De politie van Leuven merkt een dalende trend op in uitgaansgeweld. Volgens studentenweekblad Veto worden veel gevallen echter niet aangegeven.
De politie van Leuven stelt een dalende trend vast op gebied van gevechten en zinloos geweld tijdens het uitgaan. Dat merkte ze vorige week op tijdens de voorstelling van haar zonaal veiligheidsplan. Zogenaamde persoonsgebonden gewelddelicten daalden met meer dan tien procent tegenover 2012. “Wij hebben daarvoor centrumploegen die heel snel ergens geraken", stelt Leuvens korpschef Jean-Paul Mouchaers.
De cijfers zeggen niet alles. “Het probleem is dat ze vaak andere interventies hebben en het enige tijd kan duren voor ze bij onze fakbar zijn”, stelt Joris De Koninck, beheerder van fakbar Dulci. Koen Schildermans van fakbar HdR ziet de gevaren daarvan in: “Ik moet zeggen dat we bij geweld niet sterk gesteund worden door de politie. Het kan toch wel een twintigtal minuten duren vooraleer de politie hier is? Ik heb het zelf nog meegemaakt dat ik belde en dat ze buiten tien minuten later beginnen vechten met zware gevolgen. Als de politie er sneller was geweest, was dat niet gebeurd.”
Aangeven
De Procureur Des Konings stelde op de persconferentie nog: “Wat betreft geweld bij het uitgaan zijn studenten geen prioritaire doelgroep.” In de week kan de politie ook op minder middelen rekenen. “We willen overal zijn, maar we hebben maar vier overlastploegen ter beschikking en we kunnen niet overal tegelijk zijn", aldus korpschef Mouchaers. Uitgaansgeweld wordt ook niet vanzelfsprekend gemeld. Van een hele hoop slachtoffers valt te horen dat een pv opstellen “toch geen zin heeft”.
De stap naar een gerechtelijke procedure lijkt nog minder voor de hand te liggen. Advocaat Johan Bruyninckx snapt die reactie, maar haalt een nadeel aan. “Als je het niet meldt, wordt het niet bekendgemaakt en is er ook geen druk op het stadsbestuur of het beleid om in te grijpen. Als iedereen zwijgt over een probleem is er geen probleem bij wijze van spreken.”
Korpschef Mouchaers volgt hem daarin. Volgens hem kan er pas echt aan het probleem gewerkt worden als het genoeg gemeld wordt: “Als studenten niets aangeven, kunnen wij heel moeilijk een beeld vormen.”
Wapens of werkonbekwaam
Wanneer iemand een PV laat opstellen, gaat die na verloop van tijd naar het parket. Het parket kan overwegen om bemiddeling aan te bieden voor minder ernstige gevallen. De ernstige gevallen kunnen vervolgd worden, ook na bemiddeling. Tot slot kan de zaak ook geklasseerd of geseponeerd worden.
“Om in aanmerking te komen voor een bemiddeling of vervolging moet de zaak toch wel een bepaalde ernst hebben,” vertelt Sarah Callewaert, woordvoerder van het parket van Leuven. “Dat is als er onder andere wapens in het spel zijn of als het slachtoffer werkonbekwaam is. Wat trek- en duwwerk gaat niet naar strafbemiddeling.”
Slachtoffers van uitgaansgeweld zijn daarom ook zeker dat de meeste zaken geseponeerd worden. “Cafés of fakbars willen geen slechte naam, want elk geval van overlast of geweld wordt uitvergroot. Waarom zou je dan nog naar de politie stappen, als het alleen maar irritatie opwekt?”
“Heeft geen nut”
Een student, die anoniem wenst te blijven, werd door onbekenden afgetroefd op de Oude Markt: “Het ergste voorval dat ik heb meegemaakt, was in een bar met twee verdiepingen op de Oude Markt, rond 2 uur ‘s ochtends. Mijn vrienden en ik waren op de bovenste verdieping. Twee kerels dachten dat we drank naar beneden gooiden en sloegen enkelen van ons. Ik raakte bewusteloos en hield er een blauw oog aan over.”
“We kenden die mensen niet. Ze zijn ook meteen vertrokken. We zijn niet naar de politie gegaan. Dat heeft toch geen nut. Bij een eerder voorval zijn we wel naar de politie gegaan en daar hebben we niets meer van gehoord.”
Lees het volledige dossier op pagina’s 12 en 13 van Veto 19.
© 2014 – StampMedia, i.s.m. Veto – Quinten Evens en Kim De Groot
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 24/03/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 24/03/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 24/03/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Belg.be op 24/03/2014