Twee jaar na de Jasmijnrevolutie stak de 27-jarige sigarettenverkoper Adel Khazri zich afgelopen maart in brand in Tunis. Daarmee verwees hij naar de zelfverbranding van Mohamed Bouazizi in december 2010 en bracht hij de slechte economie en stijgende werkloosheid opnieuw onder de aandacht.

De regering in Tunis wordt geleid door Ennahda, een islamistische partij die in oktober 2011 democratisch verkozen werd. Bovendien geeft de prille democratie heel wat politieke bewegingen de vrijheid die ze nooit gekend hebben.

Wat is extreem?

Een van de bewegingen die de kop opsteekt, is het salafisme dat geassocieerd wordt met islamitisch extremisme. “Je kan je afvragen of democratie goed is als het salafisten vrijheid geeft. Ik heb daar geen probleem mee, zolang geweld bestraft wordt”, zegt Jan Demeulemeester, een Belg die al acht jaar in Tunesië woont. "Maar Ennahda houdt de salafisten de hand boven het hoofd. De minister van Binnenlandse Zaken heeft de politie en de veiligheid in de hand en is lid van de partij. Als salafisten zomaar de Amerikaanse ambassade kunnen aanvallen in de nabijheid van de rijkswacht en een militaire kazerne, dan stel ik mij daar vragen bij." Het Comité de Vigilance pour la Démocratie en Tunisie (CVDTunisie) benadrukte op een recente conferentie in Luik nog dat de structuren van het vroegere regime in stand worden gehouden.

Koenraad Bogaert, verbonden als onderzoeker aan de vakgroep Studie van de Derde Wereld van de Universiteit van Gent en lid van de Middle East and North Africa Research Group (MENARG), vindt de toestroom van salafisten in Tunesië verwaarloosbaar. “Hoeveel zijn er nu in heel het land? Tweeduizend? Dat vormt op zich geen bedreiging. Het Westen focust steeds op dat zogenaamde extremisme, maar wat vinden wij extreem? Iets wat niet zo belangrijk is, wordt hier opgeblazen en de eigenlijke problemen verdwijnen naar de achtergrond.” Demeulemeester bevestigt: “Natuurlijk moet je sommigen in de gaten houden, maar niet iedereen met een lange baard is een extremist. Ook Ennahda benadrukt voortdurend religie en nationalisme, maar alle Tunesiërs zijn Arabieren. Dat is toch geen politiek item?”

Arabisch model

Werkloosheid is dat wel. Volgens cijfers van The Economist kent Tunesië een werkloosheidsgraad van 17%. In het binnenland en onder jongeren met universitaire diploma’s bereikt die zelfs 30%. Volgens het blad nog, leiden het enorme aantal jongeren en de stijgende participatie van vrouwen tot een steeds grotere vraag naar jobs, terwijl de werkgelegenheid historisch laag is. “De regering beloofde fondsen vrij te maken voor de achtergebleven streken, maar daar is nog niks van terechtgekomen. Bovendien verhindert de constante focus op het negatieve en het overdreven extremisme een heropbloei van het toerisme”, verklaart Demeulemeester.

“De huidige regering werkt nog steeds naar het westers liberaal-democratisch model dat enkel de belangen dient van de één procent. Dat neoliberalisme is een dominante maatschappijvisie en het vraagt tijd om die te doorbreken. Een Arabisch model zou heel vernieuwend zijn, maar daar vreest het Westen natuurlijk voor”, aldus Bogaert.

Democratisch volk

De volgende verkiezingen worden in oktober 2013 verwacht. Demeulemeester blikt hoopvol vooruit: “Het land kent een grotere vrijheid dan ooit. Heel belangrijk daarbij is de persvrijheid waardoor er nu debatten op televisie en in andere media te zien zijn. Ondertussen staan progressieve centrum-linkse en linkse partijen er goed voor in de opiniepeilingen. Ik zie de toekomst zeker rooskleurig in.”

Ten tijde van de revolutie was het volk verenigd, nu lijkt het steeds meer verdeeld. Maar voor Bogaert hoeft dat niet negatief te zijn: “Democratie is een strijd en zal dat altijd zijn. Wie is er nu het meest democratisch? Volgens mij is dat het volk dat in actie komt telkens er iets indruist tegen haar verlangens. De Arabische Lente heeft velen geïnspireerd, denk maar aan de Indignados. Het heeft de hele wereld in beweging gebracht.”

© 2013 - StampMedia - Wided Bouchrika


Dit artikel werd gepubliceerd door Knack - online op 26/04/2013
Dit artikel werd gepubliceerd door Kif Kif op 26/04/2013
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 26/04/2013