De Leuvense universiteit keurde deze week een maatregel goed die eerstejaarsstudenten met een extreem lage score verbiedt zich het volgende jaar opnieuw voor die richting in te schrijven. Op knack.be maakte redacteur Ann Peuteman zich sterk dat het nochtans normaal is dat studenten in hun eerste jaar zo slecht scoren. Maya (22) is het daar niet mee eens. "Laten we studenten inderdaad de tijd geven om volwassen te worden - maar dan buiten het onderwijs."

De overstap van middelbaar onderwijs naar unief is gigantisch, en brengt voor velen een overweldigende vrijheid mee, stelt Peuteman. Die aanpassing vergt tijd - tijd die we de studenten moeten gunnen, al is het dan in de vorm van een mislukt eerste jaar, zo klinkt het. Peuteman heeft natuurlijk grotendeels gelijk. De grote veranderingen die een overstap naar het hoger onderwijs met zich meebrengt, houden een verantwoordelijkheid in die voor veel achttienjarigen te snel komt. Dat is echter geen argument tegen de maatregel van de KU Leuven, om verschillende redenen.

Hallucinante slaagcijfers

Het klopt dat heel wat beginnende studenten zich in hun eerste jaar minder concentreren op hun leerstof en meer op hun net verworven vrijheden, en daardoor hun slaagkansen stevig zien dalen. Maar een extreem lage score in dat eerste jaar - 30% studie-efficiëntie of minder - betekent bijna automatisch dat ook de kansen op een diploma drastisch dalen. Volgens de KU Leuven haalt slechts 6,5% van de studenten met een dusdanig lage score uiteindelijk nog een diploma in die richting.

Dat cijfer is hallucinant laag. Het moge duidelijk zijn dat een zodanig cijfer niet alleen een symptoom is van een te nonchalante studiehouding - het is praktisch altijd een symptoom van een verkeerde keuze. De veelbesproken maatregel zou er dus vooral voor zorgen dat de overige 93,5% van de zwaar gebuisde eerstejaars ervan bespaard worden nog veel meer tijd en middelen te verdoen in navolging van een diploma dat ze nooit zullen halen.

Te hoge verwachtingen

Blijven nog twee problemen over: wat met de studenten die wél gewoon te veel feesten in hun eerste jaar? En hoe zorgen we ervoor dat minder studenten een verkeerde keuze maken? De kern van het probleem is in beide gevallen dat de eerstejaars te jong, onvolwassen en onervaren zijn om te kunnen omgaan met de grote druk die het zelfstandige leven en de universiteit met zich meebrengen.

De ‘oplossing’ die Peuteman voorstelt - de zaken gewoon laten zoals ze zijn, en studenten zelf hun weg laten zoeken, al moet dat met buizen, teleurstelling en heel wat verspilde middelen - volstaat niet, dat is duidelijk. Wat we als maatschappij wél kunnen doen, is onze verwachtingen verlagen. Een zeventienjarige wordt niet op slag volwassen op de dag dat hij achttien wordt - dat vergt tijd en aanpassing. Waarom geven we onze studenten die tijd dan niet - buiten het onderwijs?

Pleidooi voor vrije tijd

In heel wat landen is het doodnormaal dat een achttienjarige niet meteen van de schoolbanken overstapt naar de aulazeteltjes, maar eerst gaat werken om zijn studies te bekostigen, of gaat reizen nu het nog kan. Zo heeft hij de tijd om zichzelf en de wereld te leren kennen, voor hij keuzes moet gaan maken die de rest van zijn leven voor een deel zullen bepalen. Hier in België wordt zo’n ‘gapyear’ echter nog steeds beschouwd als een abnormaliteit en een overbodige luxe.

Het is ironisch dat tijd voor jezelf nemen gezien wordt als overbodig op je achttiende, terwijl het voor werkende mensen van middelbare leeftijd overal wordt aangemoedigd en geprezen. Het is ook ironisch dat die tijd nemen beschouwd wordt als verspilling, terwijl de geld- en tijdverspilling die kruipen in studenten die jaar na jaar buizen, beschouwd worden als normaal. Vrijheid is een prachtige zaak, maar één die ook verantwoordelijkheid meebrengt. Jaren tijd en overheidsmiddelen verspelen beschouw ik niet als verantwoordelijk - niet van de studenten, maar ook niet van de maatschappij.

© 2014 - StampMedia - Maya Witters


Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 01/12/2014
Dit opiniestuk werd gepubliceerd door Opiniestukken.nl op 02/12/2014
Dit opiniestuk werd gepubliceerd door KU Leuven blogt op 02/12/2014