Plastic keutels, noemt burgerbeweging Antwerpen Schaliegasvrij ze. De kleine, plastic bolletjes in wit, blauw, geel en groen die in de haven van Antwerpen geproduceerd worden en van daaruit verwerkt tot tal van plastic producten. Met een ‘plastickeuteljacht’ op zondag organiseerde de burgerbeweging een citizens science project. Honderden vrijwilligers namen stalen en telden uiteindelijk 22.000 nurdles op vijftig vakken van 25 op 25 centimeter verspreid van het Noordkasteel tot ver voorbij de Nederlandse grens. Dat komt neer op 3 kubieke meter pellets. Grof geëxtrapoleerd gaat het om miljarden plastic bolletjes langs de oevers van de Schelde.
‘We wisten wel dat er veel vervuiling was aan de Schelde’, vertelt Thomas Goorden van burgerbeweging stRaten-generaal. ‘Maar tot nu toe zijn er nog niet op deze schaal stalen genomen van deze nurdles. Ze vormen nochtans hard bewijsmateriaal voor de bestaande vervuiling.’
Verontrustende resultaten
Vrijwilligers schraapten alle nurdles bij elkaar die ze binnen vakken van 25 op 25 centimeter vonden. Met vergieten, zeven en water werden ze gescheiden van de plantenresten en aarde waarin ze overal langs de Schelde verstrengeld zitten.
‘Mensen begrijpen de schaal van het probleem niet’, oppert Goorden. ‘We spreken niet over miljoenen, maar miljarden nurdles die zich op de oevers van de Schelde alleen al bevinden.’
Door mensen op te trommelen en zelf te ervaren hoe moeilijk het is die nurdles uit rietkragen of uit de aarde te plukken eens ze er liggen, wilde Antwerpen Schaliegasvrij het maatschappelijke bewustzijn rond de problematiek opkrikken. Goorden: ‘Niemand weet wat de gevolgen zullen zijn. Maar één ding is zeker: dit verhaal wordt een drama voor de eeuwigheid.’
Reden genoeg om schop en vergiet in de hand te nemen. MO* ging mee op plastickeuteltocht.
Producenten dragen verantwoordelijkheid
Zondagochtend 10 uur verzamelden we in de Stormkop, een oud droogdok, op het Eilandje in Antwerpen. Na een korte uitleg over hoe we de stalen moeten nemen en coördinaten opzoeken met de What3Words app, maken we kennis met het Leuvense gezin Van Os-Decaluwé. Samen met de ouders Tobias en Tineke en de vier kinderen, Joppe, Flor, Pepijn en Iebe zullen we op plastic keutels jagen. Al snel wordt tijdens een fikse wandeling duidelijk dat ze allemaal sterk begaan zijn met het klimaat.
‘Het klimaat is voor ons heel belangrijk’, vertelt oudste zoon Pepijn. ‘We rijden niet met de auto. We eten allemaal vegetarisch of veganistisch en we proberen ook zo weinig mogelijk plastic te verbruiken.’
Beide ouders waren van jongs af begaan met klimaatonrecht. Vandaag proberen zij die klimaatbewuste levenswijze door te geven aan hun vier kinderen. Nurdles zoeken hoort erbij.
Al kan je het nauwelijks een zoektocht noemen. Het is allesbehalve moeilijk de nurdles te vinden. Ter hoogte van de raffinaderij van Total dalen we een eerste keer van de dijk, over de losliggende stenen af naar de rietkraag. Overal zie je de kleine plastic bolletjes. Onder onze voeten, tot diep in de grond en verspreid tussen de keien en rotsen.
Ook op de twee andere andere plekken, telkens een kleine honderd meter verder, treffen we eenzelfde omvang van plasticvervuiling aan. Terwijl de ouders stalen nemen, ruimen de kinderen het aangespoelde zwerfvuil op. Een grote vuilniszak is snel gevuld. Het zorgt voor een dubbel gevoel bij het gezin. Kwaadheid en frustratie overheersen, maar ze willen de hoop op beterschap niet opgeven.
‘Het is ongelooflijk. Echt hallucinant’, stelt Tineke vast. ‘Ik wist dat er een probleem was. Mensen maken zich schuldig aan plasticvervuiling, daar moet iedereen aan werken.’ Maar deze tocht maakt haar vooral iets anders duidelijk: ook de producenten spelen een bepalende rol. Plastic vervuilt het milieu al voordat het tot een fles, rietjes of dopje is gevormd. ‘De vervuiling begint al aan de bron.’
Goorden bevestigt dit: ‘Er is geen consument verantwoordelijk voor deze specifieke vervuiling.’ Verlies en verspilling van nurdles vindt plaats tijdens de productie, het transport en de omslag van de bolletjes.
Wie ruimt dit op?
De bevindingen tonen aan dat de nurdles wijdverspreid zijn. En wat er op de oevers ligt, is nog maar het tipje van de ijsberg. Er bevindt zich nog veel meer in zeeën en rivieren, al weet niemand hoeveel. Wat er zich in het water afspeelt, is nog moeilijker te meten of tellen dan de vervuiling op het land.
De vraag is hoe men dit ooit weer uit slib en riet kan verwijderen. ‘We moeten heel die dijk uitgraven als we dit willen opruimen’, zucht Tobias. De kwaadheid, maar ook de twijfel nemen toe. Er lijkt geen geloof meer te zijn in overheden of bedrijven. ‘Als we oplossingen willen, zullen we het zelf moeten doen.’
‘De industrie praat amper over opruimen en ze neemt evenmin haar verantwoordelijkheid op’, meent Goorden. ‘Ik denk niet dat ze de opruim zelf kunnen bekostigen, zo erg is het gesteld.’
Toch zijn de pelletproducerende bedrijven zich bewust van het probleem. Met de Galgeschoor Plastic Challenge schreef de Haven van Antwerpen een prijsvraag uit voor een haalbare oplossing. De genomineerden die begin december kans maken op tienduizend euro zijn Arcadis, Deme Group en Jan De Nul Group.
In de Haven hebben de bedrijven zich ook vrijwillig geëngageerd om het verlies van nurdles tegen te gaan. Met Operation Clean Sweep beogen producenten, transportbedrijven en overslagbedrijven op termijn een nulverlies. Goorden kijkt hier sceptisch naar. Vooral omdat de industrie niet alleen zichzelf reguleert, maar ook zichzelf controleert. ‘De certificaten worden gewoon uitgedeeld.’ Los daarvan blijft de vraag: wat met de historische vervuiling?
Om een idee van de financiële omvang van het probleem te geven: in de Verenigde Staten veroordeelde de rechter onlangs de plasticproducent Formosa tot een schadevergoeding van 50 miljoen dollar voor de aanhoudende verspilling van nurdles in het milieu. Het geld is amper voldoende om de schoonmaak te betalen.
‘Met de plastickeuteljacht hebben we nu de gegevens verzameld’, zegt Goorden. ‘Je kan niet meer naast de omvang van het probleem kijken. Ik kan me moeilijk voorstellen dat het hier stopt.’
Dit artikel verscheen ook in Mo Magazine, geschreven door Astrid Limpens.
Dit artikel werd gepubliceerd door Mo Magazine op 7/11/2019