De coronacrisis heeft ons de ogen geopend op een heel aantal vlakken. We zijn gaan inzien wat een voorrecht het is om te gaan en staan waar we willen, om te bezoeken wie we willen en om niet te moeten vrezen voor onze eigen veiligheid. Gelukkig is het allemaal tijdelijk. Maar in crisistijd worden helaas vaak andere problemen vergeten. Problemen die zich niet zo opdringen als een virus dat alles lamlegt, die niet onze woonkamer en onze gedachten binnensluipen, die in zo veel opzichten onzichtbaar zijn, maar daarom niet minder dodelijk. Ik heb het hier over de klimaatproblematiek: onze blauwe planeet, de grootste schat die we bezitten, maar waarvoor we niet zorgen zoals we dat voor andere schatten doen. En de gevolgen van deze collectieve verwaarlozing zijn niét tijdelijk.
Junior Journalist is Vlaanderens grootste schrijfwedstrijd voor jongeren en wordt elk jaar georganiseerd door het Davidsfonds. Tijdens de editie van 2020-2021 was het thema "schatten". Met haar opiniestuk over de klimaatcrisis werd Elise Renckens deze jaargang de nationale laureate in haar leeftijdscategorie.
2020 is officieel het warmste jaar sinds het begin van de metingen. Overal ter wereld doet zich een significante toename voor in het aantal natuurrampen en de intensiteit ervan. De zeespiegel stijgt jaar na jaar. De biodiversiteit keldert. Je zou denken dat iedereen beseft dat het vijf voor – nee, vijf over twaalf is. Maar dan zie ik een krantenkop in De Standaard, “Eén op de vijf Vlamingen gelooft niet in klimaatopwarming door mens”. Een hallucinant cijfer, als je het mij vraagt. En het wordt alleen erger: slechts om en bij de 60 procent van alle Vlamingen is “bezorgd” om de opwarming van de aarde. Deze cijfers mogen dan van 2015 dateren, recentere studies tonen aan dat er nauwelijks iets veranderd is, terwijl de klimaatsituatie zelf duidelijk verslechterd is. Dat zijn lang niet de enige zorgwekkende cijfers, maar wat mij betreft wel de meest opvallende. Want hoe zit het met die 40 procent die de ernst van het probleem nog altijd niet lijkt in te zien, laat staan met nog eens de helft van hen die zelfs het bestaan ervan ontkent?
Maak je geen zorgen, in dit stuk zal ik je niet overladen met allerlei cijfers uit klimaatrapporten, zoals de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer of de snelheid waarmee de ijskappen smelten. Ik ga ervan uit dat jij tot die 60 procent behoort die ik niet meer hoef te overtuigen van de ernst van de zaak. Wat mij vooral intrigeert, is het feit dat we over al deze cijfers uit kwalitatief onderzoek beschikken, maar nog steeds zo bitter weinig ondernemen. Waar gaat het verkeerd, zowel in de politiek als bij de bevolking? Wanneer is de wetenschap haar geloofwaardigheid verloren? En – misschien nog belangrijker – waarom?
"Ik wil dat mijn kleinkinderen zich nooit zullen moeten afvragen waarom onze generatie niets gedaan heeft om hun lot te veranderen"
Het gebrek aan waardering voor wetenschappelijk onderzoek is een fenomeen dat zich niet alleen voordoet wanneer het aankomt op de klimaatcrisis. Kijk maar naar de bestrijding van het coronavirus. Virologen voorspellen een tweede golf, roepen zelfs op tot actie, maar waar blijft de politiek? Die laat alles nog een paar weken aanslepen tot het kalf verdronken is en de tweede golf er werkelijk komt. Keer op keer had de wetenschap gelijk, keer op keer vielen er meer slachtoffers dan nodig was en toch blijven de mensen die aan de knoppen zitten de situatie minimaliseren. Zo gaat het ook met het nemen van maatregelen om het klimaat te redden. Waar komt dit gedrag vandaan?
Persoonlijk denk ik dat hier twee belangrijke factoren spelen: een gebrek aan bewustzijn en de publieke opinie. En dat laatste is waarschijnlijk het meest hardnekkige probleem. Niemand wil de boeman zijn. Niemand wil de bevolking bang maken, laat staan haar het gevoel geven bestraft te worden. Dat is begrijpelijk. Het is immers eigen aan mensen dat we heel moeilijk te motiveren zijn voor iets waarvan we niet onmiddellijk resultaat zien. We luisteren dan ook liever naar iemand die verkondigt dat we goed bezig zijn en dat we ons niet te hard moeten inspannen. Verbazingwekkend veel politici zwichten hiervoor in een poging imagoschade te vermijden. En zo volgt al snel de uitspraak “We moeten nu ook weer niet overdrijven, hè.”
Minimaliseren of zelfs ontkennen is gewoon het gemakkelijkst. Maar het gevaar van deze struisvogelpolitiek is dat een deel van de bevolking écht gaat geloven dat er niets aan de hand is. Wie om welke reden dan ook de kritische blik mist om dit soort berichtgeving te kaderen en te filteren, loopt het risico in een tunnelvisie te belanden en volledig te vervreemden van objectieve informatiebronnen. Deze mensen zijn dan weer gemakkelijk te manipuleren en tegen elkaar op te zetten. En het is juist deze, vaak onzichtbare bevolkingsgroep die het zo moeilijk maakt om de klimaatcrisis op een doeltreffende en doortastende manier aan te pakken. Een oorlog kun je immers niet winnen met interne verdeeldheid.
Het klimaat is een onderwerp dat me nauw aan het hart ligt. Ik wil mijn kleinkinderen niet moeten uitleggen wat een koraalrif was of hen vertellen dat er ooit sneeuw viel in onze streken. Maar ik wil vooral dat ze veilig zijn, dat ze altijd genoeg te eten hebben en dat ze zich nooit zullen moeten afvragen waarom onze generatie niets gedaan heeft om hun lot te veranderen.
"Respect voor onze planeet moet de norm worden, niet het motto van een enkeling"
Dit is onze laatste kans om actie te ondernemen. De coronacrisis heeft aangetoond dat we in staat zijn onze manier van leven radicaal om te gooien. We hebben bewezen dat we een gemeenschappelijk doel kunnen nastreven, zolang de grote meerderheid overtuigd is van dat doel. Dus laten we daarop inzetten: iedereen aan boord krijgen. Want we weten allemaal te weinig over wat op ons af komt en we worden nog onvoldoende aangemoedigd om het verschil te maken. Respect voor onze planeet moet de norm worden, niet het motto van een enkeling.
En wat als we overdrijven? In dit geval bestaat er niet zoiets als “teveel van het goede”. Er gaat echt niemand dood van een extra inspanning, wél van een inspanning te weinig. Onze planeet is tenslotte een schat die ons allemaal toebehoort, en waarvoor dus ook ieder van ons verantwoordelijkheid draagt. Dus laten we die nuancerende toon voor één keer overboord gooien, en laten we dat zinnetje “We moeten nu ook weer niet overdrijven, hè” alsjeblieft nooit meer in de mond nemen.