Elisse (24) zat enige tijd geleden in Manilla, aan het ander eind van de wereld. In de bruisende, chaotische hoofdstad van de Filipijnen deed ze stage bij GABRIELA. Die vrouwenbeweging is een partnerorganisatie van Geneeskunde voor de Derde Wereld of kortweg
G3W. Ze hield voor ons een reisblog bij. Vandaag bericht ze over de zaak-Mary Jane Veloso. “Een nacht die de boeken zal ingaan als een achtbaan van emoties.”

Een groot deel van de Filipino's rekent op de financiële hulp van OFW's (Overseas Filipino Workers). Een vierde van de bevolking, zo’n 25 miljoen inwoners, leeft onder de armoedegrens. In de Filipijnen is niet genoeg werk dus richten Filipino’s zich op het buitenland. Volgens de Philippine Statistics Authority woont en werkt zo’n 10 procent van de Filipijnse bevolking in het buitenland. Voor velen lijkt het een oplossing voor hun financiële problemen, maar het gaat lang niet bij iedereen over rozenblaadjes.

Meer dan 8 procent van het BBP (Bruto Binnenlands Product) van de Filipijnen wordt vergaard door OFW’s. De overheid moedigt werken over de grens aan, omdat het moeite heeft om voldoende jobs te creëren voor de Filipino’s.

2,6 kilogram heroïne

Eén van de vrouwen die haar familie een beter leven wilde bezorgen door over de grens werk te zoeken, is Mary Jane Veloso. Ze kwam terecht in Bahrein, waar ze bijna verkracht werd door haar werkgever. Mary Jane keerde onmiddellijk terug naar de Filipijnen. Niet lang daarna vertelde een kennis haar over Maleisië, waar de belofte om werk te vinden als huismeid groot is. Toen ze daar aankwam, nadat ze 20.000 PhP (meer dan €400) had moeten neertellen voor geldige reisdocumenten, bleek dat haar veronderstelde nieuwe baas al een ander meisje in dienst had genomen.

Dezelfde kennis vertelde haar de moed niet op te geven. Hij hielp Mary Jane werk vinden, in Indonesië ditmaal. Haar koffer was te klein geworden om alle spullen die ze gekregen had in te stoppen, dus kreeg ze een andere reiskoffer. De rest van het verhaal laat zich raden. Toen ze wilde inchecken in de luchthaven, werd haar koffer tegengehouden. Ze sleepte meer dan twee kilogram heroïne mee in haar koffer. In afwachting van haar proces werd ze opgesloten in een gevangenis in Indonesië. Een oneerlijk proces volgde, want ze werd niet berecht in haar moedertaal. Het was onmogelijk voor haar om haar verhaal te doen en haar onschuld te bewijzen. Ze werd veroordeeld tot de doodstraf.

#SaveMaryJane

Honderden sociale bewegingen in de Filipijnen deden er alles aan om zich tegen de uitspraak te verzetten. Ze kwamen samen op straat, introduceerden de hashtag #SaveMaryJane en protesteren tegen de labor export policy die de Filipijnen voert. Op 28 april zou Mary Jane Veloso geëxecuteerd worden, samen met negen andere vermoede drugssmokkelaars. Duizenden Filipino’s verzamelden zich voor de deuren van de Indonesische ambassade in Makati om Mary Jane Veloso te steunen. Ze zouden er de nacht doorbrengen en blijven vechten voor de vrijspraak van Mary Jane.

Het werd een nacht die de boeken zal ingaan als een achtbaan van emoties. Rond zeven uur ’s avonds sijpelde het bericht binnen dat er een kans was dat de beslissing ongedaan gemaakt zou worden. De betogers waren euforisch. Iets later kregen ze te horen dat de beslissing echter finaal was. Joko Widodo, de president van Indonesië, meende dat hij geen precedent wilde stellen door een drugssmokkelaar vrijuit te laten gaan. Om drie uur ’s nachts, het vermoedelijke tijdstip van executie, kreeg de menigte dan toch te horen dat Mary Jane’s leven gespaard werd.

 De strijd van de OFW’s © Elisse LenaarsMary Jane Veloso zal haar twee jongens dus weerzien. Een diepe zucht werd geslaakt door de aanwezigen. Er werd gedanst, gezongen, gelachen en gehuild. Weer een stapje dichter bij gerechtigheid. Op naar een Filipijns regime dat alle burgers eerlijk en waardig behandelt. En zoals Garry Martinez, woordvoerder van Migrante, beweert: “Het was niet de Filipijnse overheid die de executie van Mary Jane Veloso heeft kunnen stoppen. Het waren wij, de Pinoy. Samen staan we sterk en kunnen we verandering brengen in de wereld.”

Het leven van een OFW, deel twee

In Baguio, het noorden van Luzon, ontmoet ik Rachelle. Ze is 31, goedlachs en doet haar uiterste best om me thuis te doen voelen in het huis van haar bazin. Ze werkt sinds zes maanden als huismeid voor een advocaat. Rachelle vertelt me haar verhaal, in gebrekkig Engels maar met een glimlach op het gezicht. Blij dat er iemand is, een rich Americana dan nog wel, die naar haar wil luisteren.

“Oorspronkelijk kom ik uit de Visayas. Een paar jaar geleden moest ik andere oorden opzoeken om werk te vinden. Mijn man had me verlaten en me laten zitten met onze twee kinderen. Ik waagde mijn kans als huismeid voor een norse man in China. Ik werd er uitgebuit, kreeg niet altijd mijn loon en werd fysiek mishandeld.” Terwijl Rachelle me dit vertelt, krijg ik een krop in de keel. Waarom zou je voor zo iemand blijven werken, vraag ik haar. “Ik moest wel, want kon geen ander werk vinden. Mijn kinderen betekenen alles voor mij, en het brak mijn hart als er geen geld was om te eten.”

Enkele jaren van op haar tanden bijten lagen in het verschiet, maar Rachelle gaf het niet zomaar op. In september 2014 leerde ze toevallig de advocaat kennen waarvoor ze nu werkt. Ze bood haar een job aan in Baguio die ze gretig accepteerde. “Ik voelde me hier meteen veel beter. Mijn bazin is lief, ze werkt zelf vaak met labor cases dus ze weet wat ik heb meegemaakt.” Haar kinderen wonen bij haar broer in de Visayas. Af en toe kan ze hen een bezoekje brengen, dat maakt haar gelukkig. Toch wil ze nog altijd haar kansen beproeven in het buitenland. Ze spaart om naar Singapore te trekken, om daar werk te vinden en een betere toekomst voor haar kinderen.

“Ik heb het hier goed. Ik kan niet klagen. Maar ik wil mijn kinderen de beste kansen geven die ze kunnen krijgen. En daarvoor moet ik in Singapore geraken. Een paar van mijn familieleden werken er, en zeggen dat het er goed leven is. Dus waarom zou ik het niet nog één keer proberen?” besluit Rachelle.

© 2015 - StampMedia - Elisse Lenaars


Dit artikel werd gepubliceerd door MO* - Online op 04/06/2015