Onze reporter Stef Vananderoye (22) zoekt in tijden van Chanoeka en Kerst uit hoe jongeren omgaan met zingeving en levensbeschouwing. Met zijn bijdrage hoopt Vananderoye het onderwerp religie bespreekbaar te maken onder jongeren. Vandaag: een gesprek met de joodse Sarah (*).

 

 

 

Dag 4: jodendom

Sarah is een 21-jarige joodse uit Antwerpen. Ze houdt zich aan de basisvoorwaarden van haar geloof, maar heeft ook een open kijk op de wereld en andere levensbeschouwingen.

 

 

Praktiseren

Hoe beleef jij je geloof? Ga je regelmatig naar de synagoge?

Sarah: “Twee keer per jaar ga ik naar de synagoge op belangrijke feestdagen, zoals de Dag des Oordeels (Rosj Hasjana, het joodse nieuwjaar, nvdr.), maar ik ga niet wekelijks. Dat is een keuze die van thuis uit zo gemaakt is. Ik heb een gebedenboekje waar ik dagelijks in lees.”

“Ik vermijd eten dat niet koosjer is, zoals varkensvlees of gelatine. Wij kiezen eerder voor natuurlijke producten, die niet in een fabriek gemaakt zijn. Dan weten we wat er in zit. We mogen ook geen zeevruchten of garnalen. Qua kledingvoorschriften draag ik alleen rokken die tot aan mijn knieën komen, nooit broeken. Meestal zoek ik de gulden middenweg.”

Waarom heb je voor het joodse geloof gekozen?

Sarah: “Ik ben er mee opgegroeid. Ik ben thuis opgevoed met een open instelling naar de wereld en andere religies toe. Er zijn geen taboes, dus je apprecieert wat je hebt. Elke mens doet wat hem gelukkig maakt. We hebben geleerd om kritisch te zijn, vragen te stellen en open te communiceren. Ik heb nooit getwijfeld aan mijn geloof. Ik ben wel geïnteresseerd in andere geloofsovertuigingen, maar ik blijf joods.”

Welk beeld heb je van God?

Sarah: “God is een soort wind. Hij is almachtig, maar hij is in de eerste plaats een vader en dan een god. Hij zorgt voor zijn kinderen en hij beschermt hen. Zijn bedoelingen zijn goed en wij weten niet wat zijn berekeningen zijn. Zolang als je berouw toont voor je fouten, zal hij je vergeven. Je moet eerst aan je medemens vergeving vragen, voor hij je vergiffenis kan schenken. Hij heeft ons allemaal gecreëerd, dus is het belangrijk dat we respectvol met elkaar en zijn creatie omgaan. Het joodse geloof speelt dus ook een pedagogische rol. Soms voel ik wel eens zijn aanwezigheid, zoals een hand op mijn voorhoofd wanneer ik verdrietig ben. Of ik voel een soort warme wind die voorbijkomt.

Kom je wel eens in contact met andersgelovigen?

Sarah: “Ik heb veel vrienden op mijn universiteit van verschillende geloofsovertuigingen, ook moslims en christenen. Het christendom en de islam lijken veel op het jodendom. Die gelijkenissen zie je ten eerste in de taal, maar ook in de verhalen die in de heilige schriften staan.”

“Wij oordelen niet over de niet-gelovigen die de sabbat niet volgen. We moeten ze accepteren zoals ze zijn. Enkele van mijn beste vrienden zijn atheïstisch. Ik kan heel goed met hen overweg en we praten over geloof. Ik weet dat we sommige onderwerpen beter vermijden, maar we accepteren elkaar volledig.”

Geloof je dat wat in de Thora staat echt gebeurd is?

Sarah: “Ja, ik geloof in de Thora. Wat sommige mensen als geluk ervaren in de kleine dingen in hun leven, zie ik als soorten mirakels. Ik stel mezelf uiteraard ook vragen, maar er is toch een basisgeloof waar ik troost in vind. Daar kan ik me aan vasthouden in moeilijke situaties.”

“Je moet soms je eigen leven boven de regels stellen. Stel dat je bijvoorbeeld ernstig ziek bent op de Dag des Oordeels en je enkel kan overleven door varkensvlees te eten. Volgens de regels van de Thora mag dat niet, zeker niet op een heilige dag. Dan moet je die regel breken om te kunnen overleven. God verwacht van jou dat je dat doet.”

Wie bepaalt hoe je de regels moet interpreteren?

Sarah: “Elk woord in de Thora heeft bijna 72 betekenissen. We hebben een hoofdboek van de Thora, met daarnaast de boeken van de joodse filosofen die de regels interpreteren. Het hangt af van welke rabbijn je volgt. Daarom is het nodig erover te discussiëren en vragen te stellen. Anders loop je het risico om te extreem of te los in je denken te zijn. Je moet een gezonde mengeling van de wet en de interpretatie ervan vinden.”

“Wanneer de regels vaag zijn, moet je afgaan op je eigen gevoel. Je moet zelf beslissen door welke acties en keuzes je Gods liefde het beste kan voelen. Alleen daardoor kan je gelukkig zijn in je geloof. En dat is volgens mij belangrijkste, dat je gelukkig bent. Om het goede te doen moet je medeleven tonen, bescheiden en beleefd blijven. Bij het ritueel slachten van dieren moet je bijvoorbeeld ervoor zorgen dat het dier gezond is en met zo weinig mogelijk lijden gedood wordt. Als je vijand ongelukkig is, mag jij ook niet gelukkig zijn. Hij is een medemens, dus je moet medelijden met hem hebben.”

 

 

Controverse

Denk je ook na over thema’s als het homohuwelijk of abortus?

Sarah: “Ik verschil daarover van mening met mijn ouders. Ik denk dat je die dingen mag doen, zolang je andere mensen geen schade berokkent. Iedereen heeft bepaalde rechten, tot op zekere hoogte. Met homohuwelijken heb ik geen probleem. Met abortus hangt het af hoever de foetus gevorderd is. Als er levensvatbaarheid is en er is sprake van een levende persoon, dan mag je het volgens mij niet doen.”

Kan er thuis ook gepraat worden over de gespannen situatie tussen Israël en Palestina?

Sarah: “Het is een hele moeilijke situatie, die is niet zwart-wit. Er zijn bijvoorbeeld extremistische organisaties die een slecht beeld geven, van beide kanten. Daar wil ik heel voorzichtig over zijn in mijn uitspraken. Israël is volgens mij meer gefocust op zichzelf en probeert ervoor te zorgen dat de Israëliërs het goed hebben. De Palestijnen hebben voor de oprichting van de Joodse staat altijd in vrede samengeleefd met Joden. Er zijn extremisten aan beide kanten die ervoor zorgen dat religie een slechte invloed heeft op het conflict. Zo geeft het een slechte naam aan zowel de islam als het jodendom. Het probleem is dat je enkel de extremisten in de media ziet. Dat geeft een vertekend beeld en dan weet niemand meer wat er nu echt gebeurt.”

 

 

Geloven is…

Is er een verschil tussen oudere gelovigen en jongeren?

Sarah: “De ouderen zijn aan de ene kant wijzer, maar ook ouderwetser. De jongeren worden sneller beïnvloed door de maatschappij. Ik denk dat beide groepen elkaar nodig hebben. Zo helpen de ouderen om hen aan de regels te houden en helpen jongeren de ouderen om in de huidige maatschappij te integreren.”

Heb je een antwoord gevonden op de levensvragen of ben je nog op zoek?

Sarah: “Met een religie is het wel makkelijker om een antwoord te vinden. Ik denk dat iedereen op de wereld is gezet met een bepaalde opdracht. Het is een beetje een mengeling van de samenleving, geloof, filosofie en poëzie. Sommige mensen hebben de opdracht om anderen te beïnvloeden, anderen zijn er om beïnvloed te worden. Dus om de wereld te verbeteren moet er altijd interactie zijn.”

Wat is belangrijkste aan gelovig zijn?

Sarah: “Zowel de rituelen, als het samenkomen zijn belangrijk, maar ook de nabijheid van God. Zo kan je geluk halen uit de kleine ontmoetingen met mensen. Van daaruit moet je streven om een goed mens te zijn. Je moet je eigen weg zoeken en je niet aantrekken wat anderen ervan vinden.”

(*) Sarah is een verzonnen naam. Om privacyredenen wil ze liever niet met haar echte naam in de media komen.

© 2014 – StampMedia – Stef Vananderoye

 

 

 


Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 27/12/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 24/01/2015