Op 17 januari wordt de moord op Patrice Emery Lumumba herdacht. Hij was de eerste democratisch verkozen premier van het onafhankelijke Congo. Maar wie is deze man die wordt beschouwd als één van de belangrijkste figuren van het Afrikaans Nationalisme?

Patrice Lumumba werd geboren als Isaïe Tasambu op 2 juli 1925 in de Kasaï-provincie, in het toen nog Belgisch-Congo. Na een hevige ruzie met zijn vader, die een definitieve verbreking van de relatie tot gevolg had, nam hij de naam aan waarop wij hem vandaag kennen: Patrice Lumumba. Hij dankte zijn nieuwe achternaam aan zijn moederszijde. Na de aanvatting van zijn studies op de missionarisschool, bleek hij al zeer snel uit te blinken door zijn unieke intellect.

Na zijn studies werkte hij eerst als secretaris in een mijnbedrijf en nadien als journalist in Leopoldstad (nu Kinshasa) en Stanleystad (nu Kisangani). Tijdens zijn werk als secretaris merkte hij dat de grondstoffen die uit Congo kwamen een heel prominente rol speelden in de wereldeconomie. Daarenboven merkte hij ook dat geen enkele Congolees inspraak had op het beheer van deze grondstoffen. Dit dreef Lumumba om de Congolezen aan te zetten tot uniteit. In 1955 werd hij de lokaal bestuurder van een Congolese handelsvennootschap en trad hij toe tot de Belgische Liberale Partij. Nog geen twee jaar later werd hij gearresteerd voor het verduisteren van postcheques uit Stanleystad en veroordeeld tot een jaar cel.

Na een vervroegde vrijlating, hernam hij zijn politieke activiteiten en werd hij voorzitter van de Association des évolués de Stanleyville. Dit was een selectief groepje Congolezen die wel kwaliteitsvol onderwijs genoten hadden in tegenstelling tot hun talrijke lotgenoten. In 1958 vond de eerste Wereldtentoonstelling plaats in Brussel. Dankzij zijn pro-Belgische teksten en inzet voor de Belgische Liberale Partij, werden Lumumba en enkele van zijn kompanen uitgenodigd op deze expositie. Tijdens de expositie werd het Congolese volk vanuit een paternalistisch perspectief en als dieren in de zoo voorgesteld. Op dat moment nam Lumumba afstand van de Liberalen en vervoegde zich bij antikoloniale groeperingen in Brussel.

Na zijn terugkomst in Congo richtte hij het MNC, Mouvement National Congolais op. Na het bijwonen van de Conferentie van het Panafrikanisme in Akra, organiseerde hij een bijeenkomst, waar hij voor 10 000 mensen sprak en aanzette tot de onafhankelijkheidsstrijd.

Op 4 januari 1959 kondigde toenmalige Belgische koning Boudewijn dat Congo onafhankelijk zou worden, maar dat dit in alle rust en met de nodige tijd zou gebeuren. Een precieze datum werd toen niet gegeven, maar Lumumba aarzelde niet om zelf een datum op te dringen: 1 januari 1961. In oktober van datzelfde jaar werd hij opnieuw gearresteerd, ditmaal voor het ophitsen van het volk tegen de kolonisator. Dit zorgde voor hevige rellen, waarbij ongeveer dertig mensen het leven lieten. Patrice zou in januari 1960 veroordeeld worden tot zes maanden cel.

Tegelijkertijd hield de Belgische regering gesprekken met de Congolese onafhankelijkheidsstrijders: een rondetafelgesprek met de belangrijkste vertegenwoordigers van het Congolees volk te Brussel. Naar aanleiding van dit gesprek werd Lumumba in allerijl vrijgelaten om alsnog deel te nemen aan deze cruciale dialoog. Tijdens het gesprek werd tot grote verbazing van de Congolese partijen aan tafel, een definitieve dag van onafhankelijk beslist: 30 juni 1960.

Speech

In mei 1960 werden de eerste verkiezingen ooit in Congo georganiseerd. Deze werden gewonnen door het MNC van Lumumba, die vervolgens de eerste Congolese regering ooit vormden. Hij nam de titel aan van eerste minister en Joseph Kasavubu werd president. Op 30 juni 1960, de dag dat Congo officieel onafhankelijk zou zijn en de president benoemd zou worden, nam Patrice Lumumba onverwacht het woord. Hij gaf een zeer scherpe tegen de voormalige kolonisator en zijn beleid van dwangarbeid, beledigingen, lijfstraffen & sociale ongelijkheid aanklaagde. Dit transformeerde meteen in een eerste politiek incident van ernstige schaal dat niet in dank werd afgenomen door koning Boudewijn. Hij werd aangemaand door president Kasavubu om een vriendelijkere speech te geven, later die dag en zo alsnog de vrede te bewaren.

Echter was het hier te laat voor. De vurige speech van Lumumba verspreidde zich als een vuurtje onder het Congolese volk. De toespraak werd geïnterpreteerd als anti-België, terwijl op dat moment nog steeds alle ambtenaren en legerofficieren Belgen waren. Dit zorgde snel voor rellen onder de Congolese bevolking die alles terug in eigen handen wilden nemen en al deze Belgen wilden wegjagen, verminken of zelfs doden. Lumumba profiteerde van deze hoog opgelaaide emoties om het leger te ‘verafrikaniseren’ en de lonen te verdubbelen.

België liet zich niet doen en stuurde maar liefst 10 000 soldaten binnen de 10 dagen na het incident, naar Congo om de Belgen te beschermen. Niet alleen de Belgen, maar ook de Katanga zouden de Belgen willen beschermen omwille van het feit dat daar veel grondstoffen en Belgische bedrijven waren. Katanga profiteerde van de situatie, met hulp van Belgische autoriteiten, om zich onafhankelijk te maken van Congo.

Om de situatie te bedaren en onder druk van België, sprak president Kasavubu zich uit tegen deze acties van Lumumba.  Op 4 september 1960 besliste hij om zijn eerste minister te ontslaan en hem te vervangen. Deze laatste antwoordde hierop dat hij zijn functie niet zou verlaten en beschuldigde Kasavubu van hoogverraad. Hij ontsloeg zelf de president.

Op 14 september 1960 pleegde kolonel Joseph Mobutu een staatsgreep en kwam hij zo aan de macht. Lumumba werd onder huisarrest geplaatst. Patrice zocht steun bij de VN, deze stuurden blauwhelmen die zijn huis zouden komen beschermen. Dit was van levensbelang, want de soldaten van Mobutu kwamen hem arresteren. Doordat zijn telefoonlijn werd doorgeknipt verloor Lumumba greep op de hoofdstad Leopoldville. Daardoor besloot hij te ontsnappen uit zijn huis en naar Stanleystad te gaan. Hij verschalkte de blauwhelmen die hem beschermden en militairen van Mobutu die hem kwamen arresteren. Doordat hij onderweg naar Stanleyville kostbare tijd verloor door het volk aan te spreken, was hij makkelijk op te sporen door de troepen van Mobutu. Op 1 december 1960 werd hij gearresteerd door de soldaten van Mobutu.

Mobutu zei dat de reden van de arrestatie van Lumumba het feit was dat hij het leger had opgehitst en tot rebellie had aangezet. De toenmalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Dag Hammarskjöld, riep Kasavubu op om Lumumba een eerlijk proces te geven. De USSR, waar Lumumba hulp had aangevraagd, beschuldigden Hammarskjöld en het Westen van de verantwoordelijkheid voor Lumumba’s aanhouding. Ze eisten zijn onmiddelijke vrijlating.

Op 17 januari 1961 werd hij uit de militaire gevangenis weggebracht naar een “veiligere” gevangenis, maar eigenlijk werd hij gewoon overgeleverd aan zijn vijanden. Diezelfde nacht zou Lumumba, samen met twee kompanen geëxecuteerd worden in omstandigheden die tot vandaag de dag nog steeds een mysterie blijven. Het meest bekende verhaal omtrent zijn mysterieuze dood zou zijn dat zijn lichaam in stukken gesneden zou zijn en in zwavelzuur zijn opgelost.

In februari 2002 gaf de Belgische overheid toe "onmiskenbare verantwoordelijkheid te hebben gehad in de gebeurtenissen die tot Lumumba's dood hebben geleid", al wilde men niet de volledige verantwoordelijkheid opnemen gezien er geen sluitend bewijs kon worden gevonden. In juli 2002 werden er door de Verenigde Staten documenten vrijgegeven die de rol van de CIA in de moord op Lumumba onthulden. De CIA zou Lumumba's tegenstanders gesteund hebben met geld en politieke ondersteuning, en in Mobutu's geval zelfs met wapens en militaire training. De dag waarop hij vermoord werd, 17 januari, is vandaag de dag een feestdag in Congo.

© 2017 – Versiety/StampMedia –Joël Diensi