De hashtag #JeSuisCharlie ging woensdag trending na de laffe aanslag op de redactie van Charlie Hebdo. Maya (22) wil in dit schrijven evenwel uitleggen waarom zij er zich niet toe kan brengen om ‘Charlie’ te zijn. "De wetten op vrijheid van meningsuiting bevatten clausules die uitzondering maken wanneer de ‘goede zeden’ in het gedrang komen, of wanneer de meningsuiting racisme bevat of haat kan uitlokken."
Laat ik beginnen met een zo duidelijk mogelijke disclaimer. Niets, maar dan ook niets, kan het extreme geweld dat woensdag gepleegd is in Parijs verklaren of goedpraten. Moord is op geen enkele manier goed te keuren. Wat gebeurd is, is verschrikkelijk, en mijn gedachten gaan uit naar de slachtoffers en al hun naasten.
Ik was niet de enige die geshockeerd was. Overal waar je keek op het internet, praatten mensen over de aanslag. De hashtag #JeSuisCharlie, met bijbehorende profielfoto’s, was meteen trending op alle sociale netwerken. Journalisten uit alle windstreken verklaarden zichzelf Charlie. Voltaire lachte stilletjes in zijn vuist om het aantal keren dat hij vandaag geciteerd werd.
Na zo’n schokgolf zijn de reacties altijd emotioneel, spontaan en vooral gericht op solidariteit, dat begrijp ik. Iedereen voelt mee met de slachtoffers en wilt dat zo sterk mogelijk uitdrukken. Helaas gaat dan ook, zoals zo vaak, de nuance verloren in de debatten die ontstaan. Op Twitter werd druk schande gesproken over de ‘extremisten’ die de hashtag #JeNeSuisPasCharlie gebruikten. Nochtans weerklonken daar vaak de meest genuanceerde meningen.
Vrijheid van meningsuiting
Laat ik proberen uit te leggen waarom ook ik mijzelf er niet toe kan brengen om ‘Charlie’ te zijn, ook al ben ik daarmee blijkbaar zowat de enige journalist in het westelijk halfrond. "Charlie Hebdo verdedigde de vrijheid van pers en meningsuiting!", hoor ik overal. Ja, maar de wetten op vrijheid van meningsuiting bevatten ook clausules die uitzondering maken wanneer de ‘goede zeden’ in het gedrang komen, of wanneer de meningsuiting racisme bevat of haat kan uitlokken.
De publicaties van Charlie Hebdo mogen dan strikt genomen wettelijk zijn geweest, zo blijkt, toch strookt hun inhoud volgens mij niet met die laatste clausule. Herhaaldelijk zeer provocerende cartoons publiceren over één bepaalde religie, is dat niet aanzetten tot haat? Voor mij ligt het er in elk geval veel te dichtbij om zo’n publicaties te steunen. Vrijheid van meningsuiting is belangrijk, maar menselijk respect vind ik nog belangrijker. Elke vrijheid brengt ook verantwoordelijkheid mee.
Humor betekent niet dat alles kan
Nogmaals, een gebrek aan respect geeft niemand vrijgeleide om in het rond te gaan schieten. Maar ik ben geschrokken door het grote aantal mensen die het blijkbaar normaal vinden dat een medium polariserende, haatdragende inhoud publiceert. Meer nog, Charlie Hebdo wordt nu langs alle kanten toegejuicht als de vlagdrager van de vrijheid, als een soort dappere guerrillabeweging die vooral moet blijven draaien. Zo’n soort journalist wil ik niet zijn.
"Ja, maar het is allemaal om te lachen!", hoor ik u zeggen. "Moslims hebben gewoon geen gevoel voor zelfrelativering!" Tja. Als gelijkaardige dingen gepubliceerd zouden worden over joden, hebben we meteen te maken met antisemitisme en staat de halve wereld op haar kop. Als ik zeg dat iemand verwijfd is, kan ik ook beweren dat dat om te lachen is, maar de persoon tegen wie ik het zeg zal daar vast anders over denken.
Moeten we daarom allemaal onze mond houden over dingen die een ander verkeerd kan opvatten? Nee. Mogen we geen mopjes maken over religie? Ja, dat mag wel. Maar we zouden wel altijd, in alles wat we doen en zeggen, moeten proberen om ook de andere kant te zien. Bovenal zouden we allemaal genoeg menselijkheid moeten kunnen opbrengen om onze mening, hoe sterk ook, uit te drukken op een respectvolle wijze. Dat is de enige manier waarop we een evenwichtige, leefbare wereld kunnen creëren.
En daarom, ondanks alles: #JeNeSuisPasCharlie.
© 2015 - StampMedia - Maya Witters