Syrische rebellen verklaarden vorig weekend een open oorlog aan de Al-Qaida-rebellen in Syrië. De escalatie volgt op de gruwelijke moord op een rebellenleider door ISIS-strijders.
Afgelopen zaterdag publiceerde het ‘Islamic Front’, een groepering waarin gematigde rebellenbrigades zich verenigd hebben, een officiële oorlogsverklaring aan ISIS (Islamic State of Iraq and Syria), de afdeling van Al-Qaida in Syrië. In eerste instantie kreeg ISIS 24 uur om zich over te geven en wapens in te leveren, maar er braken al gevechten uit lang voor het verstrijken van de deadline.
Terreur tegen rebellen en bevolking
De onvrede tegen Al-Qaida in Syrië leeft al maanden. Vele dorpen, steden en gebieden waar deze extremistische moslimstrijders de macht naar zich toe hebben getrokken, zijn veranderd in een soort ministaatjes. Hier hebben strijders, die voor het overgrote deel bestaan uit jihadisten uit het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Europa, hun eigen Sharia-wetgeving ingevoerd. Sinds enkele dagen durven burgers in verschillende steden die onder ISIS-controle staan, het aan om op straat te protesteren tegen de aanwezigheid van de militanten. Tot nog toe werden protesten gedoogd, maar vaker werden manifestanten bedreigd, ontvoerd of geëxecuteerd.
De directe aanleiding voor de hevige confrontaties heeft meerdere oorzaken. Op 31 december werd het zwaar verminkte lichaam van een populaire rebellenleider door ISIS overgeleverd aan ‘gewone’ rebellen tijdens een gevangenenruil. De moord en foltering van een zoveelste rebellencommandant stootte op veel woede en onbegrip bij zowel burgers als rebellen. In dit klimaat van toenemende woede vielen twee dagen later ISIS-troepen een stad aan die gewone rebellen na zware gevechten met regeringssoldaten hadden kunnen innemen. Voor vele rebellen was de maat nu blijkbaar vol, waardoor een grootschalig offensief werd ingezet.
Van Aleppo tot Raqqa
Op vrijdag 3 januari begonnen verschillende rebellenbrigades een gecoördineerde aanval op ISIS-troepen en –hoofdkwartieren in de provincies Idlib en Aleppo in het noorden van Syrië. Door het verrassingseffect en de grootschaligheid van de aanval konden ISIS-troepen in vele steden op korte tijd uitgeschakeld worden. Op zondag sloeg de revolte over naar de provincies Hasakah en Raqqa. Vooral Raqqa is een bolwerk van Al-Qaida-militanten. De gevolgen van deze gevechten zijn voorlopig niet te voorspellen. ISIS vormt een pest voor de bevolking en rebellen, maar ze fungeren wel als stoottroepen van diezelfde rebellen. Bij vele overwinningen die het afgelopen jaar geboekt werden, lagen (buitenlandse) jihadisten aan de basis van het succes. Het is om die reden dat ze zo lang gedoogd werden door ‘autochtone’ Syrische rebellen. In hun strijd tegen president Assad zijn het waardevolle bondgenoten, maar verder vormen ze een gevaar. Want: “De ontvoeringen en willekeurige executies uitgevoerd door ISIS zijn mogelijk nog erger dan de misdaden van het Assad-regime”, verklaarde een woordvoerder van het ‘Islamic Front’ zaterdag in een persmededeling.
Conflict zonder grenzen
De gevechten vinden plaats op een moment dat ISIS ook buiten de Syrische grenzen begint te opereren. In de afgelopen weken werd het Libanese Beiroet drie maal door een autobom getroffen en op 4 januari raakte bekend dat ISIS-troepen controle konden krijgen over Fallujah, een stad van 300.000 inwoners in het centrum van Irak. Vooral Irak is een gevaarlijk kruitvat aangezien de spanningen tussen Sjiieten en Soennieten daar vorig jaar al aan meer dan 8.000 mensen het leven kostten.
Als twee honden vechten…
Wie zich intussen wel in de handen wrijft, zijn natuurlijk president Assad en zijn medestanders. Zij staan aan de kant terwijl hun tegenstanders elkaar uit de weg proberen te ruimen. Het Syrische leger en regeringsgetrouwe milities moeten enkel het geschikte moment afwachten om de verzwakte rebellen aan te vallen. Dat zou al gebeuren. Zo berichtte Cédric Labrousse, een Franse anti-regeringsactivist die contact houdt met tientallen informanten in Syrië, via twitter dat zaterdagavond een konvooi met minstens vijftien tanks zich naar een militaire basis ten zuiden van Aleppo verplaatste. Het is een kwestie van tijd vooraleer het leger deze situatie zal proberen uit te buiten.
In de vroege morgen van 9 januari berichtten regeringsgetrouwe milities dat ze de Kweiris luchtbasis, ten zuidoosten van Aleppo hadden bereikt. Rebellen en ISIS-troepen hadden de basis meer dan zes maanden belegerd. Op woensdag trokken de jihadisten van ISIS zich echter van de frontlijn terug om elders slag te leveren tegen rivaliserende rebellengroepen.
© 2014 - StampMedia - Jurgen Van den Plas