© Neon Rouge

In The Mercy of the Jungle vertelt de Rwandese filmmaker Joël Karekezi het verhaal van twee Rwandese soldaten die bij het uitbreken van de Tweede Congolese Burgeroorlog hun team kwijt geraken. Ze proberen – zonder water of voedsel – hun eenheid terug te vinden, maar verdwalen in de jungle tussen Rwanda en Congo, een van de gevaarlijkste plekken ter wereld. StampMedia-reporter Tsane Effiong sprak met Joël Karekezi na de vertoning van zijn film op het Afrika Filmfestival in Leuven.

 

Karekezi is met The Mercy of The Jungle niet aan zijn proefstuk toe. In 2009 maakte hij de kortfilm Le Pardon, waarin hij op zoek gaat naar het antwoord op de vraag of vergiffenis tussen slachtoffers en daders mogelijk is na de Rwandese genocide in 1994. In 2013 kwam Imbabazi: Le Pardon uit, de speelfilmversie van zijn kortfilm. Die kreeg massale internationale erkenning op filmfestivals in Zweden en Amerika.

De Rwandese genocide is – net als voor zoveel Rwandezen, een zeer groot trauma in het leven van Karekezi. In 1994 werden tussen 500.000 en 1.000.000 Tutsi's en gematigde Hutu’s vermoord door de Hutubevolking- en milities. Een van de slachtoffers was de vader van Karekezi.

Waargebeurd

InThe Mercy of the Jungle speelt het verhaal van de twee soldaten zich af tegen de achtergrond van de Tweede Congolese Burgeroorlog (1998- 2003). Sergeant Xavier is een doorwinterde sergeant, soldaat Faustin is een rekruut die de moord op zijn familie wil wreken. In de jungle moeten ze niet alleen Congolese patrouilles, rebellen en een vijandige plaatselijke bevolking ontwijken, maar ook het hoofd bieden aan wilde dieren. Karekezi baseerde zich voor deze film op een waargebeurd verhaal van zijn neef die deelnam aan het conflict in Kivu.

Congo en Rwanda delen een woelig oorlogsverleden, en zeker in de grensstreek tussen beide landen is de situatie zeer delicaat. Na de genocide vluchtten honderdduizenden Hutu’s naar buurland Congo, uit angst voor de represailles van de Tutsi-bevolking en het Rwandese regime, dat Hutu’s die hadden deelgenomen aan de genocide wil straffen. De Rwandese overheid steunt al jaren de verschillende Congolese initiatieven die Rwandese vluchtelingen tegenhouden om de grens over te steken.

"Dit is een verhaal van vrede en hoop. Het is de psychologische reis van de twee mensen die vechten met hun demonen en verplicht worden keuzes te maken – soms goede en soms slechte."

Nood aan vrede

Ik praat met Karekezi in Leuven, net na de vertoning van The Mercy of the Jungle op het Afrika Filmfestival. 'Ik was negen jaar toen mijn vader vermoord werd tijdens de genocide in Rwanda,” steekt hij van wal. “Ik groeide op met een haat voor oorlog. Met Le Pardon wilde ik achterhalen of vergiffenis mogelijk voor de moordenaar van je geliefden mogelijk is.”

Nadat hij Le Pardon had afgewerkt, en er internationale roem mee verwierf, besloot hij zich te gaan inlezen in de Tweede Congolese Burgeroorlog van 1998 tot 2003. “Ik begreep dat mijn volgende film daarover moest gaan. Want ook al is de oorlog officieel geëindigd, er is nog steeds veel geweld. Tijdens mijn research praatte ik daar met veel mensen over. Een van mijn neven vertelde hoe hij tijdens de oorlog verdwaald was geraakt in de jungle tussen Rwanda en Congo. Dankzij zijn verhaal zag ik hoe interessant de setting van een jungle kan zijn. Het was zelfs zo’n interessante plek, dat hij als personage kon dienen. Het gaf me bovendien de kans om een film te maken die over méér gaat dan over oorlog. Ik zou zelfs meer durven zeggen: deze film gaat niét over de oorlog in Congo. Hij gaat over twee soldaten die op elkaar zijn aangewezen om te overleven. Dit is een verhaal van vrede en hoop. Het is de psychologische reis van de twee mensen die vechten met hun demonen en verplicht worden keuzes te maken – soms goede en soms slechte. Deze reis gaat verder dan oorlog. Het is een universele reis.”

Karekezi wijst in The Mercy of the Jungle niemand met de vinger. De inmenging van Rwanda in het Congolese conflict komt nooit expliciet ter sprake. “Sinds de start van de oorlog in 1998 zijn er zeer veel landen mee verwikkeld in de oorlog. Het gaat onder andere over Rwanda, Uganda, Frankrijk, de VS, etc. Met mijn film wilde ik geen schuldigen aanduiden. Ik wilde geen politieke oordelen vellen, maar de nood aan vrede in het land aantonen. Het is een boodschap die ik met iedereen wil delen, want er is nog op teveel plekken in de wereld oorlog. Met deze film wil ik aan de kijker meegeven dat je over jezelf moet nadenken en moet proberen in vrede te leven met je naaste.”

© Tsane Effiong

Trauma’s verwerken dankzij film

Volgens Karekezi hebben media en film als taak om mensen te informeren. “Ik herinner me dat de media, en dan vooral de radio, een grote invloed hebben gehad in het opzetten van de Tutsi’s en de Hutu’s tegen elkaar. In mijn twee eerste films heb ik enkel het geweld getoond, omdat dat toen specifiek mijn doel was. Maar cinema heeft niet enkel als taak om mensen te entertainen. In mijn visie moet het ook een boodschap hebben, die mensen kan aanleren hoe ze beter met elkaar kunnen omgaan en elkaar kunnen liefhebben.”

Film kan volgens de Rwandese regisseur dan ook helpen om gevoelige of zelfs traumatische gebeurtenissen te verwerken. “We kunnen cinema aanwenden om ons verleden, heden en onze toekomst te proberen te begrijpen. De moord op mijn vader luidde een van de moeilijkste periode van mijn jeugd in. Het heeft een grote invloed gehad op mijn verdere leven. Dat verleden draag ik nog steeds met mee: ik kan niet vergeten wat er gebeurd is. Zelfs mijn kinderen zullen ermee moeten leven, want ze zullen hun grootvader nooit kennen. Maar ik heb ook verantwoordelijkheden: ik moet leven en nadenken over de toekomst. We moeten doorzetten. Met mijn artistiek werk heb ik de verantwoordelijkheid om een boodschap van barmhartigheid mee te geven aan de kijker.”

Bouwen aan de toekomst in Rwanda

“De Rwandezen werken hard om vooruitgang te maken. Er worden veel nieuwe wegen aangelegd, het land kent een sterke economie. Mensen doen zaken, er is vrij veel toerisme, technologisch staan we sterk en er is ook de cinema. We vergeten het verleden niet, maar we moeten wel bouwen aan onze toekomst. Wij, de Rwandese jeugd, hebben de verantwoordelijkheid om bij te dragen aan de ontwikkeling van ons land. We moeten het verleden aanvaarden en samenwerken om er het beste van te maken.” Vandaag zijn er in Rwanda nog steeds dorpen waar Hutu’s en Tutsi’s naast elkaar wonen. In Le Pardon staat de zoektocht naar vergiffenis centraal. Maar hoe zit het voor Karekezi zelf? “Ik ken de moordenaar van mijn vader niet,” zegt hij. “Hierdoor kon ik vooruit kijken en proberen verder te leven zonder haat. Er zijn ook veel mensen die in hetzelfde dorp wonen en die er voor gekozen hebben om elkaar te vergeven. Ze moeten met het verleden leven en geven veel op om een normaal leven te kunnen leiden. Er zijn zoveel manieren van accepteren en keuzes van vergeven. Het hangt af van persoon tot persoon.”

The Mercy of The Jungle was al in 2018 op het internationale filmfestival van Toronto te zien, maar wordt nu pas internationaal gereleased, waaronder ook afgelopen maand op het Afrika Filmfestival in Leuven. De film won o.a de grootste prijs van het filmfestival FESPACO in Burkina Faso, het grootste filmfestival van Afrika.

vorige volgende