Nog tot 14 juli houdt Marina Abramovic, de Servische grootmoeder van de performancekunst, een overzichtstentoonstelling van haar belangrijkste werken in het Stedelijk Museum Amsterdam. Het zijn voornamelijk haar baanbrekende performances uit de jaren 70 die te herbeleven zijn via foto’s, video’s en enkele live performances. Reporter Leda Broekhoven (18) ging op bezoek en maakte mee wat Abramovic zo bekend maakte.
De eerste keer dat ik van Marina Abramovic hoorden, was toen een vriendin me een filmpje liet zien van haar werk ‘Artist is present’ (2010) waar ze drie maanden lang zeven uur per dag bezoekers in de ogen keek in The museum of modern art (MOMA) in New York. Haar unieke ideeën van kunst, meditatie, vasten en spiritualiteit wekten een interesse in mij op.
Abramovic’s werk is in de eerste plaats een statement van moed. In de jaren 70 performt ze in Amsterdam een groot deel naakt en onderzoekt daarbij de limieten van haar fysieke en later ook emotionele bereikbaarheid. Het is een soort kunst die voor ieder een andere belevenis en interpretatie bijbrengt.
Performance is live
De performances die enigszins te herbeleven zijn via foto en video laten een minder opmerkelijke indruk na. Het was pas wanneer je er echt stil naar keek dat het tot je doordrong. Dat zal vermoedelijk de bedoeling zijn, maar het is moeilijk vol te houden, aangezien de video’s elk door elkaar en tegelijk worden afgespeeld in één zaal.
Bovendien kan er bij performancekunst alleen over een volledige ervaring gesproken worden wanneer het zich live afspeelt. Abramovic’s werk gaat over energiëen, limieten en ervaringen die niet zomaar over te brengen zijn op beeld.
Een video die wel bijblijft, is ‘AAA-AAA' (1978) waarbij Abramovic en haar toenmalige partner Ulay negen minuten lang met een toenemende intensiteit tegen elkaar schreeuwen. Je voelt de losgekomen emoties door het schreeuwen opborrelen. Dankzij hun primaire expressie kwam er een pure kwetsbaarheid en angst over.
Vasten
Hoogtepunt van de tentoonstelling is zonder twijfel ‘The house with the ocean view’ (2002). De performer, deze keer Jia-Yu Chang Corti, opgeleid door Marina Abramovic zelf, vast twaalf dagen lang terwijl ze in een open huis verblijft waar het publiek kan meekijken. Het enige wat ze doet, is water drinken, slapen en drie keer per dag douchen. De enige hint naar het doel van de performance is de zin ‘establish energy dialogue with artist’ in de beschrijving van het werk.
In de zaal waar de performance ‘The house with the ocean view’ speelt, zijn enkele mensen afgeleid, maar de meesten zijn gefixeerd op Corti. Er zijn allerlei soorten mensen in het publiek en toch voelt iedereen daar iets collectief in de stilte en in de ruimte van de performer. Je wordt meegesleept in de trance van de zaal. Alle ogen zijn op de performance gericht, zelfs wanneer Corti niks doet.
Zonder veel te doen of vragen krijgt ze onze gefixeerde concentratie
Haar zien douchen, is het minst interessant. De opmerkelijkste momenten zijn wanneer ze contact zoekt met het publiek. Soms krijg je het gevoel dat ze jouw richting uitkijkt, al ben je daar nooit helemaal zeker van. Op die momenten lijken alle achtergrondgeluiden te verdwijnen. Dan is het enkel je lichaam, de setting en wat er in de lucht hangt, een golf van energie misschien.
Moeilijk te beschrijven sfeer
Dankzij de leegte en stilte die gecreëerd wordt in de dagelijkse handelingen, vormt er zich een moeilijk te beschrijven sfeer in de zaal. Een jonge vrouw laat een paar tranen. Wie weet welk proces zij nu doormaakt? Enkele mensen wandelen naar voor en bedanken Corti. Je krijgt de neiging hetzelfde te doen. Misschien wilden we haar bedanken om zo’n unieke ervaring te geven aan ons, zonder dat ze er veel voor vroeg. Het publiek was op een tijdloze manier helemaal in de ban van ‘The house with the ocean view.’
Dat is net het speciale aan Abramovic’s kunst. De rauwe vormen van het lichaam, de emotionele grenzen opzoeken en de stilte die Marina Abramovic creëert, maken plaats voor een ervaring die de westerse mens niet vaak meemaakt. Een ervaring van stilte, energieën, connectie en uiteindelijk meditatie. Een spirituele ervaring, zou u wil. Zonder veel te doen of vragen krijgt ze onze gefixeerde concentratie. Deze uitwisseling van energie beschrijft Abramovic tot slot als volgt: ‘Before I start, I do nothing else but look at people: that’s how I take in their energy. During my action, I translate that energy into my feeling, and give it back to them through my performance.’