Theater, tv-series, langspeelfilms, dansclips: noem het maar op en Noa Tambwe Kabati heeft het afgelopen jaar in deze projecten zijn talent laten zien aan Vlaanderen. Op dit moment is de jonge acteur nog te zien in de interactieve fictiereeks ‘Assisen’, dat deze week zijn ontknoping nadert. “Je kan nooit zeggen dat je alleen maar in een serie of film wil spelen.”
Vriendelijk, goedlachs en nederig. Dat is onze eerste indruk van de 21-jarige Noa Tambwe Kabati. Doorheen het interview gebruikt de Antwerpse acteur dikwijls zijn handen om een antwoord te verduidelijken en neemt hij de tijd om zijn gedachten goed te verwoorden. Op een rustige locatie in Antwerpen lijkt het interview op sommige momenten op een fijn, filosofisch gesprek met een vreemde op café.
Noa Tambwe Kabati is nog even te zien in 'Assisen', de reeks op Play4 en GoPlay waarin de kijker de volksjury speelt. Deze week weten we of de jury het bij het rechte eind had toen het zijn vonnis uitsprak. De Antwerpse Kabati speelt erin een bijrol als één van de dansers van een beruchte compagnie.
Ook tijdens zijn grote doorbraak als Moyo in 2018 in de Vlaamse hitserie 'wtFOCK', gebaseerd op het Noorse orgineel SKAM, acteerde Kabati al dansend. Of danste hij al acterend? In ieder seizoen werd er gefocust op platonische en romantische relaties tussen jonge diverse karakters en alle perikelen die daarbij komen kijken. In 2020 was het de beurt aan Kabati die het personage van Moyo belichaamde en samen met Romi Van Renterghem (Kato) seizoen 4 van 'wtFOCK' leven gaf.
Even terugspoelen: hoe kijk je terug op je rol als Moyo in 'wtFOCK'?
“Pas vanaf seizoen vier had ik iets meer invulling in de serie. Bij de eerste seizoenen kan ik dus niet echt spreken over mijn persoonlijke bijdrage. In het derde seizoen speelde ik de beste vriend van Robbe, die moest dealen met zijn geaardheid, wat zeker goed was om in de spotlight te zetten.”
“Wat ik juist krachtig vond aan de Belgische versie van 'wtFOCK' tegenover de andere SKAM’s, is dat Robbe zijn coming out bij zijn vrienden niet zomaar werd aanvaard. In het echte leven vind ik zeker dat dit moet geaccepteerd worden, maar spijtig genoeg bestaat er nog altijd de realiteit waarin veel mensen homofoob zijn. In Moyo zijn seizoen werd vooral gefocust op racisme, discriminatie en vooroordelen. Ik voelde mij enorm vereerd om een rol daarin te spelen. Ik ben echt dankbaar voor de kans die ik heb gekregen.”
Denk je dat je veel jongeren hebt kunnen helpen door jouw rol?
“Ik stond er nooit echt bij stil wat de impact zou zijn voor mensen die hetzelfde verhaal delen als Moyo. Pas na de vele reacties besefte ik dat ik wel degelijk mensen heb geraakt. Ik hoop dat ik een positieve invloed of een bepaald voorbeeld heb kunnen zijn voor die jongeren. Vaak wordt er online gevraagd: ‘Hoe doe jij het om zoiets te filmen als iemand van kleur?’, en dan denk ik: ‘Wow, ik ben geen rolmodel. Ik probeer gewoon te doen wat ik graag doe en alles wat daarbij komt kijken, is mooi meegenomen.”
Hoe beleefde je het immense succes van 'wtFOCK'?
“Het is heel raar dat mensen je opmerken en dat je plots een publiek figuur bent voor sommigen, maar tegelijkertijd ben je ook maar ‘die ene van op het scherm’. Na de selfies is het ‘oké, fijn om je te zien, doei’. Het zijn dus heel vluchtige momenten van appreciatie en daarna ga ik terug naar mijn gewone, dagdagelijkse leven. Hoewel: iemand in Rusland had een schilderij van mij gemaakt en had het naar mij opgestuurd. Ik heb het nog altijd thuis liggen, en ik vind het echt gek dat het tot daar is gegaan.”
“Ik ben geen rolmodel. Ik probeer gewoon te doen wat ik graag doe en alles wat daarbij komt kijken, is mooi meegenomen”
Vorig jaar mocht je de hoofdrol spelen in de langspeelfilm ‘Nowhere’ waarin je samen met André (Koen De Bouw) op zoek gaat naar de familie van jouw personage Thierry. Het is ons opgevallen dat jij meestal rollen hebt in maatschappelijk relevante producties. Is dat bewust?
“Dat is altijd toevallig geweest, want ik heb nooit echt een activistische kant laten zien. Ik sta bijvoorbeeld niet dikwijls op straat voor een protest en ik post niet veel op sociale media. Ik merkte pas later dat mijn rollen belangrijk zijn voor anderen. Ik ging niet op zoek naar audities voor deze specifieke verhalen, maar ik ben wel heel blij dat ik deze rollen heb mogen spelen. Je zou wel kunnen zeggen dat ik via deze rollen een meer activistische kant van mezelf laat zien.”
Stel dat je over een paar jaar zelf scripts en rollen mag kiezen. Welke soort verhalen zouden jou aantrekken?
“Er zijn, denk ik, de standaardrollen die ik sowieso nog wil spelen, zoals rollen in actie- en dramafilms. Daarnaast zou ik in een verder stadium nog altijd personages willen vertolken in films en series die belangrijke onderwerpen en kwesties aankaarten. Onderwerpen zoals verslaving, politiegeweld, racisme of homofobie. In de veronderstelling dat ik zou kunnen kiezen, zou ik zoeken naar scripts die nodig zijn in onze maatschappij en niet per sé scripts voor producties die de mensen willen zien.”
In ‘Nowhere’ speel je een redelijke zware rol. Welke impact heeft zo’n emotionele rol op je?
“Soms bots je als acteur op karakteristieken van een personage die je herkent in jouw eigen persoonlijkheid waardoor je geconfronteerd wordt met je persoonlijke leven. Het is dan interessant om te zien hoe diep je kan graven als acteur om bepaalde kwestie bloot te leggen. Thierry, mijn personage in ‘Nowhere’, zijn verhaal was inderdaad zwaar, maar enorm fijn om te doen.”
Zijn er bepaalde rituelen die je volgt om emotionele scènes voor te bereiden?
“Elke acteur heeft zijn eigen manier. Femke Vandersteen, die Jana speelt in 'wtFOCK', kon écht op commando huilen, twintig takes na elkaar. Ik was zo verwonderd omdat ik dat nog nooit had gezien. Het was waarschijnlijk wel vermoeiend voor haar. Ik kan dat niet, zo meteen huilen. Bij de scènes op het einde van ‘Nowhere’ waar ik echt heel hard moest huilen, heb ik mij op voorhand de hele dag afgezonderd. Om mij voor te bereiden, luisterde ik liedjes die mij emotioneel maakten om persoonlijke redenen of ik zocht naar momenten in mijn leven die mij pijn hebben gedaan.”
Je volgt naast je drukke acteeragenda een theateropleiding aan het KASK in Gent. Op welke manier verschilt theater van film?
“Het grootste verschil zie ik voornamelijk in het publiek. In theater moet je je emoties kunnen overbrengen tot de persoon helemaal vanachter. Je moet met andere woorden ‘groot’ kunnen spelen. In films daarentegen wordt door het gebruik van verschillende camera-angles zelfs de verste persoon in een cinema naar voren gebracht. In mainstreamfilms kan je ook niet even absurd en groot gaan als bij theater. Ik vind dat het voor meerdere redenen echt twee verschillende werelden zijn. Daarom wil ik ook schrijven voor film en theater. Later wil ik zowel voor als achter de schermen werken.”
Wil je een naam creëren in de theaterwereld?
“Zeker. Ik denk dat je nooit kunt stoppen met leren en studeren. De kunst van acteren en de hele wereld errond is zo groot, dat je nooit kunt zeggen: ‘Ik wil alleen in een serie of een film spelen.’ Het acteren op een podium is niet hetzelfde als een personage spelen voor een serie of film. Het lijkt me dus cool om beide werelden te verkennen.”
“Omdat ik niet met Vlaamse tv ben opgegroeid, zag ik wél representatie op het scherm. Als ik dan kijk naar Vlaamse tv door de 'decades' heen, dan denk ik: ‘Ja, een beetje 'lacking'”
Heb je toen je jonger was jouw verhaal, het verhaal van iemand met een migratieachtergrond, gezien op het grote scherm?
“Ik zag wel voldoende representatie op het scherm, maar alleen omdat ik niet opgeroeid ben met Vlaamse tv. Voor mij was het normaal om zwarte en gekleurde hoofdrollen te zien, maar als ik dan kijk naar Vlaamse tv door de decades heen, dan denk ik van: ‘Ja, een beetje lacking.’ Dus het is nu aan ons allemaal om dat te doen om onze zusjes, broertjes en kleinkinderen te laten zien dat er eigenlijk geen issue moet zijn over achtergrond. Wij kunnen ook heroes zijn. Daarom dat een film als Black Panther (Marvelfilm waarin zwarte mensen voor het eerst prominent in beeld kwamen als superhelden, red.) ook zo belangrijk is.”
Heb je ooit getwijfeld over de keuze om acteur te worden?
“Nee. Vanaf het moment dat ik tegen mijn papa uitsprak dat ik acteur wilde doen, heb ik nooit meer getwijfeld. Ik was toen ongeveer tien jaar en had net de film 'Seven Pounds' met Will Smith (dramafilm waarin het hoofdpersonage zijn fouten probeert recht te zetten door zeven onbekende mensen te helpen, red.) gezien. Die film had mij zo hard geraakt dat ik dat ook wou kunnen doen met mensen via film.”
Ben je naast acteren ook actief op andere culturele vlakken?
"Euhm, mijn main focus is acteren, maar ik heb heel mijn leven gedanst. Dit wil ik ook graag blijven doen. Als er projecten op mijn weg komen, zoals optredens, videoclips en producties, dan sta ik daar zeker voor open. Op dit moment is dansen wel meer naar de achtergrond verdwenen, maar het blijft een passie van mij.”
Zowel in 'WtFOCK' als in 'Assisen' kom je dansend voor op beeld.
“Wow, ik heb nog nooit in deze setting gepraat over dansen.” (lacht)
Zie je dansen als een vorm van therapie?
“Ja, natuurlijk. Dansen is altijd een uitlaatklep geweest voor mij. Nu kan ik iets beter communiceren, maar vroeger kon ik dat nog niet zo goed. Ik deed dat niet uit mijzelf en via dans was dat wel mogelijk. Er zijn letterlijk banden en relaties die mij voorheen hebben gekwetst, maar dat is opgelost door gewoon te dansen.”
Wat is je favoriete dansstijl?
“Dat verandert continu. Op dit moment zou ik experimentele hiphop zeggen. Daarbij moet je niet de standaard hiphoppasjes volgen, maar kan je in de dans ook moderne of andere hedendaagse invloeden steken. Een melting pot, zeg maar.”
Tot slot: heb je voor ons een sneak peak over een nieuw project?
“Oh neen! Ik mag daar eigenlijk niet over praten. Maar ik wil wel iets zeggen, omdat het zo exciting is. Er zal iets leuks komen, waarover ik het daar juist had. Het is iets wat we nodig hebben, maar niet per sé iets dat iedereen zal willen zien. Als ik er een gevoel aan koppel, ben ik overdreven excited. Eén ding dat ik hierbij kan zeggen: representatie.”
Interview door Houda Salmi, Liliane Bizimana, Sabina De Naeyer en Sinem Pala. Zij zijn studenten Communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel. Ze schreven dit artikel voor het vak VUB Medialab.
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Laatste Nieuws op 29/03/2023.