De zestigste onafhankelijkheidsverjaardag van Congo in juni is een gelegenheid voor België om écht werk te maken van een gedekoloniseerde relatie met Congo. Mogelijk start deze met een ‘sorry’ voor de koloniale wandaden. Daartoe roept de expertengroep van de VN althans op. Maar volgens Nadia Nsayi, politicologe en Congo-experte, volstaat dat niet. “Je kan niet zeggen dat Congo vandaag volledig onafhankelijk is.”
Op 30 juni 1960 werd Congo onafhankelijk, maar het koloniale systeem liet lelijke wonden na. Tot een deftige dekolonisatie kwam het nooit. Minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD) noemt de band vandaag ‘bijzonder’. De Congolese politicus Martin Fayulu spreekt van een ‘vriendschap’. De landen houden er, naast een ‘bijzondere vriendschap’ uit struisvogelpolitiek, ook een turbulente haat-liefde relatie op na, die anno 2020 nog steeds in crisis verkeert. Nadia Nsayi is kritisch.
Hoe zou u de relatie tussen Congo en België vandaag omschrijven, mevrouw Nsayi?
“De relatie tussen de twee landen is geëvolueerd van een koloniale relatie – waarin de ene de andere onderdrukt – naar een neokoloniale relatie. Officieel gaat het om twee soevereine staten, maar je kan niet zeggen dat Congo vandaag volledig onafhankelijk is. Enerzijds heeft België na de onafhankelijkheid altijd geprobeerd om een zekere controle te blijven uitoefenen. Dat blijkt duidelijk uit de betrokkenheid van België bij de moord op de eerste Congolese premier Patrice Lumumba en uit de steun voor president Joseph Mobutu, die 32 jaar lang dictator was in Congo. Anderzijds is de politieke klasse in Congo er na zestig jaar onafhankelijkheid nog altijd niet in geslaagd om naar een nieuw model te evolueren. Dat zie je op politiek, sociaal, economisch en cultureel vlak.”
“Congo blijft het kindje dat door de nonkel moet geholpen worden”
“Het is absurd dat Frans nog steeds de officiële taal is in Congo, terwijl het voor vele Congolezen niet hun moedertaal is. De Congolese Grondwet is nog steeds quasi een kopie van de Belgische. De politieke klasse is met weinig nieuws kunnen komen. 75 jaar kolonisatie is natuurlijk niet niks.”
België en Congo lijken het pijnlijke koloniale verleden vaak liever te vergeten. Waarom is dat zo, denkt u?
“Congo laat heel wat dossiers gelinkt aan de koloniale periode veilig onder de mat liggen, omdat het gevoelige dossiers zijn. Zo zal Congo waarschijnlijk niet snel vragen om alle objecten uit het Afrikamuseum in Tervuren terug te krijgen. Je zou denken dat het symbolische dossiers zijn, maar ze liggen zo gevoelig dat ze gemakkelijk een diplomatieke crisis kunnen ontketenen. Daar hebben de Congolese leiders absoluut geen zin in. Bovendien zou het terugvragen van de objecten iets weghebben van je keren tegen je eigen nonkel. Felix Tshisekedi, de huidige Congolese president, heeft meer dan twintig jaar in België gewoond en gestudeerd. Ergens is hij ook een product van België, dus het is voor hem ook niet evident om zich op diplomatiek vlak tegen België te keren.”
"De Congolezen hebben hun zelfvertrouwen verloren door de kolonisatie. Ze zijn gaan geloven dat ze op eigen kracht niets kunnen en andere landen, zoals België, nodig hebben om iets te kunnen realiseren.”
“Daarnaast dragen de politieke leiders een soort ‘koloniaal complex’ met zich mee. In het algemeen hebben de Congolezen hun zelfvertrouwen verloren door de kolonisatie. Ze zijn gaan geloven dat ze op eigen kracht niets kunnen en andere landen, zoals België, nodig hebben om iets te kunnen realiseren.”
“Ook België heeft dit koloniale complex. Dat zie je bijvoorbeeld op vlak van ontwikkelingssamenwerking. Experten in de ontwikkelingssamenwerking geven zelf toe dat als België voor Congo dezelfde voorwaarden zou hanteren als voor alle andere landen, we vandaag al lang niet meer in Congo actief zouden zijn. De reden: te veel corruptie. Maar België is er niet klaar voor om de ontwikkelingssamenwerking met Congo stop te zetten. Beide landen handelen vanuit hun eigen koloniale complex. Terwijl ik vind dat we naar een meer rationele manier van samenwerken moeten evolueren.”
“Mogelijk is de beste oplossing dat beide landen elkaar proberen los te laten”
“Belangrijk is dat België en Congo zowel naar het verleden als de toekomst kijken. Ze moeten kijken naar wat de koloniale periode heeft betekend en wat de gevolgen ervan zijn. Maar ook naar hoe het nu verder moet. Mogelijk is de oplossing om – nadat de landen hun gemeenschappelijke geschiedenis hebben uitgeklaard – elkaar proberen los te laten. Maar eerst moeten ze elkaar aankijken en de waarheid vertellen. Want er zijn nog veel zaken niet verteld.”
Er passeerden al veel nietszeggende, politieke verklaringen over (hernieuwde) bereidheid om de samenwerking met Congo te dekoloniseren. Denkt u dat het er in 2020 van zal komen?
“De huidige politieke generatie is na de koloniale periode geboren. Dit zou kunnen leiden tot nieuwe vormen van samenwerking. Maar ze zijn wel opgegroeid in een samenleving die een zware koloniale erfenis met zich meedraagt. In België heerst een bepaalde propaganda, dominante boodschappen die nog steeds sterk doorwegen. In februari gingen premier Sophie Wilmès (MR) en minister Alexander De Croo naar Congo. Als je goed luistert naar hun persverklaringen, hoor je dat ze nog altijd zeggen dat België Congo moet helpen. Terwijl we juist moeten afstappen van die boodschap.”
“België zet zich nog steeds boven Congo, terwijl het even goed kan zijn dat Congo België helpt. Op deze manier geraken we niet in een gelijkwaardige relatie. Congo blijft het kindje dat door de nonkel moet geholpen worden.”
Denkt u dat België bang is van een sterk, onafhankelijk en democratisch Congo?
“Absoluut. Niet alleen België, maar heel de wereld is bang van een sterk Congo. Het land ligt in het hart van Afrika, met negen buurlanden. Congo heeft het potentieel om één van de rijkste landen ter wereld te zijn. De grondstoffen die de wereldmarkt nodig heeft, liggen in Congo. Daardoor wil iedereen er iets te zeggen hebben. De bevolking van het land is de dupe.”
“De enige die zich durfde uit te spreken tegen het onrecht door België, werd in stukken gesneden en in zwavelzuur opgelost”
“Lumumba wilde samenwerken met België en de internationale gemeenschap, maar hij keek eerst en vooral naar de Congolezen. Hij heeft dat met zijn leven bekocht. Als je vandaag een leider bent in Congo en je wilt overleven, dan zal je veel compromissen moeten sluiten, die je eigen bevolking niet ten goede komen.”
Is een hervormde samenwerking met Congo wel mogelijk, aangezien het huidige regime op een niet-democratische manier aan de macht kwam en corruptie nog steeds wijdverspreid is in het land?
“Als twee landen met elkaar onderhandelen, dan zal ieder land zijn eigen belangen proberen veilig te stellen. België doet dat voor de Belgische bevolking en Congo zou dit moeten doen voor de Congolese bevolking. Dat zijn de wetten van de diplomatie. Alleen doet Congo dat vaak niet. Dat komt enerzijds door een gebrek aan sterke leiders. Anderzijds speelt er ook een psychologisch aspect. De enige die zich durfde uitspreken tegen het onrecht door België - Patrice Lumumba - werd mee door Belgen in stukken gesneden en in zwavelzuur opgelost. De moord op Lumumba wordt generatie op generatie meegenomen. De onderliggende boodschap daarvan is dat als je je uitspreekt tegen onrecht, en specifiek tegen België, je weleens fysiek uitgeschakeld kan worden.”
“De situatie is niet wanhopig. Ik zie weinig evolutie bij de politieke klasse in Congo, maar gelukkig wel in het middenveld. Congo is als een olifant die op de grond ligt en alleen zal opstaan als er een volksmobilisatie is die de eigen leiders ter verantwoording roept. Zo was er in het licht van de coronacrisis sprake van het uittesten van een mogelijk vaccin in Congo. Daar is ongelofelijk veel opstand tegen gekomen, waardoor de onderzoekers een stap achteruit hebben gezet. Joseph Kabila wilde president blijven, maar ook daar heeft het volk zich tegen verzet. Deze geest van verzet heeft altijd bestaan bij de Congolezen, al van tijdens kolonisatie. Vanuit België hebben we de neiging om daar geen oog voor te hebben. Mensen die echt aandacht hebben voor de Congolese samenleving, zien deze vormen van verzet.”
‘Dochter van de dekolonisatie’ van Nadia Nsayi verscheen in mei 2020 bij Uitgeverij EPO.
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 25/05/2020