelen blindelings te volgen. Wat een arrogantie voor een land dat jarenlang “boven zijn stand” en “op de poef” leefde. Tot je het Griekse verhaal leest.

Al maanden vullen Griekenland en de Europese instellingen de krantenkoppen. Al maanden, zelfs jaren onderhandelen ze als gekken. Maar het resultaat is dat ze zich steeds meer verstrengelen in een gordiaanse knoop, met als voorlopige apotheose de uitspraken van Grieks minister van Financiën, Yanis Varoufakis, die de Eurogroep voor bekeken wil houden. Het zet de deur naar een Grexit, een uitstap van Griekenland uit de eurozone, wijder open dan ooit.

Griekenland en de Instellingen - het Internationaal Montair Fonds, de Europese Centrale Bank en de Europese Commissie - staan net niet lijnrecht tegenover elkaar. Net niet, want een oplossing vinden voor de Griekse crisis en de torenhoge staatsschuld is (in theorie) nog altijd het gemeenschappelijk doel.

Maar de middelen zijn er helaas niet. Waar de geldschieters een verlenging van het hulpprogramma van enkele miljarden euro’s aanbieden tegen een lijst met strenge besparingsmaatregelen, wil de linkse Griekse regering onder leiding van Alexis Tsipras juist een versoepeling van die eisen en een kwijtschelding van een deel van de staatsschuld.

Zitten, slikken, zwijgen

Tsipras zet daarmee hoog in. Het uitblijven van een akkoord, waar het nu echt wel op lijkt, zou naast de Grexit immers een Grieks faillissement betekenen. De Griekse regering is in het nauw gedreven, maar speelt desondanks met vuur door eisen te stellen tegenover zijn schuldeisers. Is dat nodeloze arrogantie van een land dat boven zijn stand leefde en nu de gevolgen maar moet dragen?

Niet noodzakelijk. Griekenland, dat zijn zwartkleurige financiële situatie jarenlang verzweeg, krijgt om de zoveel maanden wat geld uit een potje van om en bij de 240 miljard euro. Het land moet volgens de neoliberale logica dus zitten, slikken en zwijgen wanneer de geldschieters hun eisen stellen, zoals alle schuldenaren.

Want wie zijn de Grieken om te denken dat ze meer mogen dan het eveneens noodlijdende Spanje en Ierland? Dat is de eerste denkoefening van de Instellingen: wat zullen de landen die zich wél aan de voorwaarden houden wel niet zeggen als ze op de Griekse eisen ingaan?

Het is dus heel simpel: de Grieken willen geld? Dan moeten de Grieken gehoorzamen.

Meer dan populisme

Maar het verhaal is veel genuanceerder. Eerst en vooral is Alexis Tsipras de man die met zijn partij Syriza de verkiezingen afgetekend won met een ultra-links partijprogramma. Het toegeven aan de strenge eisen van de TIFKAT (The Institutions formerly known as the Trojka) zou dus radicaal verraad zijn tegenover zijn talrijke kiezers.

In dat opzicht siert het Tsipras en minister van Financiën Varoufakis ook dat ze zich zo standvastig aan hun verkiezingsbeloften willen blijven vasthouden. Maar de belofte gaat verder dan een louter populistisch standpunt om de Griekse bevolking tevreden te houden. Griekenland kan namelijk écht niet meer. Kinderen vallen op school flauw van de honger, want er is geen geld voor eten. Mensen bieden op straat de gekste diensten aan om toch maar een klein beetje inkomen te hebben. De werkloosheidgraad bedraagt maar liefst 25,6 % (maart 2015), dat is het hoogste van Europa - zo’n 17% hoger dan de Belgische 8,5%.

Jonge, hoogopgeleide Grieken vluchten intussen massaal weg naar het noorden, in de hoop daar wel aan de bak te geraken. In eigen land swingt het aantal zelfmoorden de pan uit. En net op zo'n moment stelt Herman Van Rompuy, voormalig voorzitter van Europese Raad, dat Griekenland... zelfmoord pleegt.

Rijke bankiers

Er is een schril contrast met de miljarden die naar het verpauperde land zouden moeten stromen en het geld dat er ook effectief arriveert. Een berekening van de Griekse economiewebsite Macropolis leerde dat slechts elf procent van de financiële noodsteun ook echt bij de noodlijdende Grieken terecht kwam.

Waar is de rest van de pot van tot nu toe 27 miljard euro dan naartoe? Die viel in handen van… grote banken en rijke Griekse families. Onlangs verschenen er nog foto’s van de Griekse bankier Spiros Latsis en diens familie. Zij pronkten met hun luxeleventje, aangezien ze een aanzienlijk deel van de ‘noodsteun’ opstrijken.

De banken investeren de steun nauwelijks in de Griekse economie. Het bruto binnenlands product (bbp) van Griekenland daalde sinds het begin van de crisis met een kwart. Dat wil zeggen dat een vierde van de economie van het land sindsdien in rook is opgegaan.

Toch blijft het Internationaal Monetair Fonds, onder leiding van de Française Christine Lagarde, aandringen op verregaande hervormingen in de sociale zekerheid, ondanks de belabberde staat van Griekenland. Nochtans had een studie van datzelfde IMF aangetoond dat Griekenland zich letterlijk kapot bespaart en dat verregaande maatregelen juist een averechts effect hebben op de economie.

En laat nu net dat het doel zijn van de noodsteun: de Griekse economie weer aanzwengelen, zodat het land beetje bij beetje groeit en op termijn zijn schulden kan afbetalen.

Faillissement en Grexit

Tsipras en co. hebben moedig gestreden, maar reden zich vast in de halsstarrigheid van de Instellingen. De perceptie leeft dat de Grieken graag ontvangen maar daar nauwelijks iets tegenover willen zetten. Maar wanneer is er voor de TIFKAT genoeg ingeleverd, wanneer valt er echt niéts meer te besparen? Dat blijft een vraagteken.

Ondertussen is zo goed als duidelijk dat het hulpprogramma niet verlengd zal worden. Griekenland stevent af op een faillissement en de mogelijkheid op een Griekse uitstap uit de eurozone is groter dan ooit. Wat dat dan weer concreet betekent, zijn economen het nog niet over eens, maar het zal niet iets zijn om vrolijk (ja, hier komt-ie) de sirtaki op te dansen.

© 2015 – StampMedia – Jef Cauwenberghs