Re-enactment is een hobby die sport met plezier mengt. De combinatie van bakkeleien en plezier brengen een apart sfeertje met zich mee. Toch blijft historische accuraatheid een must en nemen de beoefenaars het middeleeuwse leven serieus onder de loep. “Vroeger wilden we vooral show verkopen, maar we zijn op zoek gegaan naar wat geschiedkundig ook klopt.”

Aan het Elzenhof te Aarschot groeperen de Hagelanders zich. Het slechte weer stopt de club niet om te trainen. Nadat ze het materiaal uit hun container hebben gehaald begint de opwarming. Een wilde versie van Dikke Berta en rondjes lopen op het terrein, gevolgd door het echte werk: boogschieten en zwaardvechten. Al duikend en struikelend proberen enkelen een zwaardslag te ontwijken. Gekwetst raken, vormt een risico van de hobby. Weliswaar een hobby waarvoor deze stoere Hagelanders graag de tijd nemen om over te praten.

Passie voor de middeleeuwen

Zwaardgevechten, interesse in de middeleeuwen of bezigheidstherapie. Ieder lid heeft zo zijn eigen reden om te re-enacten. Voor Jonas Van Wyngaerden zijn freefighten en de showgevechten de aantrekkelijkste punten van de hobby. Hij begon met HEMA (Historical European Martial Arts), maar later breidde zijn interesse uit tot re-enactment. “Het is altijd indrukwekkend om te zwaardvechten,” zegt Jonas. “Je kan het vergelijken met een dans en dat is prachtig om te zien en te doen.”

Andreas Rabaey werd opgenomen in de re-enactmentgroep via een vriend van de Hogeschool PXL. “Wauw, zwaarden,” was Rabaey’s eerste reactie toen hij begon. “Het fijnste is om iemand te verslaan tijdens een veldslag.”

In tegenstelling tot Van Wyngaerden en Rabaey, had Ivo Pauwels een hele andere reden om zich bij de Hagelanders te voegen. “Mijn toenmalige man was plots gestorven,” zegt Pauwels. “Ik ben toen begonnen met re-enacten om bezig te zijn met andere dingen en om niet in een zwart gat terecht te komen.” Ivo begon met boogschieten. “Het is niet alleen boogschieten of re-enacten. Het zijn ook de mensen die steun bieden. Daardoor ben ik nooit gestopt.”

Niet alleen het in kostuum rondwandelen of de agressie uit je lijf slaan met een of ander wapen, staat centraal. Re-enactment is veel meer, zeker in het geval van de Hagelanders. Een passie, een hobby en een hechte groep staat er eerder centraal.

Niet alleen vechten

De Orde van de Hagelanders werd twintig jaar geleden onder leiding van Ivonne Janssens opgericht. Het is een van de grootste en oudste groepen in Vlaanderen, die zich richten op de late middeleeuwen. Hun roots vinden ze in bij de gelijknamige huurlingencompagnie uit 1489. Samen met haar man vond Janssens dat het middeleeuwse re-enactment in de jaren tachtig een verandering moest ondergaan.

In plaats van die gebreide maliënkolders, houten zwaarden en grote, goedkope houten schilden, werd het tijd voor historische accuraatheid. Met die grondgedachte in het achterhoofd werden de Hagelanders de trendsetters van de huidige middeleeuwse re-enactment-scène in Vlaanderen. “Vroeger wilden we vooral show verkopen. Nu ligt dat nog altijd aan de basis, maar zijn we op zoek gegaan naar wat geschiedkundig ook klopt,” zegt Janssens.

Vijanden zijn eigenlijk vrienden

Dat alles zo historisch mogelijk moet gebeuren is vanzelfsprekend. Als de Hagelanders erop uit trekken, gaan ze op kamp in Frankrijk, Engeland, Nederland en natuurlijk ook België. “De kampementen in het buitenland, vooral die in Frankrijk en Engeland, zijn het grootst,” zegt re-enactor Jef Denruyter. “Het zijn gevechten van duizend tegen duizend. Het lijkt wel the real deal.” In België en Nederland is het allemaal stukken kleiner. Dan zit je eerder op een terrein waar je met een tweehonderdtal man vecht.

Op kamp gaan is vooral een sociaal gebeuren. “Je zet al je materiaal op en daarna ga je wat babbelen met de andere groepen,” zegt Denruyter. Tijdens de eerste dag zal je een wandeling over de middeleeuwse markt maken, de ambachtslieden bekijken of gewoon een biertje drinken. Tijdens de tweede dag wordt het al wat ruiger, want dan vindt de veldslag plaats. Met enkele commandanten die toezicht houden op het hele gebeuren zullen de soldaten tegen elkaar vechten.

In zo’n gevecht zul je eerder gaan freefighten, zoals de re-enactors het noemen. Je kan doen wat je wil, zolang het niet te gevaarlijk is. Mocht dat wel gebeuren dan word je van het veld gestuurd. Ongelukken vallen wel eens voor. “We hebben al vaak een gebroken arm of gekneusde ribben gehad hoor,” vertelt Jef. “Dan ga je gewoon liggen en dan ben je ofwel dood, ofwel gewond.” Als je dan ‘sterft’ is het wachten geblazen tot een van de commandanten de troepen uit elkaar komt halen. “Op dat moment zijn we elkaars ergste vijand, maar na die slag zijn we weer de beste vrienden,” laat Jef nog weten.

Show verkopen spijst de kassa

Toch is re-enacten niet alleen kamperen als een middeleeuwer voor de Hagelanders. De groep doet ook shows op lagere scholen, vzw’s of andere organisaties. Daarbij staat het showgevecht centraal, een choreografische manier van vechten. “We spreken altijd af wat er gebeurt, want dat geeft uiteindelijk een betere show voor kinderen,” zegt Jef Denruyter. “We vechten dan even, gooien elkaar eens op de grond en dan komt er nog een klein toneelstukje bij kijken.”

“Die gevechten doen we buiten het seizoen”, verklaart Denruyter. “Met het geld dat we daarmee verdienen, kunnen we vervoer, uitrusting en voeding regelen voor de kampementen en voor onze training.” De showgevechten vormen daarom de grote basis van de club, omdat ze de bron van financiën zijn.

“Ik houd me vooral bezig met de klederdracht van de late middeleeuwen. Ik ga graag kijken naar wat men in een specifieke periode droeg.” Tijdens de kampen worden de ambachten meestal ook te kijk gesteld. De re-enactors tonen dan hun passie door zelf dingen te maken. De één zal tin gieten, de ander zwaarden smeden of een pijp maken. Bij de shows, maar vooral tijdens het kamp, wordt re-enactment als het ware een levensstijl.

De mensen verkleden zich en beoefenen periodegebonden ambachten. De één al meer dan de ander. Er zijn  deelnemers die ver gaan en hun eigen typetje ontwikkelen, maar de meesten blijven hun eigen, normale zelf. “Ieder heeft zijn eigen passie, een eigen reden waarom hij of zij begint met re-enactment,” zegt Denruyter. Het is de vrijheid die re-enactment biedt dat het zo interessant maakt.

Je kan de Hagelanders op 15 en 16 augustus in actie zien tijdens hun kampement in Aarschot.
Meer info is te vinden op de website.

© 2015 – StampMedia – Kenneth Voorter



Dit artikel werd gepubliceerd op Het Nieuwsblad - online op 17/03/2015