Eind januari, hoog tijd dus om de klokken te luiden voor de absolute hoogmis van het veldritseizoen: het wereldkampioenschap. Door de talloze berichten in (Vlaamse) media wordt opnieuw duidelijk dat veldrijden populairder is dan ooit. Maar wat is er nu überhaupt zo fascinerend aan?
Als u denkt dat veldrijden een Vlaamse sport is, dan hebt u het meer dan waarschijnlijk mis. Al bestaan er verschillende bronnen, de allereerste cyclocross zou betwist zijn rond het jaar 1900 in, jawel, la douce France. Pas een dikke tien jaar later zou in België het allereerste Belgische Kampioenschap georganiseerd worden. Philippe Thys, die later nog drie keer de Ronde Van Frankrijk op zijn naam zou schrijven, pakte toen de zegeruiker.
Van enige populariteit voor de sport was er nog zeker geen sprake, laat staan dat de kranten er enige inkt over lieten vloeien. Zelfs het officiële bondsblad van de Belgische Wielrijdersbond schreef er geen letter over. Het jaar nadien werd er zelfs geen Belgisch Kampioenschap meer georganiseerd.
TV-genieke boerenjongens
Dat is zo’n dikke 114 jaar later wel een beetje anders. In kranten worden dikke boeken geschreven over heroïsche duels tussen Niels Albert, Sven Nys of Klaas Vantornout. Op parcoursen staan fans rijen dik om een glimp op te vangen van hun persoonlijke favoriet en het veldrijden behoort tot één van de meest bekeken sporten op televisie. Een voorbeeld: naar het meest recente Belgische Kampioenschap in Waregem keken zo’n kleine 1.120.000 mensen, het laatste WK in Louisville deed nog een beetje beter, toen zagen zo’n 1,6 miljoen TV-kijkers Sven Nys voor de tweede keer wereldkampioen worden.
Wat is het recept voor het succes van de sport? Onderzoekers Jeroen Scheerder, Wim Lagae en Filip Boen wijdden er in 2011 een studie aan die ze uitgebreid beschreven in het boek Vlaanderen Fietst!. Ze konden ondermeer vaststellen dat het aantal veldritfans jaar na jaar blijft stijgen. De sport kent zelfs een sterkere groei dan het voetbal. Per veldrit dagen er gemiddeld meer dan 8.000 toeschouwers op. De onderzoekers wezen vooral op de grote mediabelangstelling als oorzaak.
Een snelle rondvraag bij het publiek leert dat de sport zich uitstekend leent voor een (ont)spannende namiddag TV-kijken. De wedstrijd duurt niet te lang en het scenario heeft vaak wat weg van een spannende film. De TV-genieke tenoren zijn steeds dezelfde. Een kijker kan zich zo makkelijker identificeren met één van de verschillende karakters.
Ook op de cross zelf zijn alle elementen voor een succesformule aanwezig. De overwegend Vlaamse renners zijn heel eenvoudig benaderbaar én al het gezwoeg van de atleten door het modder kan weggespoeld worden bij een fris getapt pintje of een verwarmend glaasje jenever. Moet het nog Vlaamser?
What goes up, must go down
Toch vrezen veel organisatoren dat het succes niet zal blijven duren. Vooral na 2016, wanneer Sven Nys de stekker uit zijn carrière zal trekken, wordt een terugval in het aantal toeschouwers gevreesd. De Grote Prijs Sven Nys van 2013 kan als bewijs worden aangevoerd. Daar gaf de Kannibaal uit Baal forfait door ziekte. Gevolg? Een onmiddellijke daling van zo’n 1.500 toeschouwers.
Het veldrijden moet het dus vooral hebben van de ploegende figuren in de modder. Hopelijk staat er tegen 2016 een nieuw toptalent op om Nys in de voetsporen te treden en Niels Albert het vuur aan de schenen te leggen.
Hoogerheide 2014: Beat da Bompaz voor wielerfreaks? Wordt het WK in Hoogerheide een nieuwe demonstratie van één van de oudste renners in het veldritpak? De 37-jarige Sven Nys kan voor de derde keer op het hoogste schavotje van een WK-podium eindigen. Sven Nys is torenhoog favoriet in Hoogerheide. De ‚Kannibaal uit Baal’ voerde afgelopen dagen op Twitter een kleine psychologische oorlog. De renner van Crelan-Trek liet optekenen de beste vorm ooit te pakken te hebben. Hij toonde dat ook in de weken die vooraf gingen aan het WK met onder meer een zege in de Soudal Cross in Leuven. Nys zal het in ieder geval niet cadeau krijgen. Het parcours in Hoogerheide is een stuk minder technischer dan dat op het BK in Waregem. Daardoor ligt ook de gemiddelde snelheid beduidend hoger. Spek naar de bek dus van de concurrentie: Niels Albert, Tom Meeusen of thuisrijder Lars Van Der Haar. En wat denkt u van Zdenek Stybar? De Tsjech, tijdelijk terug voor een korte escapade in het veld, is duidelijk gebrand op een goeie prestatie. Hij zou de uitstap naar het veld, in volle voorbereiding op het wegseizoen, ook niet doen als hij niet denkt een kans te maken op de hoofdprijs. Zondagavond weten we alweer wie een heel jaar de regenboogtrui mag aantrekken. Wie weet is ze, als Stybar aan het langste eind trekt, zelfs een jaar afwezig in het veld... |
© 2014 – StampMedia – Niels Timmermans