Tijdens de politieinterventies in Molenbeek en Vorst vroeg de politie geen beelden te delen op sociale media. De reden – het niet in gevaar brengen van agenten en het welslagen van de interventie – lijkt evident. Maar hoe zit dat met een foto van een agent in het gewone straatbeeld? We zochten uit hoe dat wettelijk is geregeld.

Otters, katten en andere dieren passeerden de revue op sociale media tijdens de interventies in Vorst en Molenbeek, maar ook ons straatbeeld is sinds november vorig jaar drastisch veranderd. We zien politie voor de ingang van het station, militairen in drukke winkelstraten en kijken er nauwelijks nog van op.

Zo gaat een foto van een militair met een winkeltasje of een filmpje van een hardhandige interventie op een tiener in een winkelcentrum snel de ronde. Het zijn beelden die zomaar genomen worden, door toevallige voorbijgangers en die vervolgens razendsnel verspreid worden op het internet. Soms met grote gevolgen voor de personen in kwestie. Op juridisch vlak lijkt het op het eerste zicht een warboel.

Bewaking aan concertzalen

Lorenzo Veppi is student journalistiek aan de Thomas More Universiteit in Mechelen en staat aan de concertzaal Trix in Antwerpen. Militairen en zwaar bewapende agenten staan voor de ingang. De schaduw van het bloedbad van de Bataclan in Parijs hangt over de enthousiaste muziekliefhebbers. Lorenzo haalt zijn camera boven en neemt gretig foto’s van de indrukwekkende bewaking. Het zijn beelden die perfect passen voor een schoolopdracht. Eén van de agenten vraagt hem vervolgens te stoppen en de foto’s onmiddellijk te verwijderen. Veppi identificeert zich als student journalistiek: “Een schoolopdracht meneer, ik ga het niet publiceren”. De agent reageert fel. Voor Lorenzo is het duidelijk. Hij bergt zijn camera op en vertrekt.

Het is een bekend scenario voor wie een camera of smartphone durft bovenhalen in aanwezigheid van een uniform. Of dit dwingend verzoek wel gegrond is, vroegen we daarom aan twee agenten. “Als je iets vastlegt met betrekking tot de politie moet je altijd de toestemming vragen om het te gebruiken. Er worden geen standaardrichtlijnen gegeven maar er wordt in principe wel altijd verwezen naar de privacywetgeving”, meldt de agent.

Volgens een agente uit het Antwerpse gaat de procedure als volgt: “Als je in uniform wordt gefilmd tijdens een interventie kun je vragen om te stoppen. Je mag de gsm of camera in principe niet afnemen. Als de persoon doorgaat met het vastleggen van de actie moet je wel de identiteitskaart vragen. Je kunt dan eisen dat de beelden niet worden gepubliceerd en erop wijzen dat een pv wordt opgesteld indien dat wel gebeurt. Soms wordt een gsm afgepakt, wat niet mag, maar daar wordt dan later een mouw aan gepast.”

Ook journalisten zouden op voorhand moeten vragen of ze ordehandhavers mogen vastleggen. Maar dat gebeurt zelden volgens de agente. “Zelf ben ik al eens in uniform op het Journaal verschenen en in de krant erg herkenbaar zelfs, maar het werd me nooit gevraagd.”

Privacywetgeving

Op zo’n ‘illegaal’ filmpje of beeld kunnen drie wetten toegepast worden: de privacywet, de wet op camerabewaking en het portretrecht. Het portretrecht is het recht om te beslissen waar en wanneer je gefilmd of gefotografeerd wordt. De wet op camerabewaking verplicht de maker van een filmpje te melden waar de beelden zijn opgenomen. De privacywet bepaalt de regels waaraan je je moet houden bij het verzamelen van personengegevens. Deze wet verplicht het om steeds toestemming te vragen om beelden te maken en die te publiceren.

Toch is het filmen en fotograferen van politie een heikel punt in de rechtbank. Klachten van politie tegen filmende burgers worden vaak geseponeerd. Dit heeft te maken met een debat rond de erkenning van agenten die een openbaar ambt uitvoeren als publieke personen. Volgens de privacycommissie moet geen toestemming gevraagd worden aan een publieke persoon indien de afbeelding informatief is en het privéleven niet schendt.

Burgerjournalistiek

Maar er loopt nog een debat. Sinds de opkomst van Twitter, blogs, vlogs, microblogs kunnen burgers bijzonder snel verslag uit brengen. Het fenomeen wordt meestal geassocieerd met grote rampen en gebeurtenissen zoals de twitterstorm tijdens de protesten in Turkije in 2013. Maar ook op lokaal niveau leeft het idee dat burgers ook de waakhond van de democratie kunnen zijn.

Burgers met smartphones of toevallige voorbijgangers zijn vaak als eerste ter plaatse bij een incident. Er is dus dringend meer juridische duidelijkheid nodig, niet om de shoppende militair te kunnen fotograferen maar om te weten welke regels de participerende burger moet naleven zodat hij of zij respectvol commentaar kan leveren op de ordehandhaving.

© 2016 – StampMedia – Laura Sear



Dit artikel werd gepubliceerd door DeRedactie.be op 18/03/2016