Vandaag is hij vooral als deejay bekend, maar voor het grote publiek is hij een radio- en televisie-icoon. Hij is acteur, redacteur en auteur, maar ook de vader van Stephen en David, de broers achter Soulwax en 2manydj’s. Jackie Zaki Dewaele is 69 en schreef zopas het boek: ‘Ondeugend ouder worden, langer en gelukkiger zullen we leven’.

We ontmoeten Zaki op een zondagnamiddag tijdens een signeersessie en praten met hem over ouder worden en lang en gelukkig leven. “Het leven mag wel eens slecht zijn, het mag eens heel goed zijn, maar het mag niet ‘leuk’ zijn.”

Wat is de aanleiding voor je boek over ouder worden?

Dit zit al jaren in mijn hoofd. Ik wachtte tot een onderzoeksjournalist een boek over de beeldvorming rond ouderen zou schrijven. Maar dat gebeurde niet, en toen heb ik beslist om het zelf te doen. Ik merkte dat er behoefte is aan een boek dat zegt: ‘De beeldvorming rond oudere mensen klopt helemaal niet’. Ik hoor van mensen dat ze bang zijn om ouder te worden. Die angst is er, omdat we altijd negatief over ouderen communiceren. Jongere generaties krijgen voortdurend te horen dat de vergrijzing een probleem is. De mooie kant van het ouder worden, blijft achterwege. Dat vind ik spijtig, want als ik rondkijk, zie ik mensen die genieten en profiteren van het leven. Ik ben straks 70 en ik vind dat we aan de jongere generaties moeten vertellen dat ouder worden helemaal niet zo erg is. Je mag mensen hun hoop niet wegnemen door hun te vertellen dat ouder worden alleen maar verval en verdriet is.

De nieuwe regering stelt zestigers als voorbeeld voor de actieve senior. Wat vindt u van de plannen om senioren langer aan het werk te houden?

Ik ben nog altijd druk bezig, en ik zou het heel erg vinden als ik zou moeten stoppen. Ik ben zeker niet de enige. Dus denk ik dat de plannen van de regering een goede zaak zijn. Vroeger werden er weinig mensen 60 jaar, terwijl mensen nu 80 tot 90 worden. De vruchtbare periode, als ik het zo mag zeggen, duurt nu dus veel langer. Er is geen reden om op 65 jaar te stoppen, tenzij in zware beroepen. We moeten ons aan de nieuwe situatie aanpassen, maar we moeten oudere mensen ook de vrijheid geven om te kiezen hoeveel dagen per week ze willen werken. Nu worden mensen gestraft omdat ze minder willen werken. In mijn omgeving zie ik dat de mensen die minder werken hun vrije tijd gebruiken om zich voor hun familie of vrienden in te zetten. Veel gepensioneerden doen vrijwilligerswerk. Het is niet goed dat je stopt met werken en plots niets meer te doen hebt. Het is een juiste optie om langer bezig te zijn. En we moeten nadenken over de rechtlijnige loopbanen. Vandaag verdien je het meeste geld op het einde van je loopbaan. Dat klopt niet, want je hebt vooral geld nodig als je jong bent om bijvoorbeeld een huis te kopen en een gezin te stichten.

Ouder worden is een taboe, terwijl de jeugd geprezen wordt. Zijn er dan zo veel verschillen met de houding van de maatschappij tegenover jongeren nu en in uw jeugd vroeger?

Het feit dat jong zijn zo geprezen wordt, is ontstaan in mijn generatie. Voor de Tweede Wereldoorlog betekende jong zijn dat je nog niet klaar was om in het leven te stappen, pas nadien werd jong zijn een ideaal. Het is mijn generatie die in de jaren zestig zei: “Hé, wij hebben ook wat te vertellen”. Op dat moment was er een grote generatiekloof, maar nu is die weggewerkt. Tussen mij en mijn kinderen is er géén kloof meer.

Denkt u dat jongeren vandaag het lef hebben om in de voetsporen van de mei 1968-beweging te treden?

Ik ben daar heel voorzichtig mee. Sommige mensen van mijn leeftijd hebben de indruk dat de jeugd een beetje tam geworden is. Maar je kan de periode van mei 1968 niet met de huidige situatie vergelijken. Vandaag zijn er weinig redenen om op straat te komen. Wij zongen protestliederen en kwamen op straat voor Leuven Vlaams, omdat er toen een breuk in de maatschappij was. Na de Tweede Wereldoorlog werd de pil op de markt gebracht. Vanaf dan kon de vrouw haar vruchtbaarheid van het seksuele genot losmaken. Plots kon de vrouw zelf bepalen wat ze met haar leven wilde doen. Dat heeft de maatschappij sterk veranderd. Wij kwamen op straat, omdat we die verandering aanvoelden. Bob Dylan zong ‘The times are changing’. Op dit moment is er niet zo’n sterke verandering in de maatschappij. Maar ik geloof wel dat de jonge mensen nu hun eigen idee over dingen hebben, nog meer dan wij toen. Bijvoorbeeld als ik zie hoe jonge mensen zich voor het milieu engageren. Maar wij waren helemaal geen straffere gasten dan de jeugd nu, we voelden gewoon dat we een nieuwe maatschappij moesten maken. We zijn daar grotendeels in geslaagd, maar sommige dingen hebben we ook niet goed gedaan. De mensen die toen de leiding hadden, hebben geen spaarpot voorzien, waardoor we nu in de problemen zitten. Dat vind ik verschrikkelijk, dat is falen.

Steeds meer jonge mensen kampen met psychische problemen als depressies en burn-out. Was dat in uw jeugd ook zo of is het een recent probleem?

Ik maak me grote zorgen over de commercialisering van de psychiatrie. Het is niet goed dat mensen zo veel antidepressiva slikken en daar moeten we samen met de medische wereld iets aan doen. Als je je een week niet goed voelt, ben je al depressief. Onzin, dan voel je je gewoon een week niet goed. Iedereen heeft wel eens het gevoel: ‘Waarom overkomt het mij nu weer?’. Ben je dan depressief? Nee, je hebt een klop gekregen en daarna sta je recht en ga je weer door. Het leven heeft goede momenten, maar ook triestige. Die triestige momenten moeten we zelfs koesteren. Heel het gedoe van het aftoppen van het leven, maakt alles middelmatig en daardoor wordt het leven ‘leuk’. ‘Leuk’ is trouwens een verschrikkelijk woord. Stel je voor dat je met je partner goed gevreeën hebt en dat hij of zij nadien zegt: ‘Het was wel leuk.’ Het mag wel eens slecht zijn, het mag eens heel goed zijn, maar het mag niet ‘leuk’ zijn. Heel het leven zit zo in elkaar. Het leven mag eens stormachtig goed zijn, maar ook eens stormachtig slecht. Maar je moet je daarover vooral geen zorgen maken. Mensen maken zich te veel zorgen. In het leven heb je al eens tegenslag, dat staat vast, maar je moet daar niet te veel rekening mee houden. Je moet je bezighouden met de gelukkige momenten in het leven.

Vanaf midden jaren zestig tot de jaren tachtig van de vorige eeuw was u deejay. Sinds 2004 staat u opnieuw achter de draaitafel. Hoe voelt u aan wat uw 40 jaar jongere publiek wil horen?

Geen idee, ik weet het niet. Het enige wat ik kan doen is bij mezelf te rade gaan en me afvragen: ‘Als ik naar dit feestje zou komen, welke muziek zou ik dan willen horen?’. Veel mensen verkiezen de muziek uit hun jeugd, maar ik vind dat er nu ook prachtige muziek gemaakt wordt. Ik vind Skrillex bijvoorbeeld opwindend. Ik kan niet begrijpen dat mensen die hardrock goed vinden, een afkeer van Skrillex hebben. Die muziek ligt eigenlijk heel dicht bij elkaar

Als u in de bus stapt, vindt u het dan nodig dat jongeren voor u rechtstaan?

Voor mij hoeven jongeren in de bus niet recht te staan, ik heb daar geen probleem mee. Zou het beter zijn dat jongeren voor iemand rechtstaan? Ja. Ik denk dat je veel plezier uit hoffelijkheid en beleefdheid haalt. Als mensen te veel ingesteld zijn op krijgen en nemen, en niet op geven zie je dikwijls dat hun wereld beperkt is. En ik denk net dat hun wereld zo breed mogelijk moet zijn en dat kan door te geven.

In woonzorgcentra worden ouderen dikwijls betutteld. Wat vindt u daarvan?

Ik vind dat heel erg en ik begrijp niet waarom men ouderen plots als dommeriken gaat beschouwen. Uit onderzoek blijkt dat mensen die betutteld worden twee tot drie jaar minder lang leven dan mensen die met respect behandeld worden. Het is ellendig wat ze in die rusthuizen doen. Zelfs de muziek die ze daar draaien is verschrikkelijk. Als ik ooit in een rusthuis opgenomen word, ga ik eerst een cursus agressie volgen, zodat ik mij kan verzetten tegen zulke toestanden. Maar om eerlijk te zijn, zie ik een verandering. De sociale sector begint over ‘klanten’ te spreken. Ze willen de wensen van rusthuisbewoners respecteren en hun de rechten van een klant geven. Dat vind ik een goede evolutie.

Opvallend is dat u het hoofdstuk ‘geheugenverlies’ leeg gelaten hebt. Ik zie de humor er wel van in, maar toont u daarmee ook dat u bang bent om te vergeten?

Het was een grapje. Dementie is een van de verschrikkelijkste dingen die er bestaan. Je familie niet meer herkennen en niks meer weten. Je doet de mensen uit je omgeving zo veel pijn. Ik denk niet dat ik… Maar ik ben daar ook niet bang voor. Ik ben ook niet bang om te sterven. Het is goed geweest. Als het morgen gedaan is, is het morgen gedaan. Ik kijk zeer tevreden op het leven terug.

© 2014 – StampMedia - Evelien Verstraeten, foto: Liesbeth Knaeps

 

 

 

 

 


 

Dit artikel werd gepubliceerd door Apen.be op 15/11/2014