“Het aantal ASO'ers zonder hoger diploma stijgt. Dat blijkt uit het jaarlijkse schoolverlatersrapport van VDAB. Maar is het wel wenselijk dat iedereen voortstudeert? Reporter Hinda belde met Shaireen Aftab (woordvoerster van VDAB), Jeroen Van Ranst (coördinator jongeren bij vakbond ACV) en met Sarah Van Steenkiste (coördinator bij Steunpunt Werk).
Hoe komt het dat er zoveel ASO'ers geen hoger diploma halen?
Aftab: “We volgen schoolverlaters, maar hebben geen zicht op de motivatie waarom ze bepaalde keuzes maken.”
Van Ranst: “Veel jongeren worden nog steeds gepusht om ASO te doen, waardoor ze niet altijd op hun plaats zitten, en zo hun motivatie voor school verliezen.”
De Morgen kopte dat het aantal ASO’ers zonder hoger diploma verontrustend is, waarom?
Aftab: “Het is net de bedoeling dat ASO’ers verder studeren, Ze hebben enkel een basisopleiding gekregen en missen dus nog de skills die hogeropgeleiden hebben en/of de praktische vaardigheden die men bijvoorbeeld in TSO of BSO aangeleerd krijgt.”
Ik lees dat bijna zeven op de tien studenten wel een hogere opleiding probeerde, maar hiermee stopte nog voor het jaar om was. Wat zijn de redenen hiervoor? In welke jobs komen zij uiteindelijk terecht?
Aftab: “Dit zijn helaas zaken die we niet weten. We peilen niet naar de motivatie, noch maken we de link met wie in welke job terechtkomt."
Hoe kunnen we onze jongeren motiveren en beter begeleiden om aan een gepaste job te geraken?
Aftab: “Bij VDAB raden we aan al tijdens de studieloopbaan verstandige keuzes te maken. Zoek uit wat je ambities, vaardigheden en talenten zijn. Het is bijvoorbeeld een goed idee om via een stage en als jobstudent werkervaring op te doen. Kies met je hart én je verstand. Met een diploma in een wetenschappelijke of zorgrichting vind je sowieso sneller werk. Het VDAB Schoolverlatersrapport wil jongeren goed geïnformeerde keuzes laten maken tijdens hun studieloopbaan, waarbij de link met de arbeidsmarkt wordt gelegd.”
Houdt de VDAB ook bij of hoogopgeleiden ook in hoogopgeleide jobs terechtkomen?
Aftab: “Neen, dat meten we niet. Mensen die in een job onder hun diploma werken, zijn in de statistieken van VDAB ‘aan het werk’.”
Hebben wij al die hoge diploma’s wel nodig in België?
Aftab: “Er is momenteel een grote vraag naar technische werkkrachten. De zogenaamde STEMrichtingen zijn erg in trek (STEM staat voor Science – Technology – Engineering – Mathematics, nvdr.). Ook in de zorgsector liggen er vandaag veel arbeidskansen. In beide sectoren hebben we werkkrachten nodig van verschillende niveaus.”
Van Steenkiste: “Het gaat niet meteen over het behalen van hogere diploma’s. Het is vooral belangrijk dat jongeren de scholing krijgen die bij hen past. Niet iedereen heeft een universitair diploma nodig. Zeker in deze tijden met de technologie en robotisering. Ook als je eenmaal aan het werk bent, moet je blijven investeren in opleidingen en vaardigheden.”
Is het voor ons economisch model wenselijk dat jongeren in het ASO-onderwijs zitten?
Van Ranst: “De waardering van ASO ligt niet in verhouding met wat vandaag economisch relevant is. Het heersend idee is dat ASO de meeste arbeidskansen biedt, maar zo eenduidig is dat niet. Daarom pleit ik ervoor om de praktische richtingen meer waardering te geven. Hierdoor zullen jongeren gemotiveerder zijn om zo’n richting te volgen, die ook af te maken en uiteindelijk een job te zoeken die daarbij aansluit.”
Bij ACV zijn we voor duaal leren, dat is een systeem waarbij jongeren een deel van hun opleiding op de werkvloer krijgen. Dit systeem kan de school en de werkvloer beter op elkaar laten afstemmen en jongeren aanmoedigen om een keuze te maken voor een technische opleiding.”
We stoppen een budget van x aantal euro in onze hogere opleidingen. Hoe weten we of het bedrag goed wordt besteed als we niet weten in welke jobs hoger opgeleiden terechtkomen?
Aftab: “Studeren doet iemand omwille van verschillende redenen. Noch de studies, noch de arbeidsmarkt, noch het onderwijs focust op de stelling die je opwerpt. Sommige investeringen in onze samenleving worden niet afgemeten met geld. Onderwijs is daar één van.”