Karen, Kristel en Josje zongen afgelopen weekend een allerlaatste keer hun grootste hits voor de nostalgische jongvolwassen fans. Ook Alle Kleuren passeerde de revue, maar in tegenstelling tot wat de songtekst doet vermoeden, was er weinig kleur te zien op het podium. Een spijtige zaak, vindt Anouk Torbeyns (22). “Kinderen moeten, ongeacht afkomst of uiterlijke kenmerken, ongelimiteerd kunnen blijven dromen.”
Nu het einde van het academiejaar en mijn studententijd met rasse schreden naderen, schiet een mens al eens in een ontkenningskramp. Ontsnappen aan het nakende wasdom kan door een vlucht naar de melancholie. In dat geval kon K3 op geen beter moment de fakkel doorgeven. Mijn laatste restje onschuldige jeugdigheid leefde ik uit op klassiekers als Heyah Mama en Alle Kleuren.
Een leuke show, daar niet van, maar wat die kleuren betreft viel het tegen, ja. Practice what you sing. Aan het publiek lag het in ieder geval niet. Jong, ouder en oudst waren aanwezig. Vooral meisjes, maar zeker ook jongens. Over de streep getrokken nadat ze Cosimo ongegeneerd de show zagen stelen in de publieksjury van K3 zoekt K3? Naast al die diversiteit waren dus ook alle kleuren aanwezig in het publiek: veel kinderen en jongeren met diverse roots.
Een gekloond danseressenkorps
Dat de nieuwe K3 uit drie witte meiden bestaat, daar heb ik me mee verzoend. De ravissante en kleurrijke Nora werd nu eenmaal te licht bevonden, het zij zo. Maar het podium werd niet alleen bestegen door de nieuwe en oude K3. Ze werden vergezeld door het Studio 100 ballet: allemaal even groot, even meisjesachtig en even blank. Allen hetzelfde pakje en allen hun haren keurig in een paardenstaart. Ze leken haast ergens in de duistere kelders van Studio 100 te zijn gekloond.
Ik heb me er niet minder door geamuseerd, maar blijf het wel jammer vinden. Het deed me ook terugdenken aan mijn eigen kindertijd. Als achtjarige uk zat ik nog vol lef en dromen om ook (achtergrond)danseres te worden, als het kon zelfs bij K3. Ik zag hen optreden op de zeedijk van Blankenberge ten tijde van Tien Om Te Zien en in het Kursaal van Oostende, waar ze hun show ‘Tele-Romeo’ brachten. Toen ook met een ogenschijnlijk gekloond danseressenkorps.
“Je valt te veel op tussen de andere danseressen”
Met mijn donkere huidskleur zag ik zo mijn kansen een eerste keer slinken. Een paar jaar later zorgde één opmerking ervoor dat ik mijn droom opborg. Toen ik me wou inschrijven in een iets prestigieuzere dansschool dan die in mijn dorpje, kreeg ik de volgende opmerking: “Ja, maar eigenlijk denken we dat je hier niet echt past. Je valt te veel op tussen de andere danseressen.” Wat dus zoveel betekent als: je bent te verschillend, te donker. Ze willen liefst dat alle danseressen er hetzelfde uitzien, even blank. Ze hebben me nooit één dansmove zien maken.
Destijds heb ik met die opmerking niets anders gedaan dan mijn schouders opgehaald. “Het zij zo”, dacht ik. Hoewel ik verder opvallend gespaard bleef van racisme en discriminatie was die ene opmerking genoeg om me te doen twijfelen. Het zorgde ervoor dat mijn zelfvertrouwen een knauw kreeg. En eerlijk gezegd: als ik op tv naar een show van Studio 100 keek, werd het bevestigd: achtergronddansers zijn vaak elkaars spiegelbeeld. Maar dat was wel zo’n twaalf jaar geleden. Anno 2016 verwacht ik meer.
Echte diversiteit
Ik hoop dat kinderen en hun ouders vandaag mondiger zijn en dergelijke situaties volhardend aankaarten, dat kinderen nu minder snel opgeven dan ik en vooral meer kansen en vertrouwen krijgen. Het gaat zelfs niet enkel en alleen over huidskleur. Waarom kunnen jongens niet meedansen met K3? Waarom kunnen kleinere of grotere, dikkere of dunnere dansers niet meedoen? Dat is echte diversiteit.
Als je drie protagonisten zich al hetzelfde moeten kleden, kan je echt wel wat meer variatie in de achtergrond brengen. Studio 100 moet vooral kijken naar de realiteit van vandaag en rekening houden met welke impact dergelijke homogeniteit kan hebben op kinderen, hoe jong ze ook mogen zijn. Het kan een nieuwe generatie kinderen die een carrière als (achtergrond)danser ambieert doen twijfelen. Kinderen moeten ten alle tijden ongelimiteerd kunnen blijven dromen.
© 2016 – StampMedia – Anouk Torbeyns
Dit artikel werd gepubliceerd door Opiniestukken.nl op 17/05/2016