Virtual Reality wordt steeds populairder. Ook in de gezondheidszorg wordt er geëxperimenteerd met deze techniek. Het blijkt een goede manier om van je diepste angsten af te komen.

Ik stap voorzichtig de bus in en kijk vluchtig over mijn schouder als de deuren met een sissend geluid sluiten. Het is druk, maar achterin vind ik een zitplek. Ik plof neer naast een man met een strakke kaaklijn. Hij staart me vol afgrijzen aan. Een aantal mensen kijkt achterom en werpt me een vuile blik toe. Om mij heen klinkt onverstaanbaar gefluister. Op een scherm verschijnt de mededeling dat er een verdacht pakketje is onderschept. Ik voel een vervelende druk op mijn neus.

De ochtendspits in

Mijn neusvleugels ontspannen als ik even later de Virtual Reality-bril van mijn hoofd trek. Voor mij ronkt een logge computer. Ik zit in de behandelingskamer van Roos Pot-Kolder, promovenda aan de Vrije Universiteit Amsterdam en als psycholoog werkzaam bij het psychiatrisch instituut Parnassia in Den Haag. De laatste jaren verkende zij de mogelijkheden van Virtual Reality (VR) als behandelingsmethode voor mensen met een belemmerende angst in sociale situaties.

“VR-therapie is eigenlijk het verlengde van exposuretherapie”, vertelt Pot-Kolder. “Met die methode confronteren we cliënten met hun angst. Zo leren ze omgaan met situaties die angstgevoelens oproepen. Door die gewenning ebt de angst op den duur weg.”

Exposure-therapie werkt alleen bij regelmatige confrontatie met de angst. Daar zit het grote voordeel van een virtuele confrontatie, want de bril kan elk moment worden op- en afgezet. “Als je al dertig keer in een virtuele bus hebt gezeten, is de stap naar een echte bus een stuk kleiner”, zegt Pot-Kolder. “We doen bewust aan overexposure.“

In een virtuele realiteit word je aangekeken door mensen op café. In een virtuele realiteit word je aangekeken door mensen op café. (© CleVR)

Virtueel doktertje

Pot-Kolder doet onderzoek naar exposure in de virtuele wereld. Deelnemers betreden tijdens zestien sessies de virtuele bus of het virtuele café. “Stap nu naar buiten en de wereld is al anders dan vanochtend”, zeg Pot-Kolder.

“Maar de virtuele wereld kunnen we manipuleren. Ik kan de situatie afstemmen per cliënt. In het begin van de behandeling is het rustig in de bus en kijken de avatars vriendelijk uit hun ogen. Later kan ik die spanning opvoeren door avatars toe te voegen en ze nare dingen te laten zeggen.”

Ik weet dat het niet echt was en toch voel ik me beledigd.

De resultaten van het onderzoek zijn verbluffend. Dankzij VR ligt de drempel om de confrontatie met angsten aan te gaan een stuk lager. Hoewel de angst daadwerkelijk voelbaar is, zijn patiënten zich ervan bewust dat er in de virtuele wereld weinig te vrezen is.

Pot-Kolder heeft desalniettemin nog wensen voor de toekomst: “We willen de wereld nog verder kunnen manipuleren. De systemen moeten ook compacter, zodat cliënten thuis kunnen oefenen. Een aantal personen deed nu niet mee aan het onderzoek omdat er nog een busrit zit tussen de praktijk en hun woonplaats.’’

Virtual Reality-onderzoeker Willem-Paul Brinkman (TU Delft) heeft daar een oplossing voor: “De patiënt krijgt een laptop, hartslagmeter en VR-bril mee naar huis. In plaats van een therapeut die op afstand meeluistert, zal er in de toekomst ook een virtueel doktertje in de laptop meereizen. Die kan je door de behandeling heen helpen.’’

Kapitein van je eigen leven

Virtual Reality bestaat ook als behandelingsmethode voor prestatieangst. Dana-Maria Faneker is al jarenlang thuiscoach. Met drie VR-apps kan ze cliënten confronteren met angsten, zoals podiumvrees, spreekangst en netwerkvrees. Die confrontatie zorgt voor gewenning. Een stap in de echte wereld is zo veel makkelijker gezet. Faneker: “Zo word je weer de kapitein van je eigen leven.’’

Ik probeer de app SpeechCenter. Ik moet een presentatie geven. Een stuk of tien mensen staren me aan. Ik heb geen idee waar ik het over heb, dus ik ben blij wanneer het voorbij is. Faneker onderwerpt me aan een volgende app, BeFearless. Ik kom terecht in een klaslokaal. “Wat zou je willen veranderen aan je basisschooltijd?’’, vraagt de virtuele docent. Het voelt zo lang geleden dat ik niet verder kom dan: “Ik had liever moeten zijn tegen mijn moeder.’’ Als ik om me heen kijk, is de helft van de klas aan het gapen of met zijn hoofd aan het schudden. Het lijkt een slecht verhaal. Ook de app bevestigt mijn gefaalde presentatie. So close, try again.

We willen de wereld nog verder kunnen manipuleren.

Ik doe mijn bril af. Ik weet dat het niet echt was en toch voel ik me beledigd. Brinkman heeft een verklaring. “Mensen zijn niet gek. Ze weten dat het niet echt is. Maar het is net het onbewuste gedeelte in je hersenen dat reageert op angststimuli. Op die manier kan ook een virtuele wereld je angstgevoelens oproepen.’’

© 2016 – StampMedia – 
Joost van Beek en Ginette Thiellier


Dit artikel werd gepubliceerd door Bloovi.be op 08/07/2016
Dit artikel werd gepubliceerd door Newsmonkey.be op 08/07/2016
Dit artikel verscheen eerst in de PIDMAG jg.5, nr 15, p. 6-7