Ecologie en duurzaamheid zijn belangrijk. Dat beseffen ook steeds meer winkels en diensten. Ze bedenken originele concepten om hun steentje bij te dragen aan een klimaatvriendelijkere samenleving. Van een verpakkingsvrije winkel tot een gecombineerde leverings- en recyclagedienst: wie ecologisch zoekt, die vindt. Hoogleraar Pim Martens bevestigt: “Er is nog veel werk voor de boeg, maar elk duurzaam initiatief is een stap in de goede richting.”

Duurzaamheid. Iedereen praat erover, maar niemand weet echt wat het is. Ook Pim Martens, sinds twaalf jaar hoogleraar Duurzame Ontwikkeling aan de Universiteit van Maastricht, geeft toe dat duurzaamheid een complex begrip is.

 

Winkels en bedrijven geven zichzelf maar al te graag en al te gauw een duurzaamheidsstempel



“Er zijn evenveel definities als mensen. Er bestaat namelijk geen eenduidige en alles omvattende definitie. De invulling van het begrip wordt sterk bepaald door de context en het gevoel. Het gevolg? Winkels en bedrijven geven zichzelf maar al te graag en al te gauw een duurzaamheidsstempel: in de loop der jaren ben ik op duurzame auto’s, duurzaam vlees, duurzame frietjes en talloze andere voorbeelden gestoten. Maar vaak is het niet duidelijk wat duurzaam in die gevallen precies inhoudt en dat maakt het een erg lastige oefening.”



Hoewel er nog veel werk voor de boeg is, looft Martens ondernemingen die ecologisch verantwoord te werk gaan. “Er zijn heel wat winkels, bedrijven en diensten die het juiste spoor bewandelen. Elk van die initiatieven vormt een stap in de goede richting. De ecologische winkel van de toekomst is voor mij een winkel die op een zo klimaatvriendelijk mogelijke manier werkt en anderen mee op de duurzame kar trekt. Duurzaam handelen moet zowel voor producenten als consumenten een plezier zijn."



Voor de consument is er volgens Martens een belangrijke rol weggelegd: “De ecologische winkel van de toekomst zal alleen kunnen bestaan als ook het gedrag van de consument wijzigt. Zolang wij seizoengebonden producten buiten het seizoen willen eten, blijft de vraag naar die goederen aanwezig. Pas als we die mentaliteit en levenswijze grondig veranderen, kunnen we samen écht grote stappen zetten.”

 

Glazen bokalen en tupperwarepotjes



Savina Istas is één van Martens’ oud-studenten die de lessen uit de master Duurzaamheidswetenschappen omzette in de praktijk. Twee jaar geleden richtte de 26-jarige onderneemster in Antwerpen Robuust: The Zero Waste Shop op, de eerste verpakkingsvrije winkel van ons land.



Door het weglaten van verpakking doet Robuust aan precyclage. Dat bespaart natuurlijke rijkdommen, vermindert zowel de CO2-uitstoot als de voedseloverschotten en verkleint de afvalberg. Door het gebruik van biologische streekproducten wordt bovendien de lokale economie gesteund.



“Mensen moeten de kans krijgen om te winkelen zonder enorme hoeveelheden afval te produceren. Daarom koop ik alle producten aan in bulk en werk ik in de winkel met glazen bokalen, schepbakken in roestvrijstaal en jerrycans met een pompje erop”, licht Savina toe. “Wij bieden ook linnen zakken aan, maar in het ideale scenario brengt de klant zelf zijn verpakking mee: dat kunnen kartonnen doosjes, glazen bokalen, flessen of Tupperwarepotjes zijn. Die klimaatvriendelijke verpakkingen worden eerst gewogen en voorzien van een etiket. Wanneer ze gevuld zijn, betaal je alleen het gewicht van het product dat in je doosje of bokaal zit.”

© Babs Gabriel

Maar is de productie van glazen potten en linnen zakken ook niet vervuilend? “Het grote verschil is dat je plastic zakken veel makkelijker weggooit en er dus ook veel meer nodig hebt. Een linnen zak koop je om die vervolgens jarenlang te gebruiken. We pretenderen overigens niet dat we honderd procent duurzaam zijn, want dat is onmogelijk.”



Op de vraag of alles hygiënisch verloopt, antwoordt Savina bevestigend: “Absoluut. Mensen hebben niet de kans om het voedsel met de handen aan te raken. Bovendien kunnen voedingswaren evenmin met elkaar vermengd worden.” En wat de prijs betreft, tast je bij Robuust even diep in de buidel als bij de betere biowinkel. “Spotgoedkoop zijn onze producten niet, maar we proberen wel te allen tijde rond het gemiddelde te schommelen”, besluit Savina.

 

Met een volle bestelwagen naar huis



De Britse ingenieur Ben Bramich belandde jaren geleden in België. Tijdens een werkverblijf in Japan ontdekte hij een heleboel diensten die zich richtten op het verkleinen van de afvalberg en het gebruik van reservecapaciteit. Met een gelijkaardig idee keerde Ben terug en na een master Business Administration richtte hij zijn zaak reason2.be op. Acht jaar later bestaat Bens bedrijf uit acht werkkrachten en werd reason2.be omgedoopt tot Cirkle.

 

Honderd procent duurzaam zijn is onmogelijk.



“In Azië leerde ik dat thuisbezorging vaak niet op de meest efficiënte manier gebeurt. Daarom begon ik te brainstormen over de manier waarop we lege bestelwagens aan het eind van de dag toch nuttig konden inzetten. Zo ontstond het idee voor een eigen bedrijf dat enerzijds verse en lokale producten aan huis levert en anderzijds afgedankte spullen ophaalt.”



Ben koos meteen een geschikte bestemming voor al dat materiaal: “De opgehaalde zaken gaan ofwel rechtstreeks naar liefdadigheidsacties ofwel worden ze gerecycleerd. Voor zaken als bakolie of inktpatronen krijgen we geld dat integraal naar goede doelen gaat.” Het project van Ben slaat aan. “Ongeveer zestig procent van onze klanten doet wekelijks mee met de recyclage. Het komt er vooral op aan de mensen een eenvoudige manier van recycleren aan te bieden en hen er bewust van te maken dat ze op ecologisch vlak veel meer kunnen doen dan ze denken. Maar om onze klanten in dat verhaal te betrekken, moeten we in de eerste plaats zelf kwaliteitsvolle producten leveren.”



Tachtig procent van die producten zijn van lokale makelij: “De volle honderd procent is helaas onmogelijk. Mensen consumeren graag een gevarieerd aanbod aan groenten en fruit, maar niet alle producten zijn via de Belgische landbouwproductie op elk moment voorhanden.”



In de toekomst ziet Ben ruimte voor verbetering: “We willen ons bezoek aan de leveranciers integreren in onze leveringsronde, zodat we op lange termijn heel wat overbodige autoritten vermijden. Als verpakking gebruiken we nog steeds plastic zakken, maar we houden onze ogen open voor betere alternatieven. Het blijft een uitdaging om op elk vlak de meest duurzame oplossing te vinden.”



© 2016 – StampMedia - Babs Gabriel & Stef Rynders


Dit artikel verscheen eerder in PIDMAG jg.5, nr.16 op p. 10-11

Dit artikel werd gepubliceerd door MO*- online op 06/10/2016

Dit artikel werd gepubliceerd door Zeronaut.be op 06/10/2016