In 1985 vluchtte de toen achtjarige Dina Nayeri met haar ouders uit Iran naar de VS. Het zou een ervaring worden die Nayeri tekende. De afgelopen jaren schreef de Iraanse vaak over begrippen als identiteit, inburgering maar vooral (on)dankbaarheid.
“De meeste journalisten stellen mij vragen over het migratie- en vluchtelingendebat, maar ze vergeten daarbij dat ik in de eerste plaats een schrijver ben,” zegt Dina Niyari strijdvaardig. De Iraans-Amerikaanse schrijfster is in Brussel, waar ze te gast is bij boekhandel Passa Porta om te praten over haar pas uitgegeven boek De ondankbare vluchteling (Volt). Daarin doet ze haar relaas over haar persoonlijke ervaring als vluchteling.
Niet welkom
Nayeri was acht jaar toen ze samen met haar moeder vluchtte uit Iran. Via Dubai en Italië belandden ze in het zuiden van De Verenigde Staten. Of het moeilijk voor haar was om in deze twee werelden op te groeien? “Het is een vaardigheid die migranten ontwikkelen, de mogelijkheid om je in de omgeving aan te passen,” zegt ze. “Ik vergelijk het met een kameleon, je kent dat kleine diertje toch?”
De ondankbare vluchteling vertelt niet enkel Nayeri’s persoonlijke verhaal. Ook de vluchtverhalen van anderen komen aan bod. Centraal in het boek staat de vraag wat het betekent om alles achter te laten en een leven op te bouwen in een vreemd land. Nayeri: “Voor ik Iran verliet, had ik geen benul van wat het betekende om Iraniër te zijn. Iran was voor mij gewoon de wereld: de straat waar ik speelde, de buurt en de stad waar mijn ouders woonden. Ik kom uit een familie van dokters, iedereen was trots. We werden gerespecteerd. En toen hadden we plots niets meer. We woonden 16 maanden in een vluchtelingenkamp, waar we voortdurend het gevoel hadden dat we niet welkom waren.”
Wegkwijnen in een kamp
In haar boek beschrijft Nayeri wat wachten doet met een mens. Ze leerde dat het je machteloos maakt. “Mijn moeder zag de andere vluchtelingen, die al langer in het kamp verbleven, wegkwijnen in een depressie. Ze kende een familie die pas besefte hoe lang ze al in het kamp was, toen hun dochter begon te puberen, terwijl ze daar gearriveerd waren toen ze nog een klein meisje was. Aanvaarden van hulp is lastig voor vluchtelingen die eerst een carrière hadden, een eigen identiteit. Het tast hun eigenwaarde aan. Maar de mensen die pas arriveerden, hadden nog een zekere levenslust. Zo deed mijn moeder er alles aan om haar dochter toch nog naar school te laten gaan. Ze slaagde erin het eten dat in het kamp ter beschikking was, om te toveren in een sandwich die ik mee kon nemen naar school.”
Alles achtergelaten in Iran
“Toen we uiteindelijk in Oklahoma aankwamen, wist ik dat ik me zou moeten aanpassen.
Dat ik Amerikaanse zou worden, en dat we daar zouden blijven,” zegt Nayeri. Maar dat bleek een zeer moeilijk en lang traject. Wanneer ze naar de andere kinderen in haar school keek, verloor ze de moed. “De anderen stonden model voor wat ik moest worden, maar ik had nauwelijks iets gemeenschappelijk met hen. We vonden niet dezelfde dingen leuk. We aten niet op dezelfde manier. Ik miste alles wat we hadden achtergelaten in Iran. Het was moeilijk. Ik maakte continu kleine fouten en voelde me daardoor nog kleiner worden. Maar als kind leer je snel. Ik leerde om me aan te passen en om te veranderen.”
De titel van haar boek verwijst naar dat traject van aanpassing en verandering. Maar Nayeri weigert haar nieuwe land dankbaar te zijn in de strikte zin van het woord. Volgens haar zin solidariteit en empathie de sleutelwoorden in deze migratiecrisis. “Waarom zou ik mijn dankbaarheid moeten tonen aan mensen die het geluk hebben gehad om op de juiste plek geboren te zijn?” vraagt Dina Nayeri zich af. "Het is een humanitaire plicht om de deur te openen voor mensen op de vlucht."
Schrijven om de wereld vorm te geven
Nayeri schrijven om de wereld in haar hoofd vorm te geven. “Xenofobie en nationalisme zijn een gevolg van het falen van verbeeldingskracht en nieuwsgierigheid. Literatuur is een manier om daar tegenin te gaan. Wanneer je van een groep mensen een gezicht- en vormloze massa maakt, is dat beangstigend. De oplossing is om de verhalen te vertellen van mensen en ze een gezicht en stem te geven. Je moet de mensen die de deur willen sluiten, confronteren met deze gezichten en stemmen.”
Nayeri schrijft verhalen die een inkijk bieden in haar eigen leven, maar die toch voor velen herkenbaar zijn. “Dat zijn de beste verhalen,” zegt ze. “Ze zijn de reden waarom ik van literatuur houd. Het haalt me uit mijn eigen wereld, uit mijn eigen hoofd. Literatuur wekt empathie op, het maakt mensen begripvoller. Het wakkert de nieuwsgierigheid aan. Het zorgt ervoor dat je je verbeeldingskracht kunt gebruiken. Het gebeurt te vaak dat mensen in hun eigen beperkte werkelijkheid blijven leven.”
‘Alleen de bergen zijn mijn vrienden’
De avond in Passa Porta werd afgesloten met een gesprek met de Iraans-Koerdische schrijver Behrouz Boochani. Dina Nayeri en Boochani spraken elkaar via Skype. De Iraans-Koerdische journalist verblijft sinds kort in een hotelkamer in de hoofdstad van Papoea-Nieuw-Guinea, nadat hij sinds 2013 vastzat in een gevangenis op het eiland Manus. Daar belandde hij nadat hij opgepakt werd op zee tijdens een poging om Australië te bereiken. Boochani schreef zijn roman Alleen de bergen zijn mijn vrienden integraal op zijn mobiele telefoon. De berichten verstuurde hij via Whatsapp naar een vriend in Iran, die zijn boek uiteindelijk naar een uitgeverij stuurde. De roman werd in geen tijd een bestseller, en Boochani groeide in recordtempo uit tot een wereldberoemde schrijver. Eerder hadden de Verenigde Staten hem al asiel aangeboden, maar Boochani weigerde daarop in te gaan, omdat hij niet op basis van zijn naambekendheid eerder dan zijn lotgenoten het eiland wilde verlaten.
(Noot van de redactie: Behrouz Boochani is ondertussen geland in Nieuw-Zeeland, waar hij een visum voor 1 maand kreeg van de overheid om er een literair festival bij te wonen. Hij kan van daaruit naar de VS vliegen, waar hij gegarandeerd een verblijfsvergunning krijgt. Boochani is er nog niet uit of hij daarop zal ingaan.)
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 09/12/2019
Dit artikel werd gepubliceerd door Apache op 09/12/2019