Een ‘diabeteshond’ die het suikergehalte van hun baasje in de gaten houdt of een ‘leeshond’ die niet oordeelt wanneer een kind over zijn woorden hakkelt. Zogenaamde therapiedieren worden om verschillende redenen ingezet in het dagelijkse leven. Ze worden getraind om mensen gezelschap te houden, sociaal contact en structuur te bevorderen of om eenzaamheid te verbreken.
Kimberly Calemyn (28) is een psychologe die met therapiedieren werkt. Dat was haar kinderdroom sinds ze ontdekte dat dolfijnen in therapie gebruikt worden bij kinderen met een autismespectrumstoornis. Ze volgde een opleiding in Toscanzahoeve in Aarschot om te werken met therapiedieren en om ze zelf te trainen. Ze heeft nu twee therapiedieren, Senna de hond en Brownie het konijn, die ze zelf trainde.
SOCIALE HOND
“Ik heb een andere hond die wat ouder en zenuwachtig is dan Senna en heb gekozen om hem niet te trainen. Senna is jonger en heeft een heel rustig karakter, is heel voorzichtig, maar ook sociaal. En je hebt een sociale hond nodig. Een hond die wegloopt van mensen kan je niet inzetten in de therapie. Bij konijnen is het een beetje anders, zij moeten ook sociaal gedrag vertonen en niet bang zijn van mensen. Maar het probleem is dat ze van nature vluchtgedrag vertonen. En dan moet je echt bewust kiezen. Hoe groter het konijn, hoe minder vluchtgedrag het vertoont en ook hoe rustiger het is. Als je dus een dier wil inzetten, moet je jezelf afvragen: is het dier wel geschikt voor wat ik wil? Kimberly zet haar dieren vooral in bij kinderen. “Je moet een beetje creatief zijn hoe je de dieren in je oefeningen betrekt. Zo zet ik voor bepaalde ademhalingsoefeningen het konijn op de buik van een kind. Zo leert het kind om zijn buik op en neer te laten gaan voor een goede ademhaling. En een konijn op je buik is leuker dan een boek op je buik. Ik laat kinderen de hond ook een kunstje leren dat die nog niet kan. Of ik gebruik Senna als leeshond.”
INLEVINGSVERMOGEN
“Het is heel nuttig om dieren in therapie te betrekken. Ik gebruik de dieren vooral om kinderen uit hun schulp te laten komen, ze zelfverzekerder en geduldiger te maken, en hun empathie en inlevingsvermogen te ontwikkelen. Kinderen hebben bij dieren sneller het gevoel dat iemand ze respecteert. Ze worden niet uitgelachen en kunnen hen alles vertellen.”
Psychotherapeute gebruikt konijnen
Mia van de Veken (62) is psychotherapeute en gebruikt konijnen in haar therapie. Al heeft zij een bijzondere aanpak. “Een traditioneel therapiedier heeft een taak die het op zich neemt om iemand te helpen. Maar dat is iets wat ik niet doe.” De konijnen lopen vrij rond tijdens een sessie en Mia laat de interactie aan het toeval over. “Wat de konijntjes ook doen, ik kan er wel iets mee. Uiteindelijk kan er nooit iets misgaan. Het fijne is dat het altijd wel iets los maakt bij mensen. Wat er op dat moment gebeurt, daar ga ik mee door.”
Dit artikel werd gepubliceerd door Deze Week op 15/11/2017